Telersverenigingen willen samen sterker staan

In december kwamen vertegenwoordigers van telersverenigingen uit België, Nederland en Frankrijk samen om het vorige seizoen te evalueren, maar ook om de positie van de telers van industriegroenten te versterken en de nakende contractonderhandelingen voor te bereiden. “Het is jammer dat de risico’s van industriegroenten bijna volledig bij de producent liggen”, aldus Hilde Dhuyvetter, directeur van telersvereniging Ingro. “Het evenwicht in onze keten is zoek”, zo klinkt het dan weer bij Franse telersvereniging Cénaldi.

Tijdens een vergadering met vertegenwoordigers van telersverenigingen uit België, Nederland en Frankrijk werden meningen en ervaringen uitgewisseld. “Het doel van het overleg was om de marktsituatie te bespreken en de contractprijzen te vergelijken”, zo legt Hilde Dhuyvetter van Ingro uit. “Bovendien kan je veel leren uit alle andere voorwaarden die over de landen heen in de contracten staan, want er is meer dan de prijs alleen. Het zou goed zijn om bij toekomstig overleg ook telersverenigingen uit bijvoorbeeld Spanje, Portugal, Polen en Groot-Brittannië te laten aansluiten.”

“De risico’s die gepaard gaan met het telen van deze groenten staan spijtig genoeg niet in verhouding tot de beloning”, aldus Jan Roefs, voorzitter van LTO-vollegrondsgroenten in Nederland. En als het goed gaat, deelt de boer hier veelal niet in de winst, zo klinkt het op de website van Boerenbond: “De contracthoeveelheid – het financiële plafond – opgenomen in de contracten van West-Vlaamse afnemers is dan ook onbegrijpelijk. Een voldoende grote winstmarge is immers nodig om land- en tuinbouwers tevreden te houden, zodat ze ook kunnen blijven investeren in het telen van kwaliteitsvolle industriegroenten.”

“Het evenwicht in onze keten is zoek”, is een soortgelijk geluid te horen bij Delphine Pierron, directeur van Cénaldi, een koepelorganisatie van 17 Franse verenigingen van industriegroente-telers. “De industrie speelt in meerdere landen telers tegen elkaar uit. Daarom is het goed dat we elkaar opzoeken.” Volgens Pierron zijn onderlinge contacten over de marktsituatie erg belangrijk. “Als een afnemer beweert dat de groenten in een buurland goedkoper geteeld worden, kunnen we dat binnen onze internationale overlegstructuur nu eenvoudig en snel natrekken – en zo nodig weerleggen.”

Leo Henckens, voorzitter van de Belgische telersvereniging BND, maakt zich dan weer zorgen over het behoud van de arealen: “Om de arealen industriegroenten te blijven telen, moeten we de concurrentie van andere teelten aankunnen, zeker nu er een groeiende vraag is naar aardappelen en suikerbieten.” Over het algemeen werd 2016 ervaren als een jaar met extremen. Door de overvloedige regen, gevolgd door erg droge weersomstandigheden, werden veel telers geconfronteerd met tegenvallende opbrengsten en hogere teeltkosten.