Weldra drooginstallatie op restwarmte Antwerpse haven?
nieuwsIn en rond het de haven van Antwerpen is een nieuwe generatie vooruitstrevende landbouwondernemers opgestaan, die continu nieuwe technologieën opzoekt. Eén van de pistes is om oogsten marktklaar te drogen in een CO2-arme drooginstallatie op industriële restwarmte. Zo’n installatie zal elke landbouwer een pak aardgas en 200 ton aan CO2-uitstoot besparen. Dat is het equivalent van 20 westerse mensen. Onlangs zette Koen Bosmans, zaakvoerder van CEE-engineering, een eerste stap in die richting. “Eind februari hebben we het idee toegelicht aan de landbouwers in het grensgebied tussen Vlaanderen en Nederland op Linkeroever. Ze zijn heel geïnteresseerd in zo’n drooginstallatie, op voorwaarde dat de kost niet te hoog is.”
Koen Bosmans is expert in energie-efficiëntie in industriële warmteprocessen. Via een ecoloog bij het Regionaal Landschap kwam hij te weten dat bepaalde teelten – graangewassen, luzerne, grasklaver onder andere – gedroogd moeten worden. “Zo’n droogproces kan je op twee manieren doen. Ofwel doe je dat op hoge temperaturen, waarvoor je brandstof nodig hebt die je moet aankopen en waarmee je CO2 in de lucht pompt. Ofwel gebruik je de kennis en technologie over het efficiënt delen van industriële restwarmte, die we vandaag al hebben.”
Hij koos voor de tweede mogelijkheid en verdiepte zich in de materie. “De eerste case heb ik een half jaar geleden uitgerekend. Een boer die een Luzerne-oogst van 100 ha droogt met een drooginstallatie op restwarmte, bespaart jaarlijks 1000 MWh (LHV) aan aardgas en 200 ton aan CO2-uitstoot per landbouwer. Dat is het equivalent van 20 westerse mensen.” Bij die resultaten zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen. Door restwarmte te gebruiken, moet de drooginstallatie op lagere temperaturen draaien, wat het proces vertraagt. Er is ook een bepaalde hoeveelheid te drogen product nodig om alles rendabel te houden. Volgens Koen Bosmans zou er op zijn minst 100 ha moeten zijn met voldoende diverse te drogen gewassen om de drooginstallatie meer dan 5000 uren op jaarbasis draaiende te kunnen houden.
“Niet alle boeren komen daaraan, dus zouden we het zien als een vorm van samenwerking tussen de plaatselijke landbouwers. Zij investeren dan samen in de drooginstallatie, waar iedereen zijn producten naartoe kan brengen”, verduidelijkt hij. Het financieel plaatje is nog niet helemaal duidelijk, maar Koen Bosmans gelooft sterk dat het rendabel zal zijn voor de landbouwer. Voor de aanvoer van de restwarmte zelf, denkt hij aan de Antwerpse haven. “Uit studies die CEE bij bedrijven heeft uitgevoerd, blijkt dat er - zelfs als wij de processen voor hen optimaliseren - altijd restwarmte overblijft, die de bedrijven intern niet kwijt kunnen. Daaruit ontstond het idee dat de buurman van die fabriek die warmte misschien wel zou kunnen gebruiken, zodat hij geen aardgas moet verbranden om zelf in zijn warmtebehoefte te voorzien.”
Het innovatieve idee kon op veel bijval rekenen bij landbouwers in het grensgebied tussen Vlaanderen en Nederland. “Dat bevestigt wat ik via het Regionaal Landschap al te horen kreeg, dat de boeren echt wel vragende partij zijn naar nieuwe technologie. De nieuwe generatie is daar sterk mee bezig en is net zo zeer ondernemer als ik”, besluit Koen Bosmans.