Vlaamse land- en tuinbouwsector steeds innovatiever

De Vlaamse land- en tuinbouwers gaan steeds innovatiever te werk. Dat blijkt uit een enquête die Vlaams Landbouwminister Kris Peeters liet uitvoeren bij de deelnemers aan het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). Jonge, goed opgeleide bedrijfsleiders en grote bedrijven innoveren het meest, terwijl de sierteeltsector veruit de hoogste innovatiescore haalt.
16 oktober 2013  – Laatste update 14 september 2020 14:23
Lees meer over:

De Vlaamse land- en tuinbouwers gaan steeds innovatiever te werk. Dat blijkt uit een enquête die Vlaams Landbouwminister Kris Peeters liet uitvoeren bij de deelnemers aan het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). Jonge, goed opgeleide bedrijfsleiders en grote bedrijven innoveren het meest, terwijl de sierteeltsector veruit de hoogste innovatiescore haalt.

Vijf jaar geleden ondervroeg het Departement Landbouw en Visserij voor het eerst de Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven over hoe innovatief hun bedrijfsvoering is. Dit jaar liet minister-president Peeters de enquête nog eens overdoen. Het gaat daarbij over het ontwikkelen van nieuwe producten, technieken, organisatievormen, manieren van vermarkten en andere vernieuwingen op bedrijfs- en ketenniveau.

Meer dan de helft van de bedrijfsleiders antwoordt positief op de vraag of er de voorbije vijf jaar vernieuwingen zijn doorgevoerd op het bedrijf, een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2007. Er zijn enerzijds de innovaties die mikken op automatisatie en mechanisatie door een relatief beperkte arbeidsbeschikbaarheid. Anderzijds zijn verschillende infrastructuurverbeteringen gekoppeld aan wettelijke verplichtingen, zoals groepshuisvesting in de zeugenhouderij.

De analyse toont aan dat bedrijfsleiders de innovaties niet zelf ontwikkelen, maar dat zij de vernieuwing slechts in een latere fase op het bedrijf implementeren. In veel gevallen zijn het de leveranciers van machines, infrastructuur, voeders, enzovoort, die de innovatie ontwikkelen en vervolgens op de markt brengen. Uit de resultaten blijkt dat bedrijfsleiders vooral innoveren om een hoger inkomen te realiseren, arbeid te besparen en de kwaliteit te verbeteren. Daarbij werken ze steeds vaker samen, vooral met collega-landbouwers.

De tuinbouwsector heeft het grootste aandeel innovatieve bedrijven, met de sierteelt als absolute koploper. Gemengde en akkerbouwbedrijven innoveren het minst vaak, maar toch innoveert nog steeds veertig procent van die bedrijven. Jongere bedrijfsleiders innoveren vaker en kennen gemiddeld ook meer verschillende types innovatie. Hoe hoger het opleidingsniveau van de bedrijfsleider, hoe groter de kans op innovatie. Grotere bedrijven blijken dan weer innovatiever dan kleine.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is een belangrijk instrument en hulpmiddel voor het innovatieproces van de landbouw- en agrovoedingssector. Via cursussen, stages en demonstratieprojecten wordt aan landbouwers de kans geboden om zich bij te scholen over een brede waaier van onderwerpen, gaande van bedrijfseconomische boekhouding en management, over landschapsbehoud en milieubescherming, tot ICT en innovatie-toepassingen op het bedrijf. Bijna 7.000 landbouwers kregen daarenboven een bedrijfsadvies (BAS), aangepast aan hun specifieke bedrijfskenmerken.

Ook in het nieuwe programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO III) dat momenteel in voorbereiding is, wordt innovatie in de land- en tuinbouw als één van de prioritaire zwaartepunten naar voren geschoven. "Onderzoek en innovatie zijn zeer belangrijk voor een sector die zich steeds verder verduurzaamt. Door onze sector hierin te ondersteunen, helpen we onze landbouwers om hun koppositie in Europa op het vlak van productiviteit en toegevoegde waarde te bestendigen en te verstevigen", besluit minister-president Peeters.

Meer info: AMS-studie 'Innovatie in de land- en tuinbouw'

Bron: eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek