Wratziekte bedreigt aardappelpercelen in grensgemeenten

Het Voedselagentschap verwittigt aardappeltelers dat een uitbraak van wratziekte is vastgesteld in de Nederlandse gemeente Bergeijk, dichtbij de Belgische grens. Chemische bestrijding van deze erg schadelijke schimmel is niet mogelijk zodat landbouwers op besmette aardappelpercelen verplicht een aantal maatregelen moeten nemen. In de gemeenten Mol en Lommel wordt gezocht naar mogelijke besmettingen.

De Nederlandse fytosanitaire autoriteit nVWA meldde bij het Voedselagentschap een uitbraak van wratziekte nabij de Belgische grens. Wratziekte is een gereglementeerd quarantaineorganisme dat thans niet voorkomt in België, maar voor grote problemen zorgt in Nederland. Vaststellingen moeten gemeld worden bij de provinciale controle-eenheid van het Voedselagentschap. Ook bij twijfel doet de landbouwer er goed aan om het agentschap meteen te contacteren.

Vervolgens moet hij op het besmette perceel een aantal bestrijdingsmaatregelen treffen. De knollen en het loof moeten zodanig worden behandeld dat de parasiet vernietigd wordt. Het is verboden om nog aardappelen, plantgoed van groenten, houtachtige gewassen en knollen te verbouwen op een besmet perceel. In een veiligheidszone rondom het besmette perceel is de teelt van consumptieaardappelen van te gevoelige rassen verboden.

Een besmet verklaard perceel en de bijhorende veiligheidszone worden pas vrijgegeven nadat uit een officiële analyse is gebleken dat er geen levende sporen meer aanwezig zijn. Aangezien de sporen meer dan 30 jaar kunnen overleven in de bodem, kunnen de gevolgen voor de verantwoordelijke van het perceel erg zwaar zijn.

"Het is dan ook absoluut noodzakelijk dat een eventuele besmetting zo snel mogelijk wordt opgespoord en dat de teelten nauwkeurig getraceerd kunnen worden om de omvang van de oppervlaktes en de partijen onderworpen aan verplichte bestrijdingsmaatregelen zo klein mogelijk te houden", drukt het Voedselagentschap aardappeltelers op het hart.

Naar aanleiding van de besmetting in Nederland stelde het Voedselagentschap een drie kilometer breed toezichtsgebied in langs de Nederlandse grens, in de gemeenten Mol en Lommel. In dat gebied wordt gezocht naar besmettingen in aardappelpercelen. Alle telers worden gecontacteerd en aardappelpartijen van gevoelige rassen worden visueel onderzocht. Als verdachte symptomen worden aangetroffen, zullen monsters van aardappelen en, indien nodig, grondmonsters worden genomen en geanalyseerd.

Een groot aantal aardappelpercelen in de Belgische grensgemeenten wordt bewerkt door Nederlandse landbouwers van wie de bedrijven gelegen zijn in de door de nVWA afgebakende zone. Het risico dat besmette grond op percelen in België terecht komt, is dus zeker niet denkbeeldig. Aardappeltelers doen er daarom goed aan hun voorzorgen te nemen en bij voorkeur gecertificeerd pootgoed te gebruiken van resistente rassen. Grond overbrengen van één perceel naar een ander, is te vermijden. Indien de landbouwer percelen verhuurt aan een aardappelteler, dan ziet hij er best op toe dat de aanbevelingen gevolgd worden.