"Voedsel hoort thuis op een bord, niet in de tank"

Het aandeel biobrandstoffen op basis van voedingsstoffen zoals soja, tarwe of maïs in de vervoerssector wordt de komende jaren afgebouwd. De Kamercommissie Energie heeft daarvoor dinsdag in eerste lezing een wetsontwerp goedgekeurd, maar op vraag van oppositiepartij N-VA komt er nog een tweede lezing. "Wereldwijd pieken voedsel- en energieprijzen omwille van de oorlog in Oekraïne, het is nu zeker niet te verantwoorden landbouwgewassen in te zetten voor de productie van biobrandstoffen”, aldus minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) uit.

28 juni 2023  – Laatst bijgewerkt om 28 juni 2023 14:06
Lees meer over:
maisveld

De wettekst zet de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II) om. Die verplicht ons land om tegen 2030 in de transportsector een aandeel energie uit hernieuwbare bronnen van 14 procent te bereiken. Het aandeel biobrandstoffen op basis van voedsel- en voedergewassen - de eerste generatie biobrandstoffen - wordt begrensd op maximaal 7 procent, terwijl het aandeel biobrandstoffen op basis van afvalstoffen moet dalen naar 1,7 procent.

Het ontwerp van Van der Straeten voert een afbouwscenario in voor de eerste generatie biobrandstoffen. "Kostbaar voedsel inzetten voor de productie van biobrandstoffen kost mensen meer geld aan de pomp en is slecht voor het klimaat. Voedsel hoort thuis op een bord en niet in de tank. Zeker op een moment dat voedsel- en energieprijzen wereldwijd stijgen", aldus de minister.

De Europese richtlijn schrijft ook voor dat biobrandstoffen die zijn gemaakt uit grondstoffen met een groot risico op indirecte veranderingen in landgebruik moeten worden beperkt. Ons land heeft daarvoor al een wet goedgekeurd, die de stimulus voor palmolie uitfaseert sinds 1 januari 2023. Vanaf 1 juli 2023 volgt soja-olie.

Technologieneutraliteit

Het ontwerp creëert voorts meer technologieneutraliteit. Daardoor worden ook de energievectoren waarvan wordt verwacht dat ze een steeds belangrijkere rol zullen spelen in de transportsector, mee gestimuleerd. Het gaat daarbij om meer elektrificatie.

Tot slot voorziet de tekst in de oprichting van een register, waarbinnen brandstofleveranciers hun leveringen van hernieuwbare energie aan de transportsector kunnen registreren en daarvoor in ruil energie-eenheden ontvangen. Nadien kunnen ze die energie-eenheden verhandelen en dan wel zelf bijhouden. Eén keer per jaar moeten de oliemaatschappijen en leveranciers van gasvormige brandstoffen energie-eenheden inleveren om te bewijzen dat zij aan de doelstellingen hebben voldaan.

Bron: Belga / Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek