Nieuw beleidsplan moet visserij ademruimte geven

Het Vlaams ministerie voor Visserij heeft een nieuw beleidsplan voor het vloot- en quotebeheer. Dat plan moet de visserij leefbaar houden. De Belgische vissersvloot telt op dit ogenblik ongeveer 120 schepen. Het nieuwe vlootbeleid moet dat aantal naar beneden halen. De schepen die overblijven, mogen krachtiger worden, van 957 naar 1200 kW. Maar het totale vermogen van de hele vloot mag niet boven de 66.000 kW stijgen. Dat maximum is opgelegd door de Europese Unie.

"In de loop van dit en volgend jaar willen we ook een apart quotabeleid uitwerken", zegt Johnny Demeyter van het ministerie voor Visserij. Bijzonder aan dat beleid is dat er drie sporen komen. De reders krijgen de keuze uit een collectief benuttingssysteem, een proefproject rond individuele quota en het kustvisserssegment. Tegen 1 maart moeten ze een optie kiezen.

Het collectief benuttingssysteem leunt het dichtst aan bij het bestaande systeem. "Hierbij worden de vangstmogelijkheden toegewezen in functie van het motorvermogen van de schepen en de historische indeling van klein en groot vlootsegment", zegt Marc Welvaert van het ministerie voor Visserij. "Het systeem van individuele quota zou de reder meer vrijheid geven. Hij mag dan individueel een vooraf vastgelegde hoeveelheid vangen of een deel van zijn quota ruilen met een collega".

Het kustvisserssegment is nieuw. Dat segment is bedoeld voor reders met kleinere schepen, tot 70 brutoton of 221 kW. Zij kiezen er voor om geen meerdaagse reizen meer te maken en om telkens in een Belgische vissershaven te vertrekken en aan te komen. De kustvisserij zou weinig beperkingen krijgen opgelegd. "Voor dit segment zoeken we nog naar een nichemarkt voor de afzet", zegt Johnny Demeyter van het ministerie voor Visserij. "Het gaat om dagverse vis van de eigen vloot. We gaan hiervoor de distributie en de horeca aanspreken".

De reders reageren alvast enthousiast op de voorstellen van het ministerie.