Verenigde Naties zamelen geld in voor Jemen en Irak

De Verenigde Naties luiden de noodklok voor Jemen, waar ongeveer 3,5 miljoen mensen honger lijden. Nog eens een miljoen mensen in het land op het Arabische schiereiland, die ook dringende voedselhulp nodig hadden, zijn verzorgd. Niet veel beter is het in Irak gesteld. Volgens de Voedsel- en landbouworganisatie van de VN zijn meer dan een miljoen mensen op de vlucht door de escalatie van het conflict. Onder hen veel landbouwers, terwijl het oogstseizoen er net zit aan te komen.

In Jemen lijden volgens de VN 3,5 miljoen mensen honger. Veel kinderen zijn acuut en sterk ondervoed. Eén Jemenitisch kind op de vijf heeft een te laag gewicht. In totaal heeft meer dan de helft van de ongeveer 24 miljoen inwoners van Jemen dringend humanitaire hulp nodig. De internationale gemeenschap heeft tot nu toe amper een derde beschikbaar gesteld van de in totaal 386 miljoen euro waar de VN begin dit jaar naar vroeg.

Niet ver daar vandaan, in Irak, staat de voedselzekerheid onder druk door het gewapend conflict. Sinds januari zijn ruim een miljoen Irakezen op de vlucht. In totaal zijn wel twee miljoen mensen op de dool, door de opeenvolging van conflicten in Irak en de burgeroorlog in Syrië. In het noorden van Irak verblijven wel 225.000 Syrische vluchtelingen.

Door de onrust in Irak, het tekort aan arbeiders en de onderbrekingen in het transport en de handel rust er een hypotheek op de voedselproductie in het land. De meest kwetsbare gezinnen zijn daardoor onzeker over de beschikbaarheid van basisvoedingswaren zoals tarwe voor bloem. Op de koop toe wordt de veestapel én de volksgezondheid bedreigd door allerlei dierziekten. In Irak worden 2,5 miljoen stuks rundvee, 8 miljoen schapen, 1,5 miljoen geiten en 38 miljoen kippen gehouden.

De FAO vraagt de internationale gemeenschap om 12,7 miljoen dollar voor noodhulp in Irak. Dit najaar is het geld al hard nodig opdat de boeren zaaizaad voor de wintergranen kunnen aankopen.