VLAM-campagne wil consument informeren over duurzaamheidsinspanningen in landbouwsector

Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) wil tot het tot eind van 2024 talloze duurzaamheidsinitiatieven van de Vlaamse aardappel-, groente- en fruitsector in de verf zetten. De campagne moet om bewustzijn en de kennis van consumenten over de verduurzaming van de landbouw vergroten. “Precisielandbouw is de toekomst en kan een belangrijk verschil maken qua duurzaamheid in de Vlaamse aardappel-, groente- en fruitteeltsector (AGF)”, zegt Nele Van Avermaet van VLAM. ”Zeker in deze tijden van droogte, hoge energieprijzen en dergelijke is het belangrijk om zo efficiënt mogelijk aan landbouw te doen.”

1 op 3

Ongeveer een derde van de West-Vlaamse tractoren is uitgerust met zeer nauwkeurige GPS-technologie”, weet Eva Ampe van Inagro. “De heilige graal van de precisielandbouw is de taakkaart, een enorme precisie kaart van een veld die alle gegevens samenbrengt en de machines aanstuurt. We kunnen met drones en infraroodcamera’s onkruiden gaan opsporen, met oogstmachines kan je de opbrengsten gaan meten, met bodemscans kan je gaan bepalen of er extra stikstof of kalk nodig is. De wetgeving wordt steeds strenger, de grondstoffen steeds duurder. Uiteindelijk is het de boer die alles samenbrengt, die de weeromstandigheden kent, de geschiedenis van een perceel. De taakkaart is de toekomst, maar het staat het nog altijd ten dienste van de boer, en daar gaan we nu met kleine tussenstapjes naartoe.”

Jan Provoost van Agrifac presenteerde er een spuitwagen met pulserende doppen: “Het voordeel van deze doppen is enerzijds dat er – of je nu traag of snel rijdt – een constante druk kan bewaard blijven waardoor je veel minder drift hebt van bestrijdingsmiddelen naar de omgeving. Anderzijds kan je veel preciezer gaan werken. Europa vraagt ons om tegen 2030 het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met de helft te reduceren. Hier kan je bijvoorbeeld de doppen instellen dat ze alleen spuiten op het blad met een heel specifiek insectenmiddel, terwijl tussen de rijen mechanisch kan geschoffeld worden. Deze machine stelt ons in staat om de breed werkende middelen af te bouwen en alleen te spuiten waar nodig.”

Frustrerend voor Provoost en Agrifac is dat de overheid wel ambitieuze doelen stelt, maar achterloopt in de erkenning van innovatieve technieken: “Onze pulserende spuitkoppen staan technisch volledig op punt, maar zijn nog altijd niet erkend als driftreducerende techniek. In België speelt het communautaire: landbouw is regionaal, maar gewasbeschermingsmiddelen zijn nog altijd federaal en de overheden kijken naar elkaar. In Nederland is het niet veel beter: op de universiteit van Wageningen hebben een tweetal ambtenaren een bureau om al die resultaten na te kijken, maar ze zitten daar met een berg papier voor zich waar ze zich geen meester over zien.”

Robots

De meeste van die innovatieve technieken zijn vandaag al in gebruik. Maar ILVO, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek uit Merelbeke demonstreerde de CIMAT, een autonoom landbouwvoertuig dat ze binnenkort willen commercialiseren. “De toekomst voor deze robot op batterijen zit in de high value crops zoals groenten en in teelten op bedden zoals aardappelen”, zegt David Nuyttens van ILVO. Met de CIMAT werd in mei nog een demonstratie gedaan in een aardappelveld waarbij een drone real time gegevens doorzond naar een onkruidbrander.

De beperking van de CIMAT was het batterijleven van een achttal uur. Jan Vanwijnsberghe van Inagro demonstreerde de Robotti, die op diesel zo’n 20 uur autonoom op een akker kon werken. “Alles is aan elkaar gekoppeld, als de breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen er uit gaan, dan moet er meer mechanisch geschoffeld worden. Maar dat betekent traag en precies door het veld gaan. Dat is een pak duurder dus dan spuiten. De autonome robots kunnen dat werk overnemen van mensen, al is dat ook nog toekomstmuziek. Het wetgevend kader voorziet nu nog dat er altijd toezicht moet zijn, maar als de Robotti een obstakel tegenkomt, schakelt hij zichzelf uit.”

Ongeveer de helft van de Vlaamse landbouwers werkt vandaag al met een of andere vorm van precisielandbouw, besloot Eva Van Avermaet van VLAM. “Het World Economic Forum becijferde in 2018 dat precisielandbouw 5 tot 20 miljoen ton broeikasgassen kan uitsparen, als tegen 2030 tussen de 15 en de 25 procent van de akkerbouwbedrijven de technologie toepast. De opbrengst zou met 300 miljoen ton stijgen en de kosten voor de landbouwers met 100 miljoen dollar dalen. Onze Vlaamse boeren tonen de weg.”