Toekomstige vraag naar voedsel valt te rijmen met natuurbehoud

In 2050 zullen er naar schatting 10 miljard mensen op onze planeet rondlopen. Om al die monden te voeden, zullen we veel meer landbouwgrond nodig hebben. Maar hoe doen we dat zonder de natuur en biodiversiteit hieronder te laten lijden? Een internationale groep wetenschappers tekende 4 strategieën uit.

31 december 2020  – Laatste update 31 december 2020 15:20
Lees meer over:

Volgens de onderzoekers is het mogelijk om zowel de natuur in stand te houden als voldoende voedsel te voorzien. Maar dat vraagt grote inspanningen en een proactief beleid. Hierover publiceerden ze een artikel in Nature Sustainability.

Op basis van satellietbeelden, die recente veranderingen in landgebruik tonen, brachten de wetenschappers in kaart hoeveel land er in het gedrang is. Aan de hand van prognoses over hoeveel landbouwgrond elk land denkt nodig te hebben in de komende jaren, trokken ze die lijn door. Hiervoor gebruikten ze een bijzonder geografisch model dat de aarde verdeelt in vierkanten van 1,5 kilometer.

Volgens hun berekeningen zullen we tegen 2050 wereldwijd 3,35 miljoen vierkante kilometer extra landbouwgrond nodig hebben. Die uitbreiding niet is alleen nodig om de extra monden te voeden, maar ook omdat het eetpatroon van de wereldbevolking uitbreidt.

Dit zal een grote impact hebben op de leefgebieden van wilde dieren. De wetenschappers namen ongeveer 20.000 diersoorten onder de loep. Bijna 90 procent daarvan zal zijn habitat zien verkleinen. Dat verlies loopt voor 1.280 soorten zelfs op tot een kwart of meer, met het risico op uitsterving.

Het gebied in Afrika, ten zuiden van de Sahara en de bossen in het zuidoosten van Brazilië zullen het ergst te lijden krijgen onder het verlies van leefgebied. Daar zullen volgens de onderzoekers ecosystemen aangetast worden die een belangrijke bijdrage leveren aan de wereldwijde biodiversiteit.

Op andere plaatsen, waaronder Europa, voorspellen de wetenschappers dan weer dat er eerder habitat zal bijkomen. Ze vermoeden immers dat het landbouwgebied zal dalen door hogere oogstopbrengsten. Ze stippen wel aan dat het lang kan duren voordat de natuur opnieuw de bovenhand krijgt in die gebieden.

Dat we het habitatverlies kunnen stoppen is een hoopgevende conclusie

Olivier Honnay - Bioloog KULeuven

4 strategieën

Het wordt een uitdaging om de vraag naar landbouwgrond in te dijken om de habitats te redden. Om dit te rijmen met de stijgende vraag naar voedsel, werkten ze 4 strategieën uit. Een eerste focust op meer opbrengsten per hectare, voornamelijk in Afrika. De tweede strategie streeft naar een voedingspatroon met minder vlees en zuivel. In een derde wordt de voedselverspilling gehalveerd en in de vierde strategie wordt waardevolle natuur meer gevrijwaard van landbouwuitbreiding.

Een combinatie van deze 4 strategieën resulteert volgens de onderzoekers in een vermindering van de behoefte aan 3,4 miljoen vierkante kilometer landbouwgrond. Het verlies aan habitats blijft in dit scenario beperkt tot 1 procent of zelfs nog minder. De auteurs zijn zich ervan bewust dat preventieve inspanningen een hele uitdaging zijn, “maar ze zijn onvermijdelijk als we bepaalde soorten willen redden”, schrijven ze.

“Dat we het habitatverlies kunnen stoppen is een hoopgevende conclusie”, reageert bioloog Olivier Honnay (KU Leuven) in De Standaard. Zelf maakte Honnay geen deel uit van het onderzoek, maar hij beoordeelt de studie wel als “zeer degelijk, met een indrukwekkende dataset”.

Hij benadrukt wel dat er grote verschillen zijn op regionaal vlak. Volgens hem zal de oogstopbrengst in Sub-Sahara Afrika moeten verdrievoudigen door massaal te investeren in duurzame intensivering van de landbouw, met actieve bescherming van de habitats. “Dat is de beste manier om de biodiversiteit daar te behouden”, stelt hij.

Wat met Europa? “Het ruimtebeslag door landbouw terugdringen, een ander dieet aannemen en de voedselverspilling tegengaan”, zegt Honnay. “In Europa gaat bijna een kwart van alle geproduceerde calorieën ergens in de voedselketen verloren. De helft daarvan op het bord van de consument. Als we daar iets aan doen, kunnen we hier weer landbouwland aan de natuur teruggegeven.”

Honnay plaatst wel nog een kritische voetnoot bij de studie. De wetenschappers hebben namelijk geen rekening houden met de impact van de klimaatverandering, al geven ze dat zelf wel toe. “Daardoor zijn hun voorspellingen mogelijk wat te rooskleurig.”

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek