Preitelers maken balans op van de vorstschade

In Het Laatste Nieuws getuigen West-Vlaamse preitelers over de grote schade die de koudegolf in februari heeft veroorzaakt. De schade verschilt van perceel tot perceel, op sommige plaatsen is de wintergroente binnenin helemaal rot. Groentetelers in Meulebeke, de preigemeente bij uitstek, hopen op een erkenning van de vrieskou als landbouwramp.

Meulebeke telt maar liefst 75 landbouwbedrijven die prei als hoofdteelt hebben. De groente groeit op een zevende van de landbouwgronden in de gemeente, schrijft de krant. Veel telers in de regio zijn dan ook slachtoffer van de vrieskou in februari. "We hebben toen een tweetal weken temperaturen gemeten van -15° tot -18° Celcius en dat was nefast voor onze oogst", zegt Wim Devos van Boerenbond West-Vlaanderen. Velden die meer in de wind lagen, werden ernstiger getroffen. Devos verloor twee van zijn negen hectare prei.

Bij teler Randy Degezelle lopen de verliezen op tot vijf van zijn vijftien hectare prei. "Het was geleden van 1997 dat de koude zo hard toesloeg", reageert Degezelle. Hij vreest tot 45.000 euro kwijtgespeeld te zijn en hoopt dan ook op een erkenning als landbouwramp. Jean-Marie Gunst, voorzitter van de lokale Landelijke Gilde, treedt hem daarin bij omdat iedere preiteler in Meulebeke op een of andere manier te lijden had onder het probleem.

"De ene teler heeft natuurlijk meer schade dan de andere, maar het raakt iedereen. Als we in normale omstandigheden 100 kilo prei per man per uur schoonmaken, dan raken we nu nog maar moeilijk aan de helft meer", aldus Gunst. "Na overproductie en slechte prijzen eerder in het seizoen, zou de prijs in februari net wat aantrekken, toen het koudefront kwam. De prijs is dan wel een stuk beter, maar door het meerwerk verdienen we nog minder dan voorheen."