Mobiele slachteenheden technisch haalbaar, maar FAVV vormt nog obstakel
nieuwsEr ligt nog één belangrijk obstakel op de weg naar mobiele slachteenheden en dat is het Voedselagentschap (FAVV). Het Voedselagentschap stelt dat het karkas van het dier binnen de 45 minuten in het slachthuis afgeleverd moet worden. De Europese regelgeving stelt echter een maximumtijd van twee uur. “Er is een kans dat het Voedselagentschap de maximumtijd zal uitbreiden indien dit haalbaar is naar voedselveiligheid”, zegt minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA).
Deze zomer werd de haalbaarheidsstudie voor een mobiele slachteenheid die minister Weyts bestelde, afgerond. De studieresultaten liepen gelijk met de haalbaarheidsstudie die BioForum samen met Odisee Hogeschool uitvoerde. “De opgevraagde studie besluit dat een mobiele slachteenheid een goede oplossing kan zijn voor het stress- en angstvrij slachten van een dier als er nog enkele obstakels zouden kunnen worden weggewerkt,” antwoordde minister Weyts aan Vlaams parlementslid Stijn De Roo (cd&v) die in een schriftelijke vraag naar de resultaten vroeg.
Louter technisch gezien is een mobiele slachteenheid dus haalbaar. “Maar de slachtkosten zouden ongeveer het dubbele van een reguliere slachting bedragen”, aldus Weyts. Daarnaast is er volgens de minister nog een belangrijk obstakel: de korte maximale tijdsduur waarbinnen het karkas van het dier in het slachthuis moet zijn. Volgens de Europese regelgeving moet het karkas van het dier binnen de twee uur in het slachthuis afgeleverd worden, maar FAVV is hier uit voorzorg strenger en heeft dit beperkt tot 45 minuten. Men legt meer bepaald op dat de dieren van alle ingewanden ontdaan moeten worden indien de geslachte dieren niet binnen 45 minuten na het slachten kunnen verwerkt worden in een erkend slachthuis.
Deze zeer korte tijdsduur van 45 minuten om het dier te doden, het karkas op te laden en dit af te leveren in een slachthuis, maakt dat een mobiele dodingsunit in de praktijk in Vlaanderen momenteel niet haalbaar is. De haalbaarheidsstudie voor een mobiele slachteenheid besluit dan ook dat het enkel zinvol is om verdere stappen te zetten als de maximale tijdsduur van 45 minuten tussen doden en aankomst in het slachthuis verlengd wordt.

Waarom mobiele slachteenheden nog niet uitrijden
27 januari 2023Nog enkele zaken uitklaren
Minister Weyts laat weten dat hij dit verder op zal volgen. Er is immers een kans dat het tijdslot van 45 minuten verlengd kan worden door FAVV als er garanties worden geboden op vlak van voedselveiligheid. Dit liet het Voedselagentschap eerder aan VILT weten. Aan de universiteit van Luik liep een wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke effecten van de verlenging van de tijdsduur van 45 minuten op de voedselveiligheid. Dit onderzoek werd in juli 2023 afgerond, maar de resultaten zijn nog niet bekend.
“Als deze resultaten gunstig zijn, zal een overleg opgestart worden met het FAVV om te bekijken of een verlenging van de maximale transportduur mogelijk is. Eens dat het geval is, zullen nog een aantal zaken met het FAVV moeten uitgeklaard worden, zoals hoe precies de erkenning van een mobiele slachteenheid moet gebeuren en welke gevolgen dit kan hebben voor het slachthuis waar een mobiele slachteenheid van af hangt”, duidt minister Weyts. “Op dat moment zal ik verder overleggen met minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA).” Want ook het departement Omgeving en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), onder de bevoegdheid van minister Demir, zijn betrokken als het gaat over mobiele slachteenheden. OVAM waakt namelijk over de regelgeving voor alles wat betreft het slachtafval dat ontstaat bij de activiteit. En het Departement Omgeving wordt erbij betrokken in functie van de vergunningen.
“Intussen wordt de tijd zeer kort om de regelgeving nog deze legislatuur aangepast te krijgen”, zegt De Roo. “Voor landbouwbedrijven die hun producten via de korte keten willen aanbieden aan de consument is de aanpassing van de regelgeving voor het opzetten van mobiele slachteenheden noodzakelijk, waarbij volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn niet uit het oog mogen verloren worden.”
Bron: Eigen berichtgeving