Nieuwe regels verbeteren nauwkeurigheid nitraatmetingen

Tot 15 november worden opnieuw duizenden landbouwpercelen bemonsterd voor de bepaling van het nitraatresidu. Op basis van breed overleg heeft de Mestbank de methodes voor staalneming en analyse van het nitraatresidu verfijnd. Zo moet voortaan de regel van vijftien boringen per twee hectare strikt toegepast worden.

Vorig jaar rees discussie over de resultaten van de meetcampagne, waarna toenmalig milieuminister Hilde Crevits besliste om de boetes kwijt te schelden voor metingen die uitgevoerd werden in 2007 en 2008. Met het oog op de campagne van dit jaar werd gesleuteld aan het compendium, waarin de voorschriften en methodes beschreven staan die staalnemers en laboratoria moeten volgen voor het nemen en analyseren van bodemstalen.

Om de staalnemers hierover grondig te informeren, organiseerde de Mestbank samen met het Vito al drie opleidingen, een vierde vindt volgende week plaats. Eén van de belangrijkste aanpassingen in het compendium heeft te maken met het aantal boringen. "Uit onderzoek is gebleken dat voor de meeste akkerbouwpercelen en maaiweides minstens vijftien boorsteken per twee hectare nodig zijn om het nitraatresidu met voldoende nauwkeurigheid te bepalen", zegt communicatieverantwoordelijke Marian Blondeel van de Mestbank.

Het is dan ook belangrijk dat de regel om minstens vijftien boringen per twee hectare uit te voeren strikt toegepast wordt, luidt het in een persbericht. Voor een perceel van bijvoorbeeld 4,1 hectare betekent dit dat er drie bodemstalen, elk bestaande uit vijftien boringen, genomen moeten worden. In het verleden werd toegestaan dat op percelen van 2,2 hectare slechts vijftien boringen gebeurden, maar dat is dus verleden tijd.

Verder moeten boren met een binnendiameter van minstens twee centimeter gebruikt worden voor de bemonstering van de bodemlaag en nitraatanalyses kunnen enkel nog gebeuren op verse bodemstalen. Het drogen van bodemstalen vooraleer ze te analyseren, is niet langer toegestaan. Blijkt immers dat het drogen van bodemstalen aanleiding kan geven tot omzettingen van stikstof in het staal, waardoor de hoeveelheid nitraat kan wijzigen.

Of de aanpassingen aan het compendium ervoor zullen zorgen dat er geen variaties meer zullen optreden bij de bepaling van het nitraatresidu? "Een bodem is van nature heterogeen", antwoordt Blondeel. "Maar de verdere verfijning en standaardisatie zullen er wel voor zorgen dat de variabiliteit zo klein mogelijk gehouden wordt".