Vrees voor faillissementen in Franse pluimveesector

De intern ernstig verdeelde Franse pluimveesector verkeerde al in crisis voordat zaterdag definitief vast kwam te staan dat er een eend bezweken is aan de beruchte variant van het vogelgriepvirus. Al voor het virus Europa bereikte, waren de Franse consumenten al schichtig geworden. De kipconsumuptie daalde in januari en februari met een zevende en die van gevogelte met een kwaliteitslabel zelfs met 20 procent. Dat brengt veel toch al wankele pluimveebedrijven aan de rand van het faillissement.

De boerenbonden vrezen dat de consumptie nog verder zal afnemen. "Iedereen in de pluimveesector moet nu extra inspanningen doen om te benadrukken dat de consumptie van gevogelte geen gevaar voor de volksgezondheid inhoudt", zegt een woordvoerder van een sectororganisatie. De bonden zijn laaiend op de Franse regering. Vooral minister van Landbouw, Dominique Bussereau, moet het zwaar ontgelden. Diens voorstel om 5 miljoen euro uit te trekken om de ergste nood van de pluimveehouders te lenigen, werd door de voorzitter van de grootste boerenvakbond FNSEA, Jean-Michel Lemétayer, weggehoond.

Frankrijk heeft de grootste pluimveestapel van Europa. Volgens een telling uit 2001 houden Franse boeren 230 miljoen stuks pluimvee. De meeste pluimveebedrijven bevinden zich in Bretagne en in de Loire-streek. In de kippenstreek bij uitstek, Bresse, hebben pluimveehouders om een vrijstelling van de ophokplicht gevraagd. De regels om een kip met het keurmerk 'poulet de Bresse' te mogen verkopen, stellen dat een Bresse-kip minstens negen weken lang vrij buiten rond kan lopen.

Normaal beginnen woensdag in drie Franse kustregio's inentingsprogramma's voor gevogelte dat niet opgehokt kan worden. Veel pluimveehouders vrezen dat het inenten van de 900.000 ganzen en kippen in de drie departementen ertoe zal leiden dat landen als Japan en de VS een importverbod op Franse ganzenlever zullen afkondigen.