“Wees spaarzaam met (kraan)water”

Willen we extreme droogte tegengaan, zullen we anders met water moeten omgaan, vindt Robin Verachtert, beleidsmedewerker bij Natuurpunt. Er is dringend nood aan een waterbeleid dat onder meer de verharding aanpakt, regenwater maximaal opvangt en waterbesparende maatregelen voor de landbouw invoert. Daarnaast moeten ook huishoudens 2 keer nadenken vooraleer ze de kraan opendraaien om gazons te sproeien of auto’s te wassen. Zo luidt de oproep althans van Carl Heyrman, topman van Aquaflanders.
27 april 2020  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:54
Willen we extreme droogte tegengaan, zullen we anders met water moeten omgaan, vindt Robin Verachtert, beleidsmedewerker bij Natuurpunt. Er is dringend nood aan een waterbeleid dat onder meer de verharding aanpakt, regenwater maximaal opvangt en waterbesparende maatregelen voor de landbouw invoert. Daarnaast moeten ook huishoudens 2 keer nadenken vooraleer ze de kraan opendraaien om gazons te sproeien of auto’s te wassen. Zo luidt de oproep althans van Carl Heyrman, topman van Aquaflanders.
Het was snel gedaan met de euforie over de kletsnatte februarimaand. Sindsdien heeft het nauwelijks geregend en stevenen we opnieuw af op een droogtejaar met extreem lage grondwaterpeilen. Volgens professor Patrick Willems is 2020 nu al het jaar met de droogste start in 100 jaar tijd.
 
“Hoe kan het toch dat Vlaanderen voor het derde jaar op rij afstevent op een extreem droog jaar?”, vraagt Robin Verachtert zich af in een opiniestuk dat in De Standaard verscheen. Er is wetenschappelijke consensus dat klimaatverandering leidt tot langere periodes van droogte. Vlaanderen krijgt, door onder meer de hoge bevolkingsdichtheid, het label ‘extreme waterschaarste’ opgeplakt. Als enige regio in West-Europa. Het watertekort loopt nog meer op omdat burgers, industrie en landbouw steeds meer grondwater gebruiken.
 
Die race to the bottom kan volgens Verachtert alleen maar dramatisch aflopen. “De manier waarop we vandaag met water omgaan, moet volledig op de schop”, stelt hij. Hij ziet kansen om de aanpak van ons waterbeleid nog meer te baseren op de Europese waterwet, de Kaderrichtlijn Water. “Die vertrekt vanuit de filosofie dat het ecosysteem te ­allen tijde centraal moet staan in het streven naar propere waterlopen en robuuste grondwaterstanden. Pas daarna kunnen economische sectoren zich via een integrale aanpak enten op het beschikbare water.”
 
Samenwerken met ons natuurlijke ecosysteem betekent dat we ook op het platteland anders met water moeten omgaan. “Water moet nog meer kunnen infiltreren. Hoe beter de watervoorraad in de winter wordt aangevuld, hoe minder problemen in de zomer”, gaat Verachtert verder. “Daarnaast is water oppompen uit de diepe grondwaterlagen geen antwoord op klimaatverstoring, gezien de grotere kans op droogtrekken van de omgeving. Erger nog: de te snelle afvoer van regenwater via grachten en greppels nadien willen compenseren door grondwater op te pompen, leidt net tot extra druk op ons watersysteem. De voorkeur moet dan ook gaan naar maatregelen die de systemen minder kwetsbaar maken. Denk aan waterbesparende maatregelen zoals druppelirrigatie in de landbouw en de striktere toepassing van de juiste teelt op de juiste plaats.”
 
Verachtert hekelt ook de ‘schabouwelijke’ ruimtelijke ordening. “Stoppen met nieuwe ruimte aan te snijden is een absolute voorwaarde”, betoogt hij. “Vandaag vloeit er door onze betonhonger letterlijk te veel water naar de zee. Een strenger infiltratiebeleid is nodig. De invoering van een infiltratiebonus, waarbij burgers en bedrijven financieel beloond worden als ze regenwater op hun grond in de bodem laten doorsijpelen, is een veelbelovende piste.” Maar ook investeren in natuur is een kostenefficiënte oplossing.
 
Daarnaast is het voor Verachtert cruciaal om steden en dorpen zo in te richten zodat het regenwater maximaal opgevangen wordt, naar het voorbeeld van de Chinese ‘sponge cities’. Het opgevangen water wordt er gebruikt voor de irrigatie van tuinen en voor de huishoudens.
 
Dat zou alvast een oplossing zijn voor het vele kraantjeswater dat vandaag in Vlaanderen gebruikt wordt voor toepassingen waarvoor drinkwater niet nodig is. Carl Heyrman, directeur van Aquaflanders, de koepel van de Vlaamse water- en rioleringsbedrijven, roept op om voorzichtig om te springen met kraanwater. "We raden aan om dit zo min mogelijk te gebruiken voor bijvoorbeeld het sproeien van onze gazons en het wassen van auto's", zegt Heyrman.
 
Ondanks de lage grondwaterstanden, moeten we nog niet meteen vrezen dat er geen water meer uit de kranen zal komen. "Het peil van de waterlopen waaruit water wordt onttrokken, is momenteel normaal. Bovendien zijn de spaarbekkens op dit ogenblik maximaal gevuld en kunnen de waterbedrijven een grote periode van eventuele droogte overbruggen", aldus Heyrman.
 
Dat we de komende zomer wellicht allemaal in eigen land zullen doorbrengen wegens de coronapandemie, hoeft ook niet noodzakelijk een probleem te betekenen. "De weersomstandigheden hebben een grotere impact op het waterverbruik dan het feit of mensen al dan niet thuis zijn. We verbruiken dus meer water bij warm én droog weer", zegt Heyrman. "Als we een droge zomer tegemoet gaan waarin we met z'n allen thuis blijven, dan kan het zijn dat we meer water gaan gebruiken. Dit zou echter een ander verhaal worden, mocht het een natte en iets koudere zomer worden. We zijn dan ook voorzichtig in de prognoses."
 
Op dit moment heeft de coronacrisis overigens niet meteen een impact op het totale waterverbruik in Vlaanderen. "Wat we wél zien, is dat het waterverbruik aan de kust meer dan 30 procent lager lag de voorbije weken. Daar zien we wel een verband met de coronamaatregelen. Minder mensen spendeerden hun vakantie of weekend aan de kust", aldus Heyrman.

Bron: De Standaard / Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek