Wageningen klaar voor veldproef met ggo-aardappel

"Alleen tijdens het onderzoek worden tij­delijk merkers ingebouwd om snel te kunnen bepalen of de aard­appelen de gewenste resistentie hebben. Maar wanneer de aardappelen op de markt komen zijn alleen aardappelgenen ingebouwd", aldus Lotz. Volgens het Nederlandse ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) zijn de risico’s voor het milieu verwaarloosbaar klein. Daar­om heeft het ministerie een ontwerpvergunning opgesteld waar­voor tot en met 18 november een inspraakprocedure loopt.

"Het onderzoek maakt deel uit van een groter project", zegt Lotz. "We hopen binnen acht jaar een praktijkrijpe aardappel te hebben die resistent is tegen phytophthora. Daar kunnen de veredelingsbedrijven dan mee aan de slag. De aardappelen krijgen meer­dere resistentiegenen omdat een enkelvoudige resistentie snel doorbroken wordt. Het door­breken van meerdere resistentiegenen tegelijkertijd is een stuk lastiger. Door­dat de resistenties in een ras ook nog van jaar tot jaar afgewisseld gaan worden, maken we het de aardappelziekte helemaal moeilijk om de resistentie te doorbreken".

"Het inbouwen van multiresi­stentie via gewone kruising kan wel dertig jaar duren", aldus Lotz. "Met gewone kruisingen krijgt de aardappel ook ongewenste eigen­schappen mee van de wilde soorten. Dat voorkom je bij genetische modificatie". Lotz vindt het project van groot belang. "Het Nederlandse landbouwministerie staat vierkant achter het project. Het grootste deel van de pesticiden wordt vandaag ge­bruikt voor de bestrijding van phytophthora. Dat betekent veel kosten voor de teler en een zware belasting voor het milieu. Het is dus van belang zo’n ziekte onder de duim te houden".(MP)