Schauvliege presenteert EU-prioriteiten leefmilieu

Op de Europese Raad voor ministers van Leefmilieu heeft Vlaams minister Joke Schauvliege de prioriteiten voorgesteld van het Belgisch voorzitterschap van de EU. De komende zes maanden wordt onderzocht  hoe bestaande instrumenten het Europees milieubeleid kunnen verbeteren en wordt werk gemaakt van duurzaam materialenbeheer, biodiversiteit en de voorbereiding van de VN-klimaatonderhandelingen.

Vanaf 1 juli zit minister Schauvliege namens ons land de EU-raad Leefmilieu voor. Zij neemt het voorzitterschap over van haar Spaanse collega Espinosa Mangana. Schauvliege presenteerde in Luxemburg vier prioriteiten die ons land de komende zes maanden bovenaan de EU-agenda Leefmilieu wil plaatsen.

Te beginnen met duurzaam materialenbeheer. "Een belangrijke uitdaging maar tegelijk ook een opportuniteit voor de Europese economie", aldus de minister. Europa moet komen tot een efficiënt en milieuverantwoord gebruik van materialen (grondstoffen, producten, afval) zodat die niet buiten de kringloop vallen.

"Het is onze bedoeling duurzaam materialenbeheer zo ruim mogelijk ingang te doen vinden als bijdrage tot een Europa dat zijn hulpbronnen efficiënt beheert", zegt Schauvliege. Hierover vindt half juli in Gent een informele EU-Raad Leefmilieu plaats.

Een tweede thema is biodiversiteit. Hiervoor wil Schauvliege een actieplan voorbereiden met het oog op de internationale conferentie over biodiversiteit eind oktober in Nagoya (Japan). Nog in dat verband zal ons land aandacht besteden aan het voorstel van de EU-Commissie over genetisch gemodificeerde organismen.

De voorbereiding van de VN-klimaatonderhandelingen in het Mexicaanse Cancun van 29 november tot 10 december 2010, is een derde prioriteit. België wil binnen de EU-Raad een debat over de jongste mededeling van de EU-Commissie over de mogelijke overgang van een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van 20 naar 30 procent.

"Wij hebben de Commissie gevraagd om onder meer de kosten en baten voor de verschillende lidstaten en betrokken sectoren in overweging te nemen", zegt Schauvliege. "We moeten bij die besprekingen ook rekening houden met het stappenplan naar 2050 en de uitwerking van lage uitstootstrategieën door de EU en de Lidstaten".

Een vierde en laatste uitdaging is hoe bestaande instrumenten voor een beter Europees milieubeleid kunnen zorgen. Dat gaat onder meer over betere regels voor de milieueffectenbeoordeling, een betere toepassing van de handhaving en een meer gestroomlijnde rapportering. In dat kader wil Schauvliege ook de reflectie opstarten over het vervolg op het huidige Europese milieuactieprogramma dat eind 2012 afloopt.