Status quo voor varkensprijzen ondanks dioxineschandaal

De dioxineproblemen in Duitsland hebben vooralsnog verrassend weinig gevolgen voor de varkensprijzen. Vion-Nord, Tonnies en de Vereinigung von Erzeugergemeinschaften fur Vieh und Vleisch behouden hun prijzen. Het Deense Danish Crown verlaagt de varkensprijs wel met twee cent. Landbouworganisaties eisen wel schadevergoeding van de veevoederindustrie voor de vergrendelde bedrijven.

Dat de Duitse varkensprijzen gelijk blijven, noemt het Agrarisch Dagblad vanwege de moeizame markt enigszins verrassend. Consumenten kiezen immers voor alternatieven zoals rundvlees omdat varkens- en kippenvlees behoorlijk uit de gratie zijn door het dioxineschandaal. De Duitse vleesexport naar Rusland is stop gezet. Daar staat tegenover dat het aanbod van varkensvlees ook sterk gedaald is. De bedrijven die gesloten zijn, kunnen immers geen varkens meer leveren.

De Duitse vereniging van levensmiddelencontroleurs ventileert haar ergernis omtrent het niet naar behoren functioneren van de voedselveiligheidscontrole in Duitsland. Dit noemt zij een belangrijke factor bij de schandalen die regelmatig de kop op steken, zoals de huidige dioxine-affaire. De voedselcontrole berust bij de afzonderlijke deelstaten, maar volgens voorzitter Martin Müller besteden die daaraan te weinig geld. Dat betekent dat er te weinig controleurs zijn. Müller wijst er ook op dat in Duitsland jaarlijks maar 55 procent van de voedingsbedrijven tegen het licht worden gehouden.

Duitse boeren vinden dat de veevoederindustrie een noodfonds in het leven moet roepen om hen te compenseren voor de geleden schade. Volgens de Duitse boerenbond DBV kan de schade voor de veehouders, naargelang de grootte van het bedrijf, in de miljoenen lopen. De organisatie wil met juridische stappen een schadevergoeding claimen voor de getroffen bedrijven.Een andere Duitse landbouworganisatie AbL wijst de veevoederindustrie met de vinger omdat zij altijd op jacht is naar goedkope grondstoffen.

Duitse slachthuizen willen op hun beurt een garantieverklaring van varkens- en pluimveehouders dat er geen met dioxine besmet voeder is ingezet. Varkenshoudersorganisatie ISN en de boerenverbonden in Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen dringen er echter bij de boeren op aan om van zo’n verklaring af te zien als deze garantie niet kan worden gedocumenteerd aan de hand van laboratoriumtests.

Om ten aanzien van de afnemers toch iets te doen, hebben de landbouworganisaties in samenwerking met de slachthuizen en de veevoedersector een vereenvoudigde modelverklaring opgesteld. Daarin wordt door de mengvoederleverancier verklaard dat het voeder aan de wettelijke regels voldoet en dat de grensnormen voor dioxine niet worden overschreden.