EU-parlement wil vrij verkeer van pootgoed tussen landbouwers toelaten

Het Europees parlement heeft woensdag een standpunt ingenomen over de nieuwe EU-zaadwetgeving. Hierbij deelt het parlement de mening van de Europese landbouwcommissie dat een uitwisseling van alle types plantaardig reproductiemateriaal (PRM), waaronder ook pootgoedaardappelen, tussen twee landbouwers mogelijk moet worden. Een standpunt dat met de nodige bezorgdheid wordt onthaald door de Europese boerenkoepel Copa-Cogeca en de Europese organisatie voor poot- en consumptieaardappelenhandelaren, Europatat. “Dit kan leiden tot een markt met ongecontroleerd pootgoed waar veel fytosanitaire risico’s aan vast hangen”, klinkt het. “Dit zou een stap terug in de Europese regelgeving betekenen.”

24 april 2024 Jozefien Verstraete
Lees meer over:
aardappel-veld-bedding-akker-1250

In juli stelde de Europese Commissie voor om verschillende verouderde wetten over zaden, bomen en ander plantaardig reproductiemateriaal (PRM) aan te passen aan de doelstellingen van de Green Deal. Plantaardig teeltmateriaal omvat bijvoorbeeld zaden, wortels, knollen of pootaardappelen en wordt gebruik voor de voortplanting van andere planten. Voor PRM gelden aparte strenge EU-regels voor kwaliteit en gezondheid die al sinds 1966 bestaan.

De Commissie wil de regels rond de productie van PRM en het verhandelen ervan nu onder één verordening samenbrengen en ze tegelijkertijd ook actualiseren en de uitvoering ervan in de hele EU te standaardiseren. De voorgestelde wetgeving zou volgens de Commissie garanderen dat alle landbouwers een gevarieerd aanbod aan plantaardig teeltmateriaal van hoge kwaliteit ter beschikking hebben, dat ook aangepast is aan de huidige en toekomstige klimatologische omstandigheden. Daarnaast zou het landbouwers ook toelaten om bepaalde zaden in beperkte mate onder elkaar vrij uit te wisselen.

“De bestaande Europese regelgeving laat in principe helemaal geen uitwisseling van zaden toe, niet tussen landbouwers, maar dus ook niet tussen hobbytuinders en particulieren. Ook ruilen en weggeven wordt vandaag onder de definitie van handel gezien en moet voldoen aan de huidige eisen van kwaliteit en certificering", zei Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) eind vorig jaar hierover in Landbouwleven. “Het voorliggende voorstel van Europese verordening probeert een opening te creëren die de reële praktijken een stuk regulariseert, maar dan binnen bepaalde duidelijke grenzen wegens een aantal risico's die verbonden zijn aan het toelaten van die vrije uitwisseling. We mogen de plantengezondheid niet uit het oog verliezen. Een voldoende streng kader is nodig om gekende en nieuwe plantenziekten buiten de Europese Unie te kunnen houden.”

Vorig jaar bekritiseerden verschillende ngo’s het voorstel van de Commissie omdat de voorwaarden om zaden vrij uit te wisselen niet ver genoeg gingen. Volgens hen zouden de grote spelers door het voorstel bevoordeeld worden omdat boeren dan bijna enkel nog van hen zaden kunnen kopen. “De activiteiten van publieke genenbanken, privécollecties en zaadinitiatieven zou door het voorstel gereguleerd en verhinderd worden. Ook de vele administratieve lasten die opgelegd worden aan de boeren zal ten koste gaan van de onderlinge ruil. Hierdoor zal de diversiteit van onze gewassen verkleinen”, klonk het.

Landbouwcommissie past aan

Vorige week stelde de Europese Landbouwcommissie voor om de regels rond de verhandeling van zaad en teeltmateriaal tussen boeren en hobbytuinder te versoepelen in het voorstel. Een standpunt dat werd geprezen door de ngo’s. De versoepelingen zouden onder meer inhouden dat naast zaden, alle types van PRM geruild mogen worden onder boeren. Dit wil zeggen dat ook pootgoed, dat momenteel zeer schaars is in Europa, onderling gewisseld mag worden. De toegestane hoeveelheid zou door de Commissie later moeten worden vastgesteld. Deze aanpassing van de Landbouwcommissie aan het voorstel werd ook door het parlement woensdag overgenomen.

Onder meer de koepel van Europese landbouworganisaties Copa-Cogeca, waar ook Boerenbond deel van uitmaakt, en een coalitie van organisaties die PRM-leveranciers en -gebruikers vertegenwoordigen, uitten eerder deze week al hun bedenkingen bij deze recente aanpassingen. De versoepelingen zouden volgens hen een stap terug betekenen voor onder meer de zaadkwaliteit en plantgezondheid omdat er bij het vrij verkeer geen officieel toezicht meer is. "Het oorspronkelijk voorstel van de Commissie verliest door de brede vrijstellingen, het evenwicht tussen zaadveiligheid en zaaddiversiteit", luidt het.

Ook Europatat is ongerust over de versoepelingen. Volgens de organisatie zou het ernstige gevolgen kunnen hebben voor de aardappelsector. Want net zoals gewone aardappelen, gaat het bij pootgoed om knollen, die plantenziekten kunnen overbrengen. Deze plantenziekten kunnen tot ernstige productieverliezen leiden. “We zijn bang voor de fytosanitaire risico’s dat het vrij verkeer van het pootgoed met zich zal meebrengen”, klinkt het bij Europatat.

“De versoepelingen ondermijnen de inspanningen van plantenveredelaars en boeren die de duurzaamheid willen vergroten en de voedselzekerheid in Europa willen waarborgen”, schrijven de verschillende belanghebbende in een gezamenlijk statement. “De beslissing van de Landbouwcommissie ondersteunt de boeren niet om dergelijke uitdagingen in de komende jaren het hoofd te bieden.” Daarnaast benadrukken ze dat de versoepelingen zich kunnen uiten in het ontstaan van een ongecontroleerde markt met PRM zonder traceerbaarheid en garanties, parallel aan de gecontroleerde markt.

Schaarste aan pootgoed

Momenteel is er een schaarste op de pootgoedmarkt. Brancheorganisatie Belpotato liet in februari weten dat het pootgoedareaal met zeven procent gedaald is bij de vijf de belangrijkste producerende landen in de Europese Unie (Nederland, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en België) in vergelijking met twee jaar geleden. Het totale areaal is in drie jaar tijd met 10.000 ha gedaald tot ongeveer 84.200 ha vorig jaar, waarbij alle rassen getroffen zijn.

Over het algemeen werd de productie van pootaardappelen in 2023 gekenmerkt door een gemiddelde opbrengst, maar met vrij grove maat (weinig knollen per plant). Verder was er een sterke virusdruk aan het begin van de teelt, wat leidde tot vele declasseringen tijdens de certificering. Enkele honderden hectares konden door het natte weer ook niet worden geoogst, voornamelijk in Nederland. Deze factoren leiden tot een lage beschikbaarheid van pootaardappelen voor de uitplant van 2024, ondanks de groeiende vraag. Want de Europese friet- en chipsindustrie blijft groeien, en ze hebben meer tonnen aardappelen om die groei te bewerkstelligen.

Het resultaat zijn (zeer) hoge prijzen voor pootaardappelen, ongeacht de sector (frites, chips, verse markten) en ongeacht de commerciële context (al dan niet gekoppeld aan een aardappelopkoopcontract). Aardappeltelers die via hun gebruikelijke handelaar geen pootgoedaardappelen meer kunnen verkrijgen, worden zo afhankelijk van grote spelers zoals friet- en chipsfabrieken die nog pootgoed hebben. Zij verkopen dat pootgoed enkel aan landbouwers die een contract met hen afsluiten voor de levering van de geoogste aardappelen.

Wablief?! - Pootgoed VILT TeeVee

Kwaliteit primeert over kwantiteit

“Eén van de grote problemen voor aardappeltelers in Europa zijn de bodemgebonden ziekten en plagen. Het beschreven risico van Europatat voor pootgoedaardappelen, die op vandaag ook al aan zeer strenge fytosanitaire eisen voldoen, is terecht”, aldus Pieter Van Oost, adviseur plantaardige productie bij Boerenbond. “Dat geldt niet enkel voor pootgoed, ook producenten van PRM in de groente-, fruit- en sierteelt maken zich zorgen. Gezond PRM is cruciaal voor de verdere teelt en mogelijk ook voor de teelten van de volgende jaren. We hebben nu een schaarste aan pootgoed, omwille van slechte oogst en slechte klimatologische omstandigheden. Maar we moeten voorzichtig zijn dat we niet in de val trappen om een langetermijnvisie, wat dit voorstel is, te gebruiken om een acuut probleem op te lossen. De kwaliteit van teeltmateriaal kan beschreven worden in de verordening, maar de kwantiteit niet. Dit moet uit de markt zelf komen. Het is belangrijk dat aardappeltelers minder afhankelijk worden van grote spelers voor hun pootgoed, daarom is het zeker belangrijk dat er meer pootgoed op de markt komt. Maar dit zullen we niet oplossen via deze Europese verordening.”

Verweving fytosanitaire regels in zadenwet

IFOAM, de organisatie die de biologische landbouwsector in de EU vertegenwoordigt, erkent in een interview met nieuwswebsite Euractiv dat de argumenten van de aardappelhandelaren geldig zijn maar niet misbruikt mogen worden om de uitwisseling van teeltmateriaal tussen kleine telers onmogelijk te maken door ‘‘ongerechtvaardigde bureaucratische lasten”. Daarnaast merkt de organisatie op dat de fytosanitaire regels van de EU van toepassing blijven “ongeacht of een verhandeling van zaden onderworpen is aan de verordening of niet.”

De Europese Unie voorziet vandaag een kader dat bij het verhandelen van teeltmateriaal een fytosanitair certificaat en plantenpaspoort vraagt. Deze papieren beschrijven de garanties van de plantkwaliteit en het voorkomen van ziekten en plagen, zowel voor import en export als voor de interne markt. De ene lidstaat gaat met dit Europees kader al wat soepeler om dan de andere. Het zal afhangen van de finale Europese beslissing hoe dit kader in de nieuwe nationale zaadwetgeving zal geïntegreerd worden en in welke mate er interpretatieruimte is voor de lidstaten.

Van Oost reageert op het statement van IFOAM dat we inderdaad de administratieve lasten niet mogen zien stijgen, maar dat we ook waakzaam moeten zijn als de deur opengezet zou worden om hoevepootgoed zonder voorwaarden te laten verhandelen zoals dat wel moet voor gecertificeerd pootgoed.

De rapporteur van deze verordening, Herbert Dorfmann (EVP) ziet dan weer geen enkel risico: “Deze nieuwe regels verhogen de efficiëntie, verminderen de administratieve lasten, ondersteunen innovatie, biodiversiteit en geven boeren een solide wetgeving. Het parlement ziet geen groot risico voor de grote zaadproducenten en voor de kwaliteit van het zaad. Dit is dan ook het uitgangspunt voor de trialoog, wetende dat de Commissie een tegenovergestelde mening heeft hierover.”

Vanwege de verkiezingen zal de trialoog tussen het parlement, de Landbouwcommissie en de Europese Commissie pas in september of oktober beginnen.

Groeiachterstand en opkomstmoeilijkheden baren aardappeltelers zorgen
Uitgelicht
Het aangeplante areaal aardappelen in de vier grote Europese productielanden heeft een recordpeil bereikt. Het is nog twee tot drie procent groter dan vorig recordjaar 2020, t...
11 juli 2023 Lees meer

Bron: Euractiv / Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek