Sauwens moet kaasfabriek schadevergoeding betalen

Burgemeester Johan Sauwens (CD&V) van Bilzen is door de rechtbank van eerste aanleg in Tongeren veroordeeld tot het betalen van een provisionele schadevergoeding van 15.000 euro aan het Bilzense kaasbedrijf Fro d'Or omdat hij de fabriek eind november 2007 onterecht liet verzegelen gedurende twee weken. Dat gebeurde na klachten van aanhoudende geurhinder.

Door de sluiting waren veertien personeelsleden twee weken technisch werkloos en kon er tien dagen lang geen kaas geproduceerd worden, waardoor het bedrijf een aantal klanten in Italië en Frankrijk niet kon bevoorraden. Om die gederfde inkomsten exact te bepalen, stelde de rechtbank vrijdag een bedrijfsrevisor aan. Die moet binnen de drie maanden becijferen wat het uiteindelijke kostplaatje hiervan is. Volgens raadsman David Vandenhoudt, die namens Fro d'Or optreedt, zullen die kosten in de honderdduizenden euro's lopen.

De rechtbank besliste vrijdag dat Sauwens de fabriek niet had mogen sluiten en dat de bedrijfsleiding alle mogelijke maatregelen had genomen om de geurhinder te beperken. Voorafgaandelijk aan de sluiting werd er immers geen advies van de milieu-inspectie ingewonnen, luidt het.

Het stadsbestuur van Bilzen liet de fabriek ook sluiten vóór het verstrijken van een termijn van drie maanden waarbinnen Fro d'Or zich geëngageerd had om zich in regel te stellen. Het bedrijf investeerde naar eigen zeggen honderdduizenden euro's in onder meer de plaatsing van een ventilator, de volledige afsluiting van de productiecomponenten en in de vervanging van de bestaande filterinstallatie. 

Sauwens werd veroordeeld tot het betalen van 10.000 euro morele schadevergoeding wegens het aantasten van de goede naam van het bedrijf. Hij moet ook aan elk van de twee bedrijfsleiders een morele schadevergoeding van 1.000 euro en aan 14 personeelsleden een provisionele schadevergoeding van 200 euro betalen. Hun definitieve schadeclaims schommelen tussen de 2.000 en de 4.000 euro.

De Bilzense burgemeester gaat naar alle waarschijnlijkheid beroep aantekenen. Sauwens wil het vonnis eerst met zijn raadslieden doornemen, maar beschikt naar eigen zeggen over een "ijzersterk dossier". Hij wijst erop dat de klachten over geurhinder veroorzaakt door Fro d'Or ruim anderhalf jaar aanhielden en dat de bedrijfsleiding geen aanstalten maakte om de nodige maatregelen te nemen.

Sauwens meent ook dat er objectieve vaststellingen omtrent de geurhinder werden gedaan en stelt dat de rechtbank daar niet onderuit kan. Nog volgens Sauwens schoot de directie van Fro d'Or pas in actie nadat hij het bedrijf had laten verzegelen en het geen andere uitweg meer zag dan zich in regel te stellen.

De bedrijfsleiding van Fro d'Or, die vrijdag verheugd reageerde op de uitspraak, moet zich overigens op 22 mei voor de correctionele rechtbank van Tongeren komen verantwoorden voor milieudelicten, een gevolg van de processen-verbaal die destijds tegen het bedrijf werden opgesteld.