Meer dan schattige kalfjes kijken: Scholieren krijgen STEM-les op de boerderij
ReportageEr zijn weinig plekken waar wiskunde, fysica, biologie en andere STEM-disciplines zo mooi samenkomen als op een boerderij. Afgelopen woensdag zakten de leerlingen van het zesde leerjaar van Vrije Basisschool De Vaart uit Oostkamp af naar Hoeve Ten Eeckhoutte voor een lesmoment. Boer Niels Keereman nam de leerlingen mee op een leerrijke tournee.
De uitstap was voor de kinderen niet alleen een excuus om schattige koeien te zien – al was er daaraan geen gebrek. Volgens Joke Lippens, die onderzoek voert naar ‘professional teaching’ aan de Hogeschool Vives, is de praktijkgerichte context van een boerderij de ultieme plek om wetenschappelijke en wiskundige concepten aan te leren. Het bezoek kadert dan ook binnen het educatieve project ‘STEM op de boerderij’, een samenwerking tussen Inagro en Hogeschool VIVES, met steun van de provincie West-Vlaanderen.
Leerstof voor secundair en derde graad lager
De boerenstiel is vandaag dan ook een pak complexer dan de gemiddelde aflevering van Big & Betsy doet uitschijnen. Melkrobots, gps-gestuurde machines, drones, pneumatische en hydraulische systemen, luchtwassers, zonnepanelen, pocketvergisters en slimme wateropslag zijn slechts enkele van de vele technieken waaruit leerlingen in praktijk kunnen leren. En belangrijk: ook oudere leerlingen.
Volgens Inagro gebeuren er jaarlijks 700 boerderij-schoolbezoeken in West-Vlaanderen alleen, een cijfer dat wellicht een onderschatting is. Maar dat het gros van deze schoolbezoeken gebeuren door kleuters en jonge kinderen, is gezien de educatieve waarde van een boerderij onterecht. Daarom zet het nieuwe STEM-aanbod nadrukkelijk in op de derde graad lagere school en het secundair onderwijs
“We zien het als een uitdaging voor ons, als Inagro, om meer oudere kinderen naar de boerderij te krijgen”, zegt Marijke Willaert, adviseur landbouweducatie. “Maar een boerderijbezoek is voor hen minder vrijblijvend. Een directie is niet happig om een klas een halve dag op boerderij-uitstap te sturen, als hen niet duidelijk is of de leerlingen er ook iets zullen opsteken. Wat dat betreft is onze samenwerking met VIVES zeer waardevol. Zij vertelden ons waar leerkrachten naar op zoek zijn en hoe we op een betekenisvolle manier met de STEM-vakken aan de slag kunnen.”
"Dus daar dient de leerstof voor!"
De lespakketten worden opgesteld aan de hand van enkele kernthema’s: lucht, water, energie, mest, arbeid en tijd. Leraren beslissen samen met de landbouwer welke lesthema’s worden aangesneden. “De thema’s worden mee afgestemd volgens de voorzieningen op de boerderij”, zegt Joke Lippens van VIVES. “Bijvoorbeeld, een melkveehouder met een melkrobot leent zich goed tot een les over arbeid en tijd.”
Waar wetenschap en wiskunde in het klaslokaal soms kan overkomen als een wirwar aan abstracte concepten, krijgen de leerlingen hier een praktijkvoorbeeld waar principes zoals calorieën, het hefboomprincipe en genetica worden toegepast. “Met de boerderij als rode draad kunnen we leerlingen triggeren voor een heel lespakket”, zegt Willaert. “Hoe gaat de landbouwer om met de uitdagingen op zijn boerderij? Hoe verzamelt hij data, wat doet hij daarmee, enzovoort. Een vraag die leerlingen zich vaak stellen is: 'Waarom moet ik dit leren?' Wanneer ze zien hoe nuttig hun leerstof kan zijn in de praktijk, zijn ze veel sterker gemotiveerd."
“Naast het boerderijbezoek is het natuurlijk wel belangrijk om in de klas terug te koppelen op wat men heeft geleerd”, zegt Lippens. “Voorafgaand aan het boerderijbezoek worden de lesthema’s al eens in de klas uitgelegd en na het bezoek volgt een sessie waarin we op alle praktijktoepassingen reflecteren. De vele prikkels en voorbeelden op de boerderij maken dat de leerstof goed blijft hangen.”
Een niet te onderschatten element voor deze succesformule, is natuurlijk de boer zelf. Als een geboren verteller neemt boer Niels Keereman de leerlingen mee op sleeptocht. De melkboer had met zijn enthousiasme niet mis gestaan in het onderwijs, al benadrukt Inagro dat alle deelnemende boeren waar nodig ondersteuning kunnen krijgen. “Niels doet het goed, maar we verwachten niet dat elke deelnemende boer een natuurtalent is om voor de klas te staan”, zegt Willaert. “Boeren die intekenen op het project zijn natuurlijk een beetje bang of ze wel ‘leerkracht’ genoeg zijn, maar dat is absoluut niet nodig. De boer moet vooral een authentiek verhaal vertellen vanuit zijn praktijkervaring, en het is aan de leraar om de expert te zijn op vlak van STEM.”
De landbouwer krijgt in ruil voor de uiteenzetting ook een kleine vergoeding, waarvan 50 euro gesubsidieerd door Inagro. Zo blijven de kosten voor de school beperkt. “De taak van de boer is om een authentieke context te geven aan de leerstof”, zegt Willaert. “Wat we het belangrijkst vinden bij landbouwers, is de fierheid en het enthousiasme om hun verhaal te delen.”
Op STEM-tournee
Aan fierheid is er bij boer Niels geen gebrek. De melkboer ging van start met een uiteenzetting over genetica. Over het feit dat sommige koeien makkelijker spieren kweken, en andere koeien meer melk geven. En over de gerichte fok die maakt dat de dieren zo’n hoge efficiëntie kennen.
Het thema ‘energie en arbeid’ leende zich dan weer tot een spelletje in de praktijk. Eén groep kinderen moest het voer naar de koeien brengen met tobbes, een andere groep werkte met kruiwagens, en boer Niels zette de kinderen op educatieve wijze een hak door met zijn wiellader een hele massa in slechts één trip te vervoeren. Hoewel de aanschaf van de wiellader een investering was voor de boer, konden de kinderen berekenen dat de boer wel héél veel arbeidskrachten zou moeten inhuren om zijn boerderij zonder deze investering draaiende te houden.
Een trip langs de melkinstallatie leek dan weer science fiction voor de leerlingen. De boer demonstreerde de melkrobots en nadien werden de kinderen als melkkoeien met behulp van sensoren in de stallen gesorteerd. Een dag vol leerstof en herinneringen om nooit meer te vergeten. “Mijn leerlingen waren verwonderd over hoeveel technologie er op de boerderij aanwezig is”, zegt Juf Kelly, leerkracht van het zesde leerjaar.
Wordt vervolgd?
Nu het pilootproject is afgelopen, hopen VIVES en Inagro dat het educatieve concept ook volgende schooljaren navolging zal krijgen. Kelly Tavernier, West-Vlaams gedeputeerde voor Onderwijs, toont zich alleszins fan van het concept. “Dit project is een schoolvoorbeeld hoe we onderwijs en ondernemerschap op een zinvolle manier kunnen verbinden”, zegt ze.
Scholen met interesse in het concept, kunnen het lespakket raadplegen op www.metdeklasdeboerop.be/stem-op-de-boederij. Inagro kan de scholen zo in contact brengen met zijn netwerk van bezoekboerderijen en het nieuwe STEM-aanbod. Elk lespakket bestaat uit een leerkrachtenbundel en een leerlingenbundel, met per STEM-hoeve concrete problemen en oplossingen die de boer met behulp van enkele STEM-praktijken te lijf gaat. Zo kunnen leerkracht en landbouwer het bezoek goed voorbereiden en afstemmen op de klaspraktijk.
Bart Naeyaert, West-Vlaams gedeputeerde van Land- en tuinbouw, hoopt dat de cursussen de leerlingen tot meer kan inspireren dan alleen een goed rapport. “Door jongeren op de boerderij te laten kennismaken met een concreet landbouwbedrijf, planten we zaadjes voor de toekomst. Misschien zelfs voor hun studiekeuze of loopbaan.”

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: VILT