Werkgevers niet tevreden met definitie 'fair trade'

In de Kamercommissie voor het Bedrijfsleven luisterden de parlementsleden dinsdag naar de opmerkingen van het 'sociale en economische middenveld' op de inhoud van drie wetsvoorstellen over de invoering van criteria inzake 'eerlijke handel'. In de voormiddag kwamen de ngo's aan het woord, onder meer Max Havelaar en Oxfam Wereldwinkels, nadien volgden de consumentenorganisatie Test-Aankoop, de vakbonden en de werkgeversfederaties. De ondernemers lieten er hun afkeuring horen over de manier waarop de parlementsleden van (vooral) de groene en de socialistische partijen het begrip 'eerlijke handel' omschrijven in hun wetsvoorstellen.

"Ondernemers vinden duurzame handel zeer belangrijk", luidde het in koor bij VBO, Voka en Unizo. "Maar de wetsvoorstellen zouden het terrein voor eerlijke handel juist inperken". De werkgeversorganisaties kanten zich tegen een te strenge juridische verankering van het begrip 'eerlijke handel'. "De huidige wetsvoorstellen interpreteren het begrip te eng, louter volgens de fairtrade-definitie. Zo suggereren ze dat bedrijven die een eigen invulling geven aan duurzaamheid en hiernaar handelen, niet bijdragen tot een betere situatie in de productielanden. Hierdoor wordt deze groep bedrijven gediscrimineerd. Ondernemers worden op die manier uit de markt van de openbare aanbestedingen geweerd omdat hun eigen duurzame initiatieven en gedragscode niet worden erkend".

De parlementsleden hebben enkel oog voor fairtrade-gelabelde initiatieven, luidt de kritiek. "Dat leidt tot een concurrentienadeel voor ondernemers op consumentenmarkten als koffie of fruit. Er zijn nochtans geen objectieve argumenten of criteria die een wetgeving voor fair trade noodzakelijk maken. De voorliggende wetsvoorstellen behandelen een zeer beperkt onderdeel van de economische relaties tussen Noord en Zuid en beperken ze bovendien tot een zeer strikt aantal omschreven spelers. De basis om een exclusief label toe te kennen aan deze beperkte reeks activiteiten van overheidswege is dus zeer smal".

De werkgeversfederaties roepen de overheid op om "het gelijkheidsbeginsel te respecteren en alle aanbieders van duurzame producten dezelfde kansen te geven". Anders zal het uiteindelijke doel - maatschappelijk verantwoord ondernemen meer ingang doen vinden - niet worden bereikt, vrezen Unizo, Voka en VBO. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van de ngo's komen volgende week samen om een gezamenlijke gedragscode over duurzame handel uit te werken. "Dergelijke gedragscode is een flexibeler instrument, dat veel gemakkelijker dan wetgeving aangepast kan worden aan veranderende omstandigheden. En dergelijke gedragscode maakt wetgeving overbodig", aldus de werkgevers. De Kamerleden van de commissie Bedrijfsleven spreken volgende week een timing af voor de verdere bespreking van de drie wetsvoorstellen.(KS)