VS rekent op spontane regulering markt biobrandstoffen
nieuwsDe Amerikaanse minister van Landbouw Tom Vilsack pleit ervoor om af te wachten of de vraag naar maïs vanuit de bio-ethanolsector afneemt door de hoge prijzen vooraleer te raken aan de bijmengplicht. Ook in België komt er steeds meer kritiek op het gebruik van voedingsgrondstoffen voor energie. De producenten van biobrandstoffen verdedigen zich: "onze productie is te klein om een impact te hebben op de prijs".
Het ministerie van Landbouw en het Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten doen wel onderzoek naar de effecten van een lagere bijmengplicht. Vilsack zegt bang te zijn dat bij een beleidswijziging investeerders geen geld meer durven steken in biobrandstoffen. Het zou dan moeilijker worden om milieudoelstellingen te halen, terwijl de VS afhankelijk blijft van buitenlandse energie. Bovendien neemt het effect van de droogte af, meent de Amerikaanse landbouwminister.
Inmiddels hebben 181 congresleden een brief getekend die de EPA oproept tot het aanpassen van de bijmengplicht. Daarmee klinkt de kritiek luider dan voorheen. Eerder kwam die van enkele congresleden van staten waar hoge voederkosten vreten aan de marges van de omvangrijke pluimveehouderijsector.
In Europa haalde de topman van Nestlé, Peter Brabeck, zwaar uit naar biobrandstoffen. Hij vindt niet dat voedingsmiddelen mogen ingezet worden voor de productie van biobrandstoffen want dat verstoort de markt en drijft de prijzen voor voeding op. Brabeck staat niet alleen met zijn betoog. Wereldwijd is de voedingsindustrie van mening dat de productie van voedingsmiddelen voorrang moet krijgen op biobrandstoffen.
Dat is ook te horen bij de Belgische voedingsfederatie FEVIA. “Wij hebben niets tegen biobrandstoffen op zich, maar wel tegen het beleid dat erachter zit. In de VS moet tien procent van de brandstof aan de tank biobrandstof zijn en dus produceert het land nu op grote schaal bio-ethanol. Ruim 40 procent van de maïsproductie is daarvoor bestemd. Maar na een langdurige periode van droogte, zoals we nu meemaken, heeft de voedingsindustrie nog nauwelijks voldoende maïs”, zegt directeur Chris Moris. “Door de wet van vraag en aanbod schiet de prijs dan ook de hoogte in.”
In België zijn er drie bedrijven die bio-ethanol produceren: Alco Bio Fuel in Gent, Syral Tereos in Aalst en Bio Wanze van Tiense Suiker. Samen zijn ze goed voor een honderdtal werknemers en een verbruik van één miljoen ton graan per jaar. De bedrijven ontkennen dat ze de markt ontwrichten. “Wat wij aan graan verbruiken, is maar een fractie van de wereldproductie, waardoor niet wij de prijs beïnvloeden”, benadrukt Olivier Van Rompaey, operationeel verantwoordelijk van Alco Group.
Volgens De Tijd lijken de cijfers dat te bevestigen. Prognoses van de Europese Commissie wijzen erop dat dit jaar iets meer dan 282 miljoen ton graan wordt geproduceerd in Europa. Daarvan gaat 4,2 procent naar bio-energie. In 2011 was dat 3,8 procent. Het aandeel graan dat naar veevoeders gaat, weegt veel zwaarder. Maar doordat Europa vandaag meer biodiesel dan bio-ethanol aanmaakt, ligt het knelpunt bij de plantaardige vetten want in Europa wordt vooral biobrandstof uit koolzaad en sojaolie gemaakt.
Ook al nuanceren de producenten van biobrandstoffen de problematiek, ze treffen de voedingsindustrie ontegensprekelijk dubbel: met gewassen en met oliën, redeneert de krant. “Toch vind ik dat de topman van Nestlé kort door de bocht gaat”, meent Hendrik Lemahieu van de Belgian Bio-ethanol Association. “Europa heeft die vier procent ingeroepen uit bezorgdheid voor het milieu. Dat is een heel ander verhaal dan in de VS. Europa heeft de productie van gewassen onderzocht en op basis daarvan bepaald hoeveel naar biobrandstof kon gaan. Dat was eigenlijk 14 procent. We zijn daar met vier procent nog ver van af en zelfs de doelstelling van tien procent in 2020 is haalbaar.”
Bron: Boerderij/De Tijd
In samenwerking met: Boerderij