Te veel dioxine in vlees van 5 varkensbedrijven

Bij vijf bedrijven - 2 vleesvarkensbedrijven en 3 zeugenbedrijven - werden proefslachtingen uitgevoerd. Daarbij werden de vroegere ongunstige aanwijzingen voor het eerst bevestigd. De dioxinenorm bevonden zich tussen de 1,7 en de 2,8 pg TEQ / g vet (terwijl de norm voor varkensvlees 1 pg TEQ / g vet is). De bedrijven in kwestie kunnen wel nog een tegen-analyse laten uitvoeren.

Wat er met de dieren moet gebeuren is nog niet beslist. Varkens die niet aan de norm beantwoorden, worden niet toegelaten voor de slachting. Maar het Voedselagentschap wijst erop dat de biggen die geboren worden uit zeugen die positief getest werden, volgens de de theoretische berekening geen probleem opleveren voor wat betreft dioxines.

Naast de vijf bedrijven met ongunstige bevestigde resultaten zijn de analyseresultaten van 28 andere bedrijven nog "twijfelachtig". De "snelle methode" waarmee getest werd gaf een normoverschrijding aan, maar de meer precieze analyseresultaten van de kwantitatieve methode, die tweemaal wordt uitgevoerd, zijn nog niet bekend. "Uit ervaring weten wij dat de snelle methode vaak valse positieve resultaten geven die achteraf met de kwantitatieve methode negatief (gunstig) blijken te zijn", zegt het Voedselagentschap in een mededeling.

Van de 119 bedrijven die nog geblokkeerd zijn, werden er op 48 bedrijven nog geen monsters genomen voor vrijgave. Wat de pluimveesector betreft, zijn alle onderzoeken afgerond. Alle producten die op de markt worden toegelaten, beantwoorden aan de dioxinenormen", zegt het Voedselagentschap.