Stikstofdecreet: Piekbelasters moeten vergunde bedrijf integraal stopzetten, niet enkel stalemissies

Volgens het voorstel van stikstofdecreet zullen sommige piekbelasters of de zogenaamde rode bedrijven integraal hun vergunde bedrijf moeten stopzetten tegen 2030. Nochtans was in maart afgesproken dat zij enkel hun stalemissies moeten stopzetten, maar wel nog andere landbouwactiviteiten mochten verderzetten. Opnieuw een groot verschil tussen het akkoord en voorstel tot decreet, met een grote impact voor piekbelasters.

21 september 2023  – Laatst bijgewerkt om 24 september 2023 20:37 Jozefien Verstraete
Lees meer over:

Verschil tussen akkoord en voorstel tot decreet

In het stikstofakkoord werd voorzien dat alle piekbelasters tegen 2030 een emissiereductie van 100 procent moeten doorvoeren. Voor piekbelasters die een veebedrijf hebben, wil dit zeggen dat ze hun stalemissies moesten stopzetten, uiterlijk in 2030 of bij afloop van hun vergunning voor 2030. Veehouders konden volgens de maatregelen afgesproken in het akkoord wel nog hun andere landbouwactiviteiten verderzetten.

In het voorstel tot decreet wordt dit echter verstrengd. In het decreet staat te lezen dat waar een piekbelaster stopgezet wordt, het vergunde bedrijf – in juridische termen: exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) – integraal moet stopgezet worden. Dat betekent dat zij niet alleen hun stalemissies moeten stopzetten, maar hun volledige activiteit. Dus een melkveebedrijf met een behoorlijk grote akkerbouwtak, kan er niet langer voor kiezen om enkel de melkveeactiviteit stop te zetten en verder te gaan met akkerbouw. Juristen wijzen erop dat het bedrijf nadien nog een vergunning kan aanvragen voor de akkerbouwactiviteit, maar het decreet wijst er wel duidelijk op dat een nieuwe vergunning enkel kan wanneer de activiteit geen ammoniak- en stikstofemissies meer veroorzaakt.

Schermafbeelding 2023-09-21 164612
integraal

Een verschil dat ook Vlaams parlementslid Gwendolyn Rutten (Open Vld) opgevallen is: “Ik heb het decreet niet mee ingediend, men weet in mijn partij dat ik het niet eens ben met het ontwerpdecreet op vlak van piekbelasters. Dit houdt juridisch geen steek wat men daar schrijft maar ik ben bereid om te wachten tot er een advies is van de Raad van State om grondig te kijken wat de opmerkingen zijn.”

Rutten liet zich al meerdere malen kritisch uit over de piekbelasters in het stikstofdossier. Vorig jaar pluisde ze de hele lijst met rode bedrijven uit waarna ze de overheid ‘een onbetrouwbare partner’ noemde’ Ze pleitte er meermaals voor om de piekbelasterlijst van rode bedrijven uit 2015 te herzien. Rutten verwacht niet dat het aanstaande advies van de Raad van State een deus ex machina zal zijn, maar hoopt dat het rechtscollege op vlak van enkele grote juridische principes duidelijkheid zal brengen. “Daarbovenop moet ook het parlement nog zijn volle rol nog spelen”, aldus Rutten.

Wie zijn de piekbelasters volgens het voorstel van decreet?

Piekbelasters worden op quasi dezelfde manier gedefinieerd in het akkoord als in het decreet. Zo zijn piekbelasters vergunde bedrijven (IIOA’s) zoals veeteeltbedrijven, mestverwerkers, industriële puntbronnen waarvan de uitstoot een disproportioneel grote impact heeft op de beschermde natuur in hun nabije omgeving.” Dit wil zeggen dat de impact van een piekbelaster meer dan 50 procent bijdraagt aan de kritische depositewaarde (KDW) van de meest gevoelige nabijgelegen habitat. Zij krijgen dan een impactscore die groter is dan 50 procent.

Voor de identificatie van de piekbelasters zal de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) de impactscores berekenen. Zoals afgesproken in het akkoord zullen de berekeningen niet meer gebaseerd zijn op cijfers uit 2015, maar op basis van de meest actueel gekende toestand, zijnde de laatste drie jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van het decreet. Een bedrijf wordt dan pas als piekbelaster aangeduid wanneer de impactscore minstens twee van de drie laatste jaren hoger of gelijk was dan 50 procent.

Anders dan het stikstofakkoord wordt in het voorstel van decreet wel een onderscheid gemaakt tussen veehouderijen en andere types activiteiten. Het is immers kenmerkend voor veehouderijen dat de veestapel en de daarvan afkomstige ammoniakemissies doorheen het jaar sterk kan fluctueren. Om deze reden wordt gekeken naar de jaargemiddelde veebezetting van de drie laatste jaren. Dit wil zeggen dat een veehouderij als piekbelaster gezien wordt wanneer de impactscore, rekening houdend met de gemiddelde veebezetting, in minstens twee van de drie gevallen hoger of gelijk aan 50 procent was.

Timing

VLM moet uiterlijk binnen een jaar na de inwerkingtreding van het decreet de exploitant van de betreffende IIOA, het vergunde bedrijf dus, op de hoogte brengen van de berekende impactscore en de aanduiding als piekbelaster. Zo kan het dus zijn dat landbouwers met een vermoeden dat ze een piekbelaster zijn of landbouwers die zich nog van geen kwaad bewust zijn, pas een jaar na de inwerkingtreding van het decreet uitsluitsel zullen krijgen. Op de vraag of VLM de piekbelasters eerder zal trachten te informeren, komt het antwoord dat "zo lang het decreet niet gestemd is, ze hierop niet kunnen vooruitlopen".

Nieuw of oude piekbelasters

Eens de landbouwers te horen krijgen dat ze een piekbelaster zijn zal VLM ook te kennen geven of hun impactscore hoger ligt dan de impactscore in 2015. Dit is belangrijk om te weten of het vergunde bedrijf wordt gedefinieerd als piekbelaster of nieuwe piekbelaster. Net zoals het akkoord maakt ook het voorstel van decreet een verschil tussen die twee. Een nieuwe piekbelaster worden gedefinieerd als een piekbelaster waarvan de IIOA in 2015 een impactscore lager had dan 50 procent, maar die op basis van de actuele criteria en nieuwe rekenwijze wel als piekbelaster wordt aangeduid. Dit heeft een aantal consequenties. Zo hebben nieuwe piekbelasters de mogelijkheid hun activiteiten verder te zetten, als ze zowel hun stikstofuitstoot reduceren waardoor de impactscore onder de 50 procent komt te liggen. Bovendien moeten ze ook de beoogde generieke emissiereductiedoelstelling voor hun sector realiseren tegen eind 2030.

“Het onderscheid in maatregelen tussen rode bedrijven die al op een lijst hebben gestaan en de nieuwe bedrijven die er nu zouden bijkomen, kan juridisch niet hard gemaakt worden”, geeft Rutten mee. “Bovendien is de lijst van 2015, zoals ik altijd gezegd heb, juridisch niet tegenstelbaar.”

Is het sowieso over en out voor oude piekbelasters?

Landbouwers met natuurbeherende ambities krijgen nog een kans in het voorstel van decreet. Piekbelasters kunnen zich namelijk via een flankerend beleid volledig omschakelen in functie van natuurbeheer waardoor ze vrijgesteld zijn van passende beoordeling en niet al hun landbouwactiviteiten moeten stoppen zolang ook zij hun impactscore onder de 50 procent krijgen. Er worden hierbij echter wel strenge voorwaarden gesteld. Zo moet de omvorming in lijn zijn met het natuurbeheerplan voor de betrokken Speciale Beschermingszone.

Een optie dat Vlaanderens bekendste piekbelaster, de Abdij van Averbode, ook heeft bestudeerd van zodra bleek dat ze op de rode lijst staan. In een eerder interview aan VILT liet de abt weten dat er te weinig koeien in natuurbeheer konden geplaatst worden om levensvatbaar te blijven als melkveebedrijf. “Aanvankelijk leek het mogelijk 40 koeien voor natuurbegrazing in te schakelen, maar uiteindelijk kunnen dat er maar 15 zijn”, vertelde abt Marc Fierens. “Hierdoor lijkt de optie om onze melkveehouderij voort te zetten, af te vallen. In het geval van 40 koeien en een kleine veestapel op de abdij zouden we op 60 melkkoeien uitkomen. Daarmee zouden we enigszins levensvatbaar zijn. Met minder koeien is dat uitgesloten.” Het melkveebedrijf van de abdij telt 120 koeien en de melk wordt deels ingezet voor de eigen kaasproductie.

Eén van de mogelijkheden die de abdij overweegt, is om over te stappen naar vleesvee. “Als we 15 koeien in natuurbeheer kunnen plaatsen, zou onze vleesveestapel 80 tot 90 runderen kunnen bedragen. Dat zou een optie kunnen zijn.” Fierens liet weten dat hij begin 2024 een beslissing wil nemen.

VILT nam contact op met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) om meer te weten te komen over wat natuurbeheer dan exact inhoudt en of elke piekbelaster aan natuurbeheer kan doen. Maar het agentschap verwees ons door naar het kabinet van Demir, waar geen verdere reactie kwam.

Uitkoopregeling

Door het verschil tussen de stopzetting van de stalemissies en de integrale stopzetting van het vergunde bedrijf zal de overheid hoogstwaarschijnlijk ook meer budget moeten uittrekken om de piekbelasters te vergoeden. “Er zijn twee facetten belangrijk waarnaar gekeken moet worden bij een uitkoopregeling, los van de emotionele schade waar zo’n regeling mee gepaard gaat”, legt landbouwadviseur Wim Govaerts uit. “Het eerste facet is de impact op vlak van kapitaalsvernietiging. Op elk bedrijf is dit zeer verschillend afhankelijk van de uitgangssituatie. Het tweede facet is de impact op de toekomstige verdiencapaciteit. In dat opzicht zal de overheid meer budget moeten uittrekken om piekbelasters gedefinieerd in het voorstel van decreet te vergoeden dan piekbelasters gedefinieerd in het akkoord gezien ze hun bedrijf integraal moeten stopzetten.”

Hoeveel piekbelasters?

In het PAS-referentiejaar 2015 kwalificeerden 58 veehouderij-exploitaties (0,26% van alle exploitaties; gezamenlijke emissie 2015: 203,7 ton NH3) als piekbelaster. Van de 58 veehouderijen kwalificeerden er op 23 februari 2022 nog 41 als piekbelaster. De overige 17 hebben ondertussen hun activiteiten stopgezet, werden omgevormd of werden verplaatst.

Stikstofdecreet: 7.000 van de 8.000 veebedrijven kunnen niet hervergund worden
Uitgelicht
Het voorstel van stikstofdecreet dat N-VA en Open Vld hebben ingediend in het Vlaams parlement maakt hervergunningen van veebedrijven in de toekomst quasi onmogelijk. Op dat v...
19 september 2023 Lees meer

Beeld: Loonwerker Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek