Van boterroof tot revolutie: Wat kan Rusland leren van de geschiedenis?
duidingIn Rusland rijzen de prijzen voor basisvoedsel de pan uit. Volgens hoogleraar Rurale Geschiedenis Yves Segers, die de nodige historische parallellen ziet, mogen de machthebbers zich zorgen beginnen maken. Hoge voedselprijzen of voedselschaarste waren in het verleden vaak een veroorzaker of bepalende factor in de oorlog. “Eén van de voornaamste oorzaken die leidde tot het afzetten van de keizer in Duitsland in november 1918 bijvoorbeeld, was de onvrede onder de burgerbevolking over de voedselsituatie en de hoge prijzen.”
Aardappelen plus 73 procent, bepaalde groenten plus 20 procent, boter plus 30 procent: de prijs voor basisproducten in Rusland is op een jaar tijd sterk gestegen. De hoge boterprijs zou volgens Russische media zelfs aanleiding zijn geweest voor bepaalde supermarktketens om antidiefstalverpakkingen te plaatsen op de boter om roof te voorkomen. De prijsstijgingen zijn volgens politieke duiders doorgedrongen tot de hoogste Russische echelons waarbij orders zijn uitgevaardigd om de situatie onder controle te houden.

Yves Segers, historicus van het Centrum Agrarische Geschiedenis en verbonden aan de KU Leuven, begrijpt wel waarom de prijsstijgingen de Russische president zorgen baren. “Wordt de voedselvoorziening precair dan krijg je onrust in de samenleving en ontstaan er broeihaarden van protest. Dat zie je bij heel veel historische gebeurtenissen terugkomen.” Ter illustratie wijst hij naar de Arabische Lente in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, eind 2010, en de Franse Revolutie in 1789. “Er wordt vaak gezegd dat de Franse Revolutie vooral een strijd was voor meer macht voor de burgerij en het volk, maar voedselschaarste en hoge prijzen waren eveneens onderliggend bij de onvrede van het publiek.”
Ook in Rusland loopt voedselschaarste als een rode draad door de geschiedenis heen. Zo speelde honger in het thuisland de communisten in 1917 in de kaart. De communistische leider, Vladimir Lenin, die in ballingschap in Duitsland verbleef, won veel sympathie van het volk door een einde aan de Eerste Wereldoorlog te willen maken en zijn belofte om de voedselsituatie in de steden te verbeteren. De Eerste Wereldoorlog had niet alleen de voedselvoorziening in Rusland in gevaar gebracht, ook in Duitsland had de bevolking geen droog brood om te eten. “Mede hierdoor heeft de bevolking Kaiser Wilhelm uit de macht ontheven en is deze naar Nederland gevlucht”, aldus Segers. “Al speelde uiteraard de slechte moraal bij de soldaten ook een belangrijke rol.”
België in de wereldoorlogen
In België leidde zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog tot voedselschaarste, alhoewel de hongersnood hoger was in de tweede helft van de Eerste Wereldoorlog. De situatie is volgens Segers niet geheel vergelijkbaar omdat België door Duitsland bezet was, en Rusland natuurlijk zelf de agressor is. “Maar net zoals Rusland vandaag was België voor bepaalde landbouwproducten niet zelfvoorzienend. Als vervolgens de handelsbanden wegvallen, ontstaat er schaarste en stijgen de prijzen.”
In Rusland is dat momenteel het geval voor boter, in België was dat vooral graan. “Zo werd broodgraan (vooral tarwe) bijvoorbeeld in 1914 en later in 1940 voor ongeveer 70 procent ingevoerd, vooral uit Amerika en Canada en in mindere mate Oekraïne”, vertelt Segers. “Noodgedwongen verlegde de landbouwproductie zich tijdens beide wereldoorlogen naar de productie van basisvoedsel, zoals aardappelen en graan.”
Ook de Duitse bezetter had toen volgens hem al goed in de gaten dat voedselschaarste tot sociale onrust kon leiden. Stijgende prijzen van onder andere brood, waren volgens Segers aanleiding om voedsel te rantsoeneren. “Dat was een methode om de schaarse middelen te verdelen en tegelijk voedsel af te romen voor de bevolking in Duitsland en het Duitse leger.” Hij voegt toe dat dreigende sociale onrust tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de Duitsers zelfs aanleiding was om humanitaire voedselhulp door de vijand, de Engelsen en later ook de Amerikanen, toe te laten.
Ondanks, of juist door de Duitse inmenging, schoten de voedselprijzen de hoogte in tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, alhoewel prijsstijgingen in WOI zich aan het einde voordeden en tijdens WOII juist aan het begin van de oorlog. “Aan het einde van beide oorlogen bleken de voedselprijzen vertienvoudigd. Zulke inflaties waren sinds het begin van de negentiende eeuw niet meer voorgekomen.”
Vooral basisproducten duurder
Een andere historische parallel tussen het Rusland van nu en België tijdens de wereldoorlogen is dat juist de prijs van basisproducten omhoog ging. “In tijden van inflatie, werkloosheid en dalende koopkracht neemt juist de vraag naar basisproducten toe”, aldus Segers. Volgens hem was de voedselschaarste en hoge prijzen destijds ook aanleiding voor diefstal. “In deze periode werd er veelvuldig gestolen tot op het landbouwbedrijf toe.”
In het huidige Rusland zou de oorlogsinspanning ook een druk leggen op de arbeidsmarkt, waardoor er in de land- en tuinbouw volgens schattingen 200.000 paar handen tekort komen. “Ook dit zagen we in de Eerste Wereldoorlog in België. Jonge mannen moesten naar het front, waardoor de landbouw een schrijnend tekort aan arbeiders kende. En ook dit leidde op zijn beurt tot verdere voedselschaarste. Omdat de honger groot was, werden niet zelden plantvoorraden opgegeten. Daardoor konden steeds vaker gronden niet meer worden bewerkt”, aldus Segers die ook op anderen gebieden schaarse zag. “Daarnaast was er amper mest beschikbaar om de grond te verrijken.”
Waar de prijsstijging van basisvoedsel in Rusland rechtstreeks verband lijkt te houden met de oorlog in Oekraïne is het volgens Segers de vraag of de voedselproblematiek ophoudt als de wapens in Oekraïne zwijgen. Ook hier kan de geschiedenis misschien antwoord bieden. “Na de Eerste Wereldoorlog heerste er nog lange tijd een revolutionaire, communistische stemming wat onder meer te verklaren was door de voedselschaarste van het moment. De Duitsers hadden landbouwdieren en werktuigen opgeëist en Belgische boeren hadden grasland gescheurd voor de teelt van akkerbouwgewassen. Het duurde nog enkele jaren voordat het landbouwsysteem en de voedselproductie was hersteld. De overheid probeerde de rust terug te laten keren door algemeen mannenstemrecht uit te vaardigen en een duidelijk bevoorradings- en prijzenbeleid te voeren”, besluit hij.
Honger
Het Centrum Agrarische Geschiedenis bracht het onderwerp van Landbouw en voeding tijdens de Eerste Wereldoorlog in kaart op zijn website. Vooral tijdens de Eerste maar ook tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de Belgische bevolking honger. “In haast alle gezinnen daalde het calorieverbruik tijdens de oorlog met gemiddeld 25 à 40 procent. Alleen de hele rijken, die zich op de zwarte markt konden bevoorraden met wat ze maar wilden, en boeren die konden instaan voor hun eigen voedsel waren er beter aan toe”, weet Segers.
De achteruitgang in de voedingssituatie was volgens hem niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. “Het merendeel van de calorieën werd gehaald uit plantaardig voedsel. Aardappelen zorgden in mei 1941 voor 16 procent van de dagelijkse calorieën, in september van datzelfde jaar voor 26 procent en in de winter 1942-1943 voor 34 procent. Dat waren cijfers die negentiende-eeuws aandeden.” Toch overleefden de meeste mensen de honger en daar speelde eigen teelt volgens Segers ook een belangrijke rol bij. “In de kleinste tuintjes, maar ook in parken en plantsoenen werden aardappelen geplant. Speciale kookboekjes werden uitgegeven om in oorlogstijd toch nog voedzaam te koken.”
Beeld: Centrum Agrarische Geschiedenis