Bijna helft Nederlanders eet het liefst zo min mogelijk bewerkt voedsel, maar experts waarschuwen voor tunnelvisie
nieuwsMaar liefst 47 procent van de volwassen Nederlanders eet het liefst zo min mogelijk bewerkt voedsel. Dit blijkt uit de Vleesvervangers Monitor van het marktonderzoeksbureau Markteffect, een periodiek onderzoek onder 2.082 volwassen Nederlanders. Nochtans geven experts aan dat de bewerkingsgraad van een product ondergeschikt is aan de samenstelling en ingrediënten van voeding, wat gezondheid betreft.
Om de resultaten beter te begrijpen, is het van belang een onderscheid te maken tussen bewerkte en ultrabewerkte voeding. Het Vlaams Instituut Gezond Leven vat het samen als volgt: Bewerkingen die de consument net zo goed thuis kan doen, vallen in de meeste gevallen onder de categorie ‘niet of minimaal bewerkt’. Een vis fileren, groenten invriezen of het aanbraden van een stukje vlees is technisch gezien een bewerking, maar betekent geen significante verandering in de samenstelling van een product. Ook wanneer suiker, vet en zout worden toegevoegd voor het inblikken of bottelen van voeding – nog steeds een handeling die men thuis kan uitvoeren, dan spreken we van ‘bewerkte’ voeding. Het etiket op zulke voeding zal nog steeds bestaan uit herkenbare ingrediënten.
Een bewerking is uiteraard ook niet noodzakelijk negatief. "Bewerkingen zoals versnijden, invriezen, koken, pasteuriseren en fermenteren zorgen bijvoorbeeld voor betere bewaarmogelijkheden (en dus veiliger voedsel en minder voedselverliezen), een betere vertering, een hogere beschikbaarheid van voedingsstoffen en een verhoogd gebruiksgemak", duidt het Vlaams Instituut Gezond Leven.
De term ‘ultrabewerkte voeding’ verwijst naar alle voedingsmiddelen die complexe industriële processen ondergingen, zoals fractionering, chemische modificatie of extrusie. Volgens het Insituut zijn dit producten die zodanig bewerkt zijn dat hun nadelen groter zijn dan hun voordelen. Dat zijn geen processen die men zomaar thuis kan uitvoeren. De voedingsmiddelen op het etiket bevatten vaak een lange lijst van meer onbekende en minder bekende ingrediënten en additieven. De meest voorkomende bekende ingrediënten zijn onder meer suiker, geraffineerde bloem, vetten rijk aan verzadigde vetzuren zoals palmolie en zout.
Lege calorieën
Deze vergaande bewerkingen leiden tot voeding met een hoog caloriegehalte, maar met weinig echte voedingsmiddelen zoals vezels, eiwitten en mineralen. Hoewel deze voeding je snel het idee zal geven ‘vol’ te zijn, zal je opmerkelijk snel weer honger krijgen. “We spreken daarom ook wel van lege calorieën: ze vullen wel, maar zijn niet voedzaam”, duidt het Instituut op zijn website. “Ultrabewerkte voedingsmiddelen hebben dus geen echte meerwaarde in een gezond en milieuverantwoord voedingspatroon en een hoge consumptie ervan wordt in verband gebracht met overgewicht en daarmee samenhangende aandoeningen. Bovendien hebben we de neiging om meer te eten van zo’n voedingsmiddelen. Dat heeft te maken met het effect op honger, verzadiging en eetsnelheid, maar ook met de sterke marketing, lage kostprijs en het hoge gebruiksgemak van deze voedingsmiddelen.”
De Nederlandse studie toont echter aan dat er nog veel misvattingen over bewerkte voeding bestaan. Bijna de helft van de ondervraagden (46%) geeft aan te willen weten hoe hun voeding geproduceerd wordt, maar is zich daar niet altijd van bewust. “Er ontstaan vaak misvattingen rond de term 'ultra processed foods' en het gebruik van de NOVA-schaal om het bewerkingsniveau vast te stellen”, zegt Guido Camps, onderzoeker en voedingswetenschapper van de Wageningen Universiteit. “Deze schaal categoriseert bijvoorbeeld hele uiteenlopende producten zoals volkorenbrood uit de supermarkt, soep, snoep, pizza en vleesvervangers allemaal als categorie 4 ‘hoog bewerkt’. Dit betekent echter niet automatisch dat deze voedingsmiddelen allemaal even gezond of ongezond zijn; sommige ervan, zoals volkorenproducten, passen prima in een gezond dieet en worden ook aanbevolen door het Voedingscentrum. Het is dus ook best moeilijk om alle ‘hoog bewerkte’ producten te vermijden in de supermarkt. Daarnaast geldt dat zelfgemaakte gerechten van onbewerkte producten, denk aan appeltaart, niet per definitie gezonder zijn. Het is dus van belang om te letten op de ingrediënten en samenstelling en niet alleen bewerkingsniveau.”
De studie keek ook naar welke invloed de milieu- of klimaatimpact van producten heeft op de eetkeuzes die mensen maken. Zo geeft 43 procent aan een voorkeur te geven aan duurzame producten. Let wel: de gegeven antwoorden in deze studie zijn allemaal self-reported. Er is dus geen zekerheid dat de werkelijke consumptie van de bevraagden overeenstemt met wat ze aangeven in de enquête. Hoewel velen aangeven bewerkte en niet-duurzame voeding te vermijden, is dit dus niet noodzakelijk de realiteit.
Duurzaamheid
Wel geeft ruim vier op de tien van de ondervraagden aan dat zij hun omgeving vaker vegetarisch zien eten. Opvallend is echter dat slechts 41 procent denkt dat plantaardige voeding beter is voor het milieu. Deze stelling lijkt kort door de bocht maar Corné van Dooren, adviseur duurzame voedingsconsumptie bij WWF-NL, is het er wel mee eens. “Het is overduidelijk aangetoond dat minder dierlijk en meer plantaardig eten beter is voor de natuur en het klimaat”, meldt ze. “WWF heeft uitgerekend hoe een menu binnen de ecologische grenzen van onze aarde eruit zou zien. Daarin is nog beperkt ruimte voor vlees en kaas, en veel meer plek voor peulvruchten, noten en andere vleesvervangers. Meer plantaardig eten betekent dat we minder land nodig hebben om voedsel te verbouwen en minder biodiversiteitsverlies. Dat is beter voor onszelf en onze natuur.”
Tegelijk geeft 61 procent aan vlees te zien als een essentieel onderdeel van hun voeding, vanwege de voedingswaarde. Ook de prijs is een reden om trouw te blijven aan dierlijke producten. Mensen die hun vegetarisme willen beleven via plantaardig namaakvlees zoals veggieworstjes of -gehakt, moeten daar vaak een hogere prijs voor betalen. Ruim de helft van de bevraagden vindt vleesvervangers te duur in vergelijking met echt vlees.
Vleesalternatieven
De smaak en textuur blijken ook een belangrijke factor. Drie op de vijf Nederlanders die wel eens vleesvervangers kopen, zijn tot de conclusie gekomen dat men sommige vleesproducten simpelweg niet vegetarisch kan nabootsen.
Ook de houding naar kweekvlees toe werd bevraagd. Daar zit een duidelijk vertrouwensprobleem. Slechts drie op tien van de bevraagden geloven dat kweekvlees net zo veilig is om te eten als ‘gewoon’ vlees. Bij kweekvlees worden stamcellen uit een levend dier genomen en in een kweekvloeistof van suikers, aminozuren en vetten gelegd waarin ze zich vermeerderen en spiervezels vormen. Vroeger bevatte dit groeimedium kalfsserum, ofwel bloed van ongeboren kalfjes. Dit vervangen met een plantaardig groeimedium is technisch mogelijk, maar zou voorlopig nog erg duur zijn.
Hoe gezond vleesvervangers en vlees zijn, is complex. Sommige vleesvervangers hebben veel zout en verzadigde vetten, terwijl rood en bewerkt vlees vaak weer ongezonder is dan gevogelte of vis
Volgens Camps is een veggieburger overigens niet noodzakelijk gezonder dan een dierlijke eiwitbron. “Hoe gezond vleesvervangers en vlees zijn, is een complex onderwerp, waar veel verschillende benaderingen voor zijn”, zegt ze. “Het hangt af van samenstelling en ingrediënten. Sommige vleesvervangers hebben bijvoorbeeld veel zout en verzadigde vetten, terwijl rood en bewerkt vlees vaak weer ongezonder is dan gevogelte of vis. De ene vleesvervanger is de andere niet en voor vlees geldt eigenlijk hetzelfde. Je kunt dus niet in het algemeen iets zeggen over vlees versus vleesvervangers, maar je moet specifiek naar het product en de ingrediënten kijken.”
Lees de volledige studie hier.
Bron: Eigen berichtgeving