Overheid blijft opteren voor volledige opruiming BSE-bedrijven
nieuwsBegin augustus verscheen een besluit in het Staatsblad dat de mogelijkheid aan de bevoegde minister gaf om nog enkel een gedeelte van het bedrijf waar een BSE-rund was ontdekt, op te ruimen. Vooral de Boerenbond protesteert al lang tegen de drastische afslachting van de hele veestapel bij een getroffen bedrijf. De veehouder ziet zo immers het jarenlange fok- en selectiewerk in een oogwenk vernietigd.
Maar eigenlijk hebben de veebedrijven niet veel baat bij de opruiming van maar een deel van de veestapel (die dieren die tot dezelfde cohorte behoren als de gekke koe).
Landbouwers die hun vlees immers willen exporteren, hebben daarvoor een certificaat nodig dat zegt dat het vlees van een "BSE-vrij bedrijf" komt. En dat kan een bedrijf waar een BSE-rund is gevonden, niet voorleggen. Ook de zuivelnijverheid wil alle risico's vermijden en deinst ervoor terug om melk van BSE-bedrijven op te halen.
Een rundveehouderij die een BSE-koe heeft (gehad), wordt 7 jaar gestigmatiseerd als "BSE-bedrijf", ook al blijkt uit testen dat alle andere runderen BSE-vrij zijn.
De boer staat dus voor een verscheurende keuze. "Een emotioneel zo zwaar geladen beslissing tussen volledige en gedeeltelijke ruiming doorschuiven naar de individuele veehouder, is onverantwoord", meent Luc Beernaert van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid. De overheid besliste dan ook, net als andere EU-landen, om voorlopig te blijven kiezen voor een volledige opruiming van de veestapel, wetend dat dit "een enorm zware slag blijft voor de betrokken veehouder en zijn familie".
De Boerenbond heeft alvast aan federaal minister, bevoegd voor landbouw, Annemie Neyts, gevraagd het probleem op Europees niveau aan te kaarten. Enkel een uniforme Europese beslissing (in casu met betrekking tot de nodige certificaten) zou een oplossing kunnen bieden.
Bron: Belga