Opbrengst kruidenrijk grasland onder de loep
nieuwsIn de operationele groep AgroMeatsNature werd onderzocht wat de economische waarde is van kruidenrijke graslanden voor de veehouders die ze beheren. Uit de cijfers blijkt dat zowel de opbrengst als de voederwaarde zeer variabel kunnen zijn. “Gezien de grote variatie in kwaliteit en voederwaarde lijkt het ons veiliger om het gebruik van natuurgras voor productief melkvee te beperken tot tien procent van het rantsoen. Zo dient het als structuuraanbrenger, zonder dat verder al te grote aanpassingen aan het rantsoen moeten gebeuren”, zegt Karen Goossens, onderzoeker bij het Instituut voor Landouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).
In de periode van half mei tot half juni zijn kruidenrijke graslanden, rijk aan bloeiende planten, op hun mooist. Deze graslanden zijn niet alleen waardevol voor de biodiversiteit of aantrekkelijk voor de recreatieve wandelaar of fietser, ze kunnen ook dienen als voeder voor kleine en grote herkauwers. Veel landbouwers staan in voor het beheer van natuurgebieden en maaien kosteloos kruidenrijke graslanden in ruil voor de grasopbrengsten. Uit een enquête, afgenomen bij 70 veehouders, blijkt dat veel landbouwers dit beheer uit sociale en ecologische overtuiging doen, maar anderzijds ook omdat ze het bruikbaar voeder vinden voor hun dieren. Is dit laatste terecht of overschatten veehouders vaak de opbrengst en de nutritionele waarde van gras of hooi afkomstig van natuurgraslanden?
Eerst één en ander duidelijk maken: wat is kruidenrijk grasland exact? “In dit onderzoek hanteren we als definitie: niet of weinig bemest grasland met kruiden die tot bloei kunnen komen”, licht Karen Goossens, onderzoeker bij ILVO, toe. “Het gaat dus over natuurlijke graslanden die in meerdere of mindere mate kruiden kunnen bevatten, en geen graslanden waarin kruiden ingezaaid werden.” In het onderzoek werden zes percelen onderzocht. Er werden stalen genomen van zowel vers gemaaid gras, gehooid gras als voorgedroogd gras. “De monsters werden door ILVO chemisch geanalyseerd voor verschillende nutritionele parameters en daarnaast ook op hun inhoud van een aantal mineralen en sporenelementen.”
“De opbrengsten van de onderzochte percelen waren zeer wisselend, gaande van amper twee ton droge stof (DS) per ha tot meer dan zeven ton DS per ha”, weet Karen Goossens. “Ondanks de droogte van 2018 brachten de percelen die zowel in 2016 als in 2018 onderzocht werden evenveel of zelf meer op in 2018 dan in 2016. De opbrengst van de eerste snede, gemaaid na 15 juni, was ook altijd beduidend hoger dan de opbrengst van de tweede snede, gemaaid in september.”
Opvallend: de voederwaarde van het gehooide gras was weinig veranderd, terwijl voorgedroogd gras in pakken (van de tweede snede) op het moment van voederen in december 2018 toch vrij veel van zijn energie- en eiwitwaarde verloren was. De onderzochte graslanden bevatten daarnaast iets meer calcium dan conventioneel gras, maar de gehaltes van de andere onderzochte mineralen en sporenelementen lagen meestal beduidend lager dan de gehaltes van conventioneel grasland. “Het gaat hier echter om een beperkte steekproef en uitgebreider onderzoek is zeker nodig”, reageert Karen Goossens.
Koeien kunnen het kruidenrijk gras alvast smaken. “Eerder onderzoek van ILVO toont aan dat de opname van ‘beheerhooi’ door vaarzen en zoogkoeien 5 tot 13 procent hoger ligt dan hooi van conventioneel grasland. Dit is te verklaren door de smakelijkheid, het hogere gehalte aan wateroplosbare koolhydraten en stimulatie van de penswerking door het hoge gehalte aan ruwe celstof. Toch lijkt het gezien de grote variatie in kwaliteit en voederwaarde veiliger om het gebruik van natuurgras als structuuraanbrenger voor productief melkvee te beperken tot 10 procent van het rantsoen.”
En de kostprijs van kruidenrijk gras, hoe zit het daarmee? Het beheer en maaien mag dan wel kostenloos zijn, hoe ziet het totaalplaatje eruit? “Uit onze kosten-baten analyse blijkt dat de opbrengstwaarde van de gemaaide percelen schommelde tussen 809 en 1.170 euro per hectare, wat minder dan de helft is van de opbrengstwaarde van conventioneel grasland (2.492 €/ha)”, weet Karen Goossens. “Wanneer ook de kosten voor maaien, schudden, harken en persen erbij gebracht worden, blijkt de kostprijs in realiteit hoger te liggen dan de opbrengstwaarde. Enkel bij opbrengsten boven de zeven ton per hectare blijkt het nog enigszins rendabel voor de veehouder.”
Volgens de onderzoekers zijn veehouders zich niet altijd bewust van deze economische realiteit doordat eigen arbeid vaak niet in rekening gebracht wordt. “Deze cijfers stemmen tot nadenken en nodigen uit tot een debat over de huidige vorm van beheerovereenkomsten maar ook over subsidiesystemen en vergoedingen voor ecosysteemdiensten binnen het bredere kader van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)”, klinkt het.
Beeld: Tobias Ceulemans (KULeuven)