Ontwikkelingslanden moeten plattelandsvlucht stimuleren
nieuwsOntwikkelingslanden moeten investeren in de productiviteit en het concurrentievermogen van de landbouwsector, maar moeten daarbij ook de vlucht van platteland naar stad faciliteren. Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een nieuw rapport. “Om te komen tot een meer professionele landbouwsector hebben die landen immers niet het huidige aantal boeren nodig.”
Volgens het rapport moeten ontwikkelingslanden een drieledige aanpak volgen om armoede te bestrijden. Ten eerste moeten ze de productiviteit en het concurrentievermogen van de landbouwsector bevorderen door strategische investeringen.
Daarbij benadrukt OESO dat marktinterventies alleen als laatste hulpmiddel mogen worden ingezet, en dat alleen in combinatie met maatregelen op langere termijn, zoals investeringen in landbouwonderzoek en infrastructuur op het platteland. “Dergelijke programma’s hebben immers een meer structureel effect op de bescherming van inkomens. Maar wanneer de markten falen en de instituties van het land minder sterk ontwikkeld zijn, kunnen landen terugvallen op interventies zoals subsidies om een escalatie van het probleem te vermijden.”
Als tweede en derde deel van de strategie moeten ontwikkelingslanden ervoor zorgen dat het inkomen van gezinnen meer gediversifieerd wordt, en de arbeidsstroom van platteland naar stad gefaciliteerd wordt. Niet alle kleine bedrijven die momenteel boeren in ontwikkelingslanden hebben immers een duurzame toekomst. In plaats van krampachtig vast te houden aan de kleinschaligheid van de bedrijven, moeten ontwikkelingslanden volgens de OESO net investeren in de professionalisering van een kleiner aantal commercieel ingestelde boeren.
Landbouwers die minder commercieel ingesteld zijn, moeten dan weer in de stad terechtkunnen voor beter betaalde jobs. Daarom moeten de lokale overheden ook investeren in de zakelijke ontwikkeling buiten de landbouwsector. De OESO erkent dat dit een moeizaam proces kan zijn, maar verwijst naar Korea om te bewijzen dat structurele verandering snel kan gaan, eens de obstakels voor economische diversificatie weggewerkt zijn. In Korea daalde het aandeel werkenden op het platteland van 40 procent in 1977 tot nog slechts 16 procent in 1991.
Meer info: Agricultural Policies for Poverty Reduction
Bron: Eigen verslaggeving/Boerderij.nl
In samenwerking met: Boerderij.nl