Snelle regeling gedeeltelijke opruiming bij BSE?
nieuwsOp Europees niveau geldt momenteel de algemene regel dat bij de ontdekking van een rund met BSE de hele veestapel wordt vernietigd. Maar lidstaten kunnen ook kiezen om alleen de cohorte - dat zijn dieren die tijdens een bepaalde periode hetzelfde voeder hebben gekregen en de dieren die verwant zijn aan het besmette dier - op te ruimen.
België voerde midden vorig jaar de inspanningen op om de Europese redenering om te draaien en van een "partiële" ruiming de algemene regel maken. Maar omdat er op politiek niveau maar geen schot in de zaak lijkt te komen, heeft België nu beslist niet langer te wachten op een nieuwe Europese verordening.
"We willen in elk geval niet langer méér dieren naar het vilbeluik brengen dan noodzakelijk is in het belang van de volksgezondheid", zegt Herman Vanbeckevoort, adviseur van minister Tavernier. Zo'n gedeeltelijke ruiming zou grosso modo slaan op een kwart van de volledige veestapel. BSE-experten verzekeren dat het ruimen van de cohorte voldoende is.
Probleem bij de praktische uitwerking van een partiële opruiming is het vrijwaren van de export. Nogal wat landen eisen dat het vlees of de melk die ze invoeren afkomstig is van bedrijven waar nooit BSE werd vastgesteld. Een stempel 'BSE-bedrijf' brengt de landbouw(st)ers een zware slag toe: zij kunnen dan hun vlees of melk niet meer overal kwijt. Cynisch gezegd: ze zijn economisch dan beter af met een totale opruiming en een nieuwe opstart van het bedrijf.
"We moeten vermijden dat de veehouders de dupe zijn van een partiële opruiming", zegt de kabinetsadviseur van Tavernier. Het komt er dus op aan een certificeringssysteem uit te dokteren dat bedrijven waar een BSE-geval is voorgekomen niet stigmatiseert.
"Er moeten garanties komen voor de export", zegt Renaat Debergh van de Belgische Zuivelconfederatie. Hij wijst erop dat de uitvoer van zuivel naar derde landen (Algerije, Oman, Mexico, Jordanië, Vietnam, Singapore, Rusland...) goed is voor 14 procent van de totale zuivelexport. "Onze overheden moeten van die landen de belofte krijgen dat ze geen voorwaarden zullen opleggen voor de invoer van zuivel".
Zowel Tavernier als de zuivelindustrie kijken met grote interesse naar de situatie in andere buurlanden. Nederland bijvoorbeeld start op 1 maart met een gedeeltelijke opruiming van veebedrijven die door BSE worden getroffen. Alleen de risicodieren zullen dan nog vernietigd en vergoed worden. Volgens recente informatie hebben onze noorderburen reeds garanties bekomen voor een blijvende afzet van zuivel bij het gewijzigd beleid. Ook Frankrijk heeft ondertussen gekozen voor gedeeltelijke ruiming.
Alvast de Franse en Nederlandse landbouwgezinnen zullen niet langer onnodig hun hele veestapel, het resultaat van jaren zwoegen en nauwgezet selecteren, op vrachtwagens zien geladen worden richting vilbeluik. Bij ons vindt in maart een nieuw overleg plaats tussen het kabinet en de landbouworganisaties. Tavernier hoopt dan hun akkoord te krijgen omtrent een partiële opruiming. Hij hoopt voor de zomer een beslissing te kunnen nemen. De zuivelindustrie is voorzichtiger. "De garanties voor de export zullen er niet van vandaag op morgen zijn. Ik vrees dat het toch nog enige tijd zal duren voor we eruit zijn", vreest Debergh.
Lees ook: geVILT: "Een tweede bedrijfsopruiming kan ik niet aan"
Bron: Belga