nieuws

Nederlanders kweken minimosselen in laboratorium

nieuws
Binnen enkele jaren kunnen we het hele jaar door Zeeuwse mosselen eten. Het Nederlandse 'Roem van Yerseke' heeft als eerste een laboratorium opgericht om minimosselen te kweken. Van het zaad van één schelpdier kunnen ze tachtig keer meer mosselen kweken dan in de natuur. Zo zal het bedrijf ook in mei, juni en juli echte Zeeuwse mosselen kunnen leveren. Bovendien wordt zo het voortbestaan van de soort gegarandeerd. De mosselboeren klagen immers al jaren over een steeds groter tekort aan mosselzaad.
24 maart 2007  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:59
Binnen enkele jaren kunnen we het hele jaar door Zeeuwse mosselen eten. Het Nederlandse 'Roem van Yerseke' heeft als eerste een laboratorium opgericht om minimosselen te kweken. Van het zaad van één schelpdier kunnen ze tachtig keer meer mosselen kweken dan in de natuur. Zo zal het bedrijf ook in mei, juni en juli echte Zeeuwse mosselen kunnen leveren. Bovendien wordt zo het voortbestaan van de soort gegarandeerd. De mosselboeren klagen immers al jaren over een steeds groter tekort aan mosselzaad.

Hatchery & Nursery heet het project dat eigenlijk veel weg heeft van een kraamkliniek voor mosselen. In bakken 'paren' mannetjes- en vrouwtjesmosselen met elkaar en worden de miljoenen embryo's opgevangen met een fijne zeef. "We simuleren hier de natuur, waardoor de mosselen verscheidene keren per jaar kunnen paaien. Paaien is het uitstoten van eitjes of zaadjes", zegt projectleider Pieter Geijsen.

"Voegen we bijvoorbeeld algen toe aan het water en laten we het wat warmer worden, dan 'denkt' de mossel dat het voorjaar is. Het vrouwtje spuit dan 10 miljoen eitjes uit, het mannetje drie keer meer zaadcellen. Als die in aanraking met elkaar komen, hebben we na een uur een mosselembryo, na twee dagen een mossellarve en na drie weken een minimossel van een halve millimeter groot. In de natuur overleeft één procent van dat zaad, de rest wordt opgegeten door vogels of sterft. In onze kweekbakken overleeft liefst 80 procent", luidt het.

Waarom de Nederlanders pas over enkele jaren zullen kunnen starten met de échte kweek? "Omdat we nu nog een fase missen. We kunnen perfect minimosselen kweken, maar die zijn nog te klein om uit te zetten op onze groeipercelen in de Oosterschelde. Daarvoor moeten ze tot 1,5 centimeter groot zijn, zoals de natuurlijk gekweekte mosselen. We hebben dus nog een tussenstap nodig, maar die neemt enorm veel plaats in. Om het mosselzaad te laten groeien tot 1,5 centimeter hebben we enkele duizenden hectare zee nodig. En ook daar moeten we nog onderzoeken hoe onze labmossel zal reageren op de echte natuur", zegt Pieter Geijsen.

De gekweekte mossel zal wel een hogere prijs hebben. Geijsen: "Mosselzaad uit de natuur opvissen, kost een bedrijf 'niets'. De schepen zijn er, het personeel is voorhanden. Maar op grote schaal mosselen kweken, dat kost geld. Daarom zullen onze gekweekte mosselen ook nooit de volledige mosselindustrie inpalmen. Het zal altijd maar om een paar procent van de volledige 'productie' gaan".(KS)

Bron: Het Laatste Nieuws</i>

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek