Wat met de korte keten na de coronacrisis?

De korte keten kwam door de coronacrisis heel sterk in the picture. Dat merken ze ook bij het Steunpunt Korte Keten. “We horen dat veel hoevewinkels omzetstijgingen noteren van twee, drie, tot soms vier keer de normale omzet”, zegt Ann Detelder, coördinator van het Steunpunt Korte Keten. “Na augustus is dat een beetje afgezwakt, maar als we de verkopen van september 2019 vergelijken met die van september 2020, dan zitten die laatste nog altijd op een hoger niveau. De interesse in de korte keten is dus voor een stukje blijvend, maar we zullen niet alle klanten kunnen vasthouden.”

Korte keten wel ingebed in het beleid

Hoewel de interesse dus toegenomen is, zijn er in Vlaanderen geen plannen om een taskforce zoals in Nederland op te richten. “We staan in nauw contact met het kabinet-Crevits en de minister is de korte keten ook heel genegen”, reageert Ann Detelder. “Maar voor een vergelijkbare taskforce, daar zijn nog geen concrete plannen voor.”

De korte keten is wel ingebed in het verhaal van lokaal voedsel, Vlaamse kost. “Het thema zal zeker meegenomen worden om lokale voeding te promoten en consumenten aan te sporen om lokaal te gaan aankopen, maar het is geen beleid dat enkel op de korte keten gericht is”, gaat Ann Detelder verder. “Het is een beleid rond lokale voeding. De minister pakt het dus iets anders aan dan haar Nederlandse collega.”

Interesse ook bij landbouwers groot

De toegenomen interesse in de korte keten vertaalt zich ook in het aantal adviesaanvragen dat het Steunpunt Korte Keten krijgt. “We zien eigenlijk al elk jaar een lineaire stijging in het aantal adviesvragen”, zegt Ann Detelder. “Maar in 2020 zagen wel een plotse, sterke stijging. Zo kregen we in 2019 630 adviesvragen en in 2020 bijna 950.”

Ook landbouwers zelf zien toekomst in de korte keten, ook na de coronacrisis. “We zijn nu halverwege februari 2021 en we kregen nu al een kleine 130 vragen”, weet Ann Detelder. “Als we die lijn doortrekken, zullen we ook dit jaar een stijgende trend zien.”

Bovendien is ook de reden om met korte keten verkoop te beginnen veranderd. “Zo’n 15 jaar geleden was die reden vooral: financiële noodzaak. Maar nu is het echt een bedrijfsdoel. Mensen willen op een andere manier aan landbouw doen, op een andere manier ondernemen binnen de landbouwsector. Voor hen is de korte keten die andere manier om te groeien.”

Dat vraagt van het Steunpunt Korte Keten een enorme aanpassing. “We begeleiden bedrijven nu over een langere tijd en de vragen van ondernemers zijn veel complexer geworden”, zegt Ann Detelder. “De landbouwers die bij ons aankloppen zoeken naar een manier om hun onderneming uit te bouwen, het gaat al lang niet meer over ‘mag ik op mijn bedrijf bloemkolen en aardappelen verkopen?’”.

Trajectbegeleiding

Kleine bedrijven die willen starten in de korte keten kunnen nu ook makkelijker VLIF steun aanvragen. “We hebben een traject doorlopen met het VLIF om de steun ook af te stemmen op de korte keten”, reageert Ann Detelder. “Dat was een heel goede samenwerking en voor kleine bedrijven die willen starten in de korte keten is de VLIF steun nu een stuk toegankelijker geworden.”

Het Steunpunt Korte Keten kreeg vanuit het beleid ook de vraag om in te zetten op trajectbegeleiding van ondernemers. “We willen daar vanaf dit jaar ook volledig voor gaan”, reageert Ann Detelder. “Ondernemers kunnen bij ons terecht voor een volledige begeleiding, van idee tot de definitieve uitbouw van hun businessmodel. Het is echt onze de bedoeling om een expertisecentrum uit te bouwen.”