"Rendac misbruikt voedselcrisissubsidie"

Volgens de raad van de mededinging mag de "voedselcrisissubsidie" die het vilbeluik Rendac in Denderleeuw sinds medio 1998 ontvangt, de concurrentie binnen de sector niet vervalsen. De subsidie compenseert het inkomensverlies dat het bedrijf lijdt sinds dierenmeel niet meer kan verwerkt worden in voeder voor runderen. Een concurrende firma legde klacht neer, zo meldt de Juristenkrant in zijn editie van deze week. Rendac ontkent elk misbruik van de "prestatievergoeding".

De ministeries van Landbouw en Volksgezondheid zegden in 1998 toe het exploitatieverlies van Rendac te compenseren en in te staan voor de verwerkings- en verbrandingskosten van krengen, op voorwaarde dat Rendac de verantwoordelijkheid zou dragen voor de vernietiging van het meel, afkomstig van de kadavers.

De BVBA Incine, een Antwerps dierencrematorium, diende echter klacht in tegen Rendac bij de voorzitter van de Raad van de Mededinging. Incine vond dat Rendac misbruik maakt van het feit dat de subsidie werd toegekend op basis van het aantal vrachtwagens die bij Rendac binnenreden. Incine vermoedde dat Rendac ook de verbranding van gezelschapsdieren liet subsidiëren en daardoor een prijs buiten concurrentie kon aanbieden voor de vernietiging van kadavers van gezelschapdieren.

De voorzitter van de Raad van de Mededinging stelde in een beslissing van 9 maart 2001 vast dat Rendac een machtspositie heef op de Belgische verwerkingsmarkt van zowel landbouw- als gezelschapsdieren en dat het hiervan misbruik maakt door de verwerking van gezelschapsdieren te financieren met opbrengsten gerealiseerd met de verwerking van landbouwdieren. De voorzitter beval, als voorlopige maatregel, dat Rendac die praktijk moet schorsen op straffe van een dwangsom van 250.000 frank per dag.

Karel Vermassen, algemeen directeur ad interim van Rendac, betwist de vaststellingen van de voorzitter van de Raad van de Mededinging. "Wij denken dat de voorzitter de feiten op het terrein onvoldoende kent", zegt hij in een reactie op "De Juristenkrant". "Wij vinden de beslissing dan ook ongegrond. De motivatie van de voorzitter is bovendien bijzonder zwak. Daarom gaan wij in beroep tegen deze voorlopige maatregel. Naast deze procedure loopt hierover trouwens ook een procedure ten gronde. Over de grond van de zaak willen wij vandaag nog geen commentaar geven", aldus Vermassen.

De directeur wijst er voorts op dat de Rendac van de ministeries van Landbouw en Volksgezondheid geen "subsidie" ontvangt om de kadavers te verwerken, maar wel een "prestatievergoeding", "net als mochten wij verkeerslichten leveren die de overheid op de kruispunten plaatst", aldus Vermassen.