Nieuwe EU-verordening voor handel en gebruik diervoeder

Vanaf één september 2010 is een nieuwe Europese verordening betreffende de handel in en het gebruik van diervoeders, van toepassing. Met de nieuwe verordening worden diverse oudere Europese richtlijnen in één geconsolideerde wettekst ondergebracht. Enkele voorschriften worden vereenvoudigd en de regels inzake etikettering gemoderniseerd.
2 september 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:56
Lees meer over:

Vanaf één september 2010 is een nieuwe Europese verordening betreffende de handel in en het gebruik van diervoeders, van toepassing. Met de nieuwe verordening worden diverse oudere Europese richtlijnen in één geconsolideerde wettekst ondergebracht. Enkele technische voorschriften worden vereenvoudigd en de regels inzake de etikettering van diervoeders gemoderniseerd.

De verordening benadrukt duidelijk de verantwoordelijkheid van de operatoren voor wat betreft de kwaliteit, de veiligheid en de etikettering van de dierenvoeders die zij in de handel brengen. Verder wordt verduidelijkt dat de regels inzake veiligheid, traceerbaarheid, etikettering en meldingsplicht, zoals vastgesteld in de General Food Law, een verordening van 2002, eveneens van toepassing zijn op voeders voor gezelschapsdieren. Ook voedingssupplementen voor dieren vallen onder het toepassingsgebied van de verordening.

Naast het algemeen kader van de verordening blijven er nog een aantal specifieke wetgevingen van toepassing voor onder meer ongewenste stoffen, gemedicineerde voeders, ggo’s en dierlijke bijproducten. De lidstaten kunnen enkel nog bijkomende nationale bepalingen vaststellen indien dit uitdrukkelijk in de verordeningen is vastgesteld.

De verantwoordelijken voor het in de handel brengen van diervoeders moeten, op verzoek van de bevoegde controleautoriteiten van de lidstaten, alle gegevens ter beschikking kunnen stellen betreffende de samenstelling of de geclaimde eigenschappen van diervoeders zodat ondubbelzinnig kan worden nagegaan of de op het etiket aangebrachte informatie juist is.

Het principe van een niet-exclusieve lijst van voedermiddelen, de ‘Catalogus’, enerzijds en een lijst van in diervoeding verboden stoffen anderzijds, blijft behouden. Het opstellen en onderhouden van een positieve lijst van voedermiddelen op Europees niveau bleek immers niet haalbaar en zou geen extra garanties bieden inzake de veiligheid van diervoeders.

Wel is het de bedoeling dat de sectororganisaties van de Europese diervoederbranche de huidige niet-exclusieve lijst in de toekomst verder uitbreiden en actualiseren. De voornaamste doelstelling van deze niet-exclusieve lijst is om de verschillende voedermiddelen uniform te definiëren en te omschrijven, hetgeen de etikettering ervan transparanter maakt.

De etikettering en aanbiedingsvorm mogen niet misleidend zijn wat betreft de bestemming, aard, eigenschappen, samenstelling, de effecten of kenmerken die aan het diervoeder worden toegeschreven. Zo is bijvoorbeeld het suggereren van bijzondere kenmerken, die in feite alle soortgelijke diervoeders bezitten, verboden.
 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek