Zware boete voor zaakvoerder Limburgs compostbedrijf

Diverse overtredingen zijn tussen 1998 en 2006 vastgesteld. Het bedrijf beschikte onder meer niet over een overdekte opslagplaats. Het percolaatwater werd niet correct opgevangen en een deel werd geloosd in de openbare riolering. De exploitant beweerde dat het per ongeluk gebeurde door wateroverlast bij hevige regenval. Vaststellingen ter plaatse bewezen het tegendeel. Een stenen muur bleek onvoldoende om het percolaatwater tegen te houden, waardoor het water in een natuurgebied liep.

De man had ook fracties van het composteringsproces zonder het nodige mestafzetdocument laten uitrijden op cultuurgrond, terwijl het naar een erkend stort afgevoerd moest worden. Over de brand in zijn composthoop beweerde de zaakvoerder dat een onbekende persoon het vuur had aangestoken. De rechtbank geloofde zijn verhaal niet, aangezien de brand was uitgebroken door zijn eigen onzorgvuldig handelen.

Volgens de rechtbank vormen de bewezen misdrijven een zware belasting voor het milieu. Bovendien heeft de exploitant een halsstarrige houding en onderneemt hij ondanks herhaalde aanmaningen geen actie om zijn problemen aan te pakken. Een naastliggend bedrijf, dat hinder ondervond van het percolaatwater, kreeg een schadevergoeding van 980 euro toegewezen.(KS)