2020: Warmste jaar, maar frisser op het platteland

Op basis van de verwachte temperaturen voor de tweede helft van december, zal 2020 het warmste jaar worden sinds het begin van de waarnemingen in 1833. Dat meldt het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). Wie afkoeling zoekt, trekt best de stad uit. “Op een hete augustusnacht deze zomer was het in hartje Brussel tien graden warmer dan in een landelijk oord in het naburige Asse”, reageert professor Steven Caluwaerts.

18 december 2020  – Laatste update 18 december 2020 15:23
Lees meer over:

2020 gaat naast het corona-jaar, ook de boeken in als het warmste jaar sinds het begin van de metingen. Het KMI verwacht uit te zullen komen op een gemiddelde temperatuur van 12,1°C in Ukkel. “Dat is 0,2 graden warmer dan het vorige recordgemiddelde van 11,9 graden, dat in 2014 en 2018 werd opgemeten”, klinkt het daar.

De eer van de letterlijk warmste week gaat naar week van 6 tot en met 12 augustus. “Die week viel in een hittegolf die maar liefst twaalf dagen duurde (van 5 tot en met 16 augustus 2020), waarbij in Ukkel maxima gemeten werden tot 35,9°C”, aldus het KMI. Het KMI merkt daarnaast nog op dat de maximumtemperatuur in Ukkel dit jaar nog geen enkele dag onder het vriespunt lag.

Vlinder-project

Het nieuws dat 2020 een warm jaar geweest is, kwam waarschijnlijk niet als een verrassing voor de leerlingen en leerkrachten van zo’n 48 Vlaamse middelbare scholen. Zij namen dit jaar deel aan het Vlinder-project (Vlaanderen in de weer) en monitorden de temperatuur, windsnelheid, luchtvochtigheid en neerslag in zestig zelf opgezette weerstations. Die waren verspreid over bebouwde kernen, industrieterreinen en meer landelijk gebied, telkens op plekken waar nog geen meetapparatuur stond.

De Vlinder-metingen zullen ook gebruikt worden om de weersvoorspellingen van het KMI accurater te maken

Steven Caluwaerts - Professor UGent - KMI

Het citizen science project gaat uit van de UGent en wordt gecoördineerd door professor Steven Caluwaerts (UGent, KMI). “Vlinder was allereerst bedoeld om het zogeheten hitte-eilandeffect te monitoren, het temperatuurverschil tussen de steden met hun bebouwing en het platteland”, legt hij uit. “Het is bij uitstek een nachtelijk fenomeen. In steden als Gent en Antwerpen loopt dat verschil soms op tot 7 graden. Ook in kleine steden en zelfs dorpen spreken we van enkele graden.” Hetzelfde effect laat zich voelen in de winter. In de steden blijft de temperatuur boven het vriespunt, terwijl het op de buiten gaat vriezen.

Invloed van omgeving

De weerstations stonden op zeer uiteenlopende locaties: sommigen stonden in een bos, andere op een platform in een meer of vijver. “Daardoor weten we dat groen de temperatuur mildert en schaduw levert”, zegt Steven Caluwaerts. “Parken in steden hebben een licht afkoelend effect, zowel overdag als 's nachts. Zo is het in de Zoo vaak twee graden frisser dan in de rest van de Antwerpse binnenstad.”

Water biedt overdag zijn omgeving enige verkoeling maar doet dat 's nachts minder, omdat het zowel trager opwarmt als afkoelt. “Maar daarom moet je een waterpartij nog niet afschrijven als koelende factor”, voegt Steven Caluwaerts toe. “Bij hittestress speelt niet alleen de temperatuur, maar ook wind en vochtigheid mee.”

Lokale besturen raken steeds meer geïnteresseerd in de Vlinder-data. “Ze kunnen er hun klimaat- en ander beleid op afstemmen”, zegt de UGent-professor. “De metingen zullen ook gebruikt worden om de weersvoorspellingen van het KMI accurater te maken.”

Bron: Belga / De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek