Nuscience kiest bewust voor Vlaamse verankering
nieuwsDe Nuscience Group, producent van onder meer premixen en additieven voor de diervoederindustrie, heeft in Drongen een nieuwe fabriek geopend. “We hebben hier de beste fabriek van de wereld gebouwd”, zegt afscheidnemend CEO Patrick Keerman in De Tijd. Daarmee doelt hij op de ver doorgevoerde automatisatie en innovaties die in de fabriek aanwezig zijn, uniek in de sector. De keuze voor België om een nieuwe fabriek te bouwen, was volgens Dirk De Baets, general manager voor België, snel gemaakt. “Alle kennis over onze producten en productieprocessen is hier aanwezig.”
Nuscience, onderdeel van de Nederlandse coöperatie Agrifirm, is een wereldwijde producent van premixen, concentraten, vitaminenmengsels, voeding voor jonge dieren en additieven voor de diervoederindustrie. Allemaal producten die de gezondheid van rundvee, varkens en kippen bestemd voor de vleesproductie moeten verbeteren. “We zijn zeker niet de grootste speler in onze sector, maar door innovatie en specialisatie slagen we er wel in om uniek te zijn. We zijn een nichespeler die vooral in het segment van voeder voor jonge dieren en natuurlijke additieven die antibiotica vervangen, sterk staat”, legt De Baets uit.
Met die troeven slaagde het bedrijf, dat zijn Vlaamse roots hoog in het vaandel draagt, erin om op tien jaar tijd zijn omzet te vertienvoudigen tot de huidige 450 miljoen euro. Het bedrijft telt 13 vestigingen en 1.000 medewerkers in de wereld en is actief in meer dan 80 landen. Ondanks de wereldwijde activiteiten en de hoge loonlasten waar ons land om bekend staat, was het voor Nuscience heel belangrijk om de hoofdzetel in Vlaanderen te houden. “Onze expertise bevindt zich hier. Ons personeel moest bereid zijn mee de overstap naar de nieuwe fabriek te maken, want onze knowhow vormt de kern van ons bedrijf”, aldus de general manager van België.
Ondanks de Vlaamse verankering komt de groei van het bedrijf vooral uit opkomende markten, zoals China en Brazilië. “Eigenlijk is het nog ruimer dan dat, want ook in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië zien we potentieel. Consumenten gaan er meer verdienen en hebben geld om vlees te consumeren”, vertelt Dirk De Baets. In China bouwde Nuscience eerder dit jaar al een fabriek waardoor het bedrijf er daar nu twee heeft. “Maar alles wat we daar produceren, is voor de Chinese markt bestemd. Dat is anders in België. Zowat 80 procent van de productie van Drongen wordt naar groeimarkten geëxporteerd.”
De investering in een nieuwe fabriek in ons land drong zich niet alleen op door de nood aan een grotere productiecapaciteit, ook op logistiek vlak was er nood aan een nieuwe site die de bestaande fabrieken in Drongen, Baasrode en Willebroek kon vervangen. “In het verleden moesten we soms drie fabrieken afrijden om één klant te bevoorraden, dat was verloren tijd en geld”, zegt CEO Keereman in De Tijd. Voor Nuscience bood een nieuwe fabriek ook de mogelijkheid om alle nieuwe technologie en procesvernieuwingen op één site samen te brengen. Daarmee is de fabriek volgens het bedrijf uniek in de sector.
De keuze voor Drongen, waar de hoofdzetel van het bedrijf gevestigd is, is gebaseerd op drie pijlers. Enerzijds bevindt de nieuwe productiesite zich vlakbij belangrijke havens, zoals die van Gent, Zeebrugge, Antwerpen en Rotterdam. “En zoals gezegd was het voor ons ook belangrijk om het personeel niet af te schrikken met een al te verre verhuis. Zij zijn echt belangrijk voor Nuscience”, aldus De Baets. Wat ook in het voordeel van Drongen pleitte, was het feit dat het stadsbestuur akkoord was om ruim 55 meter hoog te bouwen. “Dat was echt geen evidentie, maar we moesten echt zo hoog gaan”, beweert Keereman. “Voor veevoeder is het belangrijk zo netjes mogelijk te produceren en wanneer je van boven naar beneden gaat, beperk je het gevaar op contaminatie.”
De aanhoudende malaise in de Vlaamse, en bij uitbreiding Europese veehouderij, vormde voor Nuscience geen struikelblok om een investering van ruim 30 miljoen euro te doen. “Als wereldspeler heb je het voordeel dat je in veel landen actief bent en dat het wel altijd ergens slecht gaat en in andere landen dan weer goed”, aldus De Baets. “Maar dat neemt niet weg dat we moeten vaststellen dat we het op onze thuismarkt heel moeilijk hebben. We ervaren een enorme margedruk. Door de lage prijzen die de veehouders voor hun producten krijgen, besparen ze waar ze kunnen. Wij kunnen nog de beste producten maken, maar als het voor de klant niet opbrengt, dan haakt hij af”, aldus De Baets.
Bron: Eigen verslaggeving/De Tijd