Waterbedrijven alarmeren over drinkwater uit Nederland dat “7 miljoen mensen niet beschermt”
nieuwsDe vereniging van drinkwaterbedrijven RIWA-Maas trekt aan de alarmbel. De rivier biedt ter hoogte van Nederland drinkwater voor zeven miljoen mensen, maar het water bevat persistente, mobiele en toxische (PMT-)stoffen zoals PFAS. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas, verwijst naar verouderde en onvolledige vergunningen van industriële bedrijven als deel van het probleem. Vlaanderen capteert drinkwater uit onder andere het Albertkanaal, een aftakking van de Maas, maar blijft gespaard van de vervuiling.
Industrieel afvalwater wordt zowel via de riolering als direct in rivierwater geloosd. Bedrijven hebben hiervoor een vergunning nodig, maar in Nederland zijn een groot deel van de bestaande lozingsvergunningen verouderd. Dat betekent dat slechts een beperkt aantal verplicht te meten stoffen in deze vergunningen zijn opgenomen. “Een gebrek aan transparantie”, stelt RIWA-Maas. De waterbedrijven hekelen hoe dit een oneerlijke situatie teweegbrengt voor bedrijven die wél een actuele vergunning hebben.
Eerlijkheid afgestraft
Voor onze drinkwatervoorziening is het essentieel om te weten van waaruit er afvalwater wordt geloosd in onze rivieren, en welke schadelijke stoffen deze lozingen precies bevatten. Zo kan de overheid hen verplichten om deze lozingen te reduceren. In de praktijk worden dus enkel de bedrijven die hun lozingen eerlijk aangeven, ‘gestraft’ met emissieverlagende doelstellingen. “Het is onwenselijk dat juist de bedrijven die transparant zijn onder vuur liggen”, zegt Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas. “Hierdoor bestaat het risico dat andere bedrijven koudwatervrees krijgen en zich terughoudend zullen opstellen om volledig transparant te zijn over welke stoffen zich specifiek in hun afvalwaterstromen bevinden.”
De Nederlandse Rijkswaterstaat, één van de vergunningverleners, heeft de afgelopen jaren 200 van de 1.400 vergunningen herzien. Maar van de indirecte lozingen is zeer weinig in beeld. “Het is zaak om haast te maken om alle vergunningen op orde te krijgen”, zegt Joyce Nelissen, voorzitter van RIWA-Maas. “Dat zorgt voor overzicht én een gelijk speelveld voor bedrijven die vergunningen moeten aanvragen. Zo worden bedrijven gestimuleerd om transparant te zijn over welke stoffen ze lozen in het milieu.”
RIWA roept alle bevoegde overheden op om een volledig overzicht van alle directe en indirecte industriële lozingen in het hele (internationale) Maas-stroomgebied op te stellen, met haast. Volgens van der Ploeg kan volgens onze huidige werkwijze “onmogelijk de waterkwaliteit van de Maas effectief bewaakt worden”. De doelstellingen ter verbetering van de waterkwaliteit blijven zo dus onhaalbaar.

Vlaams water
Maar hoe zit het in Vlaanderen? Katrien Smet van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) benadrukt dat de problematiek zich in Nederland bevindt. “In Vlaanderen zit er geen industrie op de Maas”, zegt ze. “Er is maar één bedrijf, een rioolwaterzuiveringsinstallatie. En voor de duidelijkheid: we capteren geen water rechtstreeks uit de Maas, wel uit het Albertkanaal. Al staan die in verbinding met elkaar, natuurlijk. Hoe dan ook: de waterkwaliteit is in Vlaanderen goed en wordt heel hard gemonitord. Al zijn we een zeer kleine regio met zeer veel druk vanuit de landbouw, denk bijvoorbeeld aan het pesticidegebruik in de Blankaart.”
Volgens André Gantman, directeur van het Antwerpse bedrijf water-link, is er bij ons geen reden voor bezorgdheid. “Wat betreft de verouderde vergunningen: dat is een Nederlands probleem. De vergunningen in Vlaanderen zijn tijdelijk en permanent voor wijziging vatbaar. In Nederland niet. Onze noorderburen zijn de laatste vier jaar vier maal op de vingers getikt door de Europese commissie omdat de vergunningen nooit gecontroleerd en aangepast worden. Onze collega’s, de Nederlandse watergroepen, hebben dikwijls op tafel geklopt bij de Nederlandse regering voor een aanpassing van de regelgeving, maar dat is nog niet gebeurd.”
De resultaten van het RIWA-verslag verbazen Gantman niet. “Zulke resultaten lees ik al vier jaar op rij. Elk jaar opnieuw worden we geconfronteerd met dezelfde opmerkingen.”
Stringente controle
Volgens de directeur wordt het Vlaams drinkwater met de grootste zorg gecontroleerd. “Wanneer er afvalwater geloosd moet worden, wat zeer zelden gebeurt, moet men eerst advies inwinnen bij ons en bij VMM, de Vlaamse Milieumaatschappij. Als wij vinden dat een dossier niet oké is, wordt er niet geloosd. Punt. In tegenstelling tot wat men denkt, is men in Vlaanderen veel strenger dan in Nederland."
“De monitoring van ons drinkwater gebeurt op een heel stringente manier”, voegt Gantman toe. “We spreken over duizenden stalen die jaarlijks worden afgenomen en gecontroleerd in ons labo. Water is essentieel, een voedingsproduct. Dus de kwaliteit moet perfect zijn.”

Bron: Eigen berichtgeving