Mistoestanden in Zuid-Italiaanse landbouw duren voort

Volgens een onderzoek van Artsen Zonder Grenzen, gevoerd in 2007, worden Afrikaanse seizoenarbeiders in de Zuid-Italiaanse landbouw nog altijd systematisch uitgebuit en mishandeld. Nog altijd, want de medische hulporganisatie kwam in 2004 al tot een gelijkaardige vaststelling. Vandaag is er nog altijd niets veranderd aan de situatie van de veelal illegale seizoenarbeiders in het zuiden, stelt het rapport, dat de prangende titel 'Een seizoen in de hel' heeft gekregen.

De landbouw in het zuiden van Italië teert voor een groot stuk op voornamelijk illegale en daardoor rechtenloze immigranten, die in hoofdzaak uit zwart Afrika komen. "Voor een rechtstaat en een ontwikkeld land als Italië zijn de omstandigheden waarin die immigranten werken en leven onaanvaardbaar", stelt Artsen Zonder Grenzen in het rapport. De immigranten krijgen vaak een hongerloon. Zo'n 38 procent slaagt er niet in geld naar huis te sturen, omdat overleven in Italië al moeilijk genoeg is. De meeste seizoenarbeiders komen in Zuid-Italië in extreme armoede terecht.

Artsen Zonder Grenzen trekt opnieuw aan de alarmbel: "De getuigenissen van die immigranten lijken op verhalen uit een humanitaire crisis". De grote meerderheid van de seizoenarbeiders zijn mannen, tussen twintig en veertig jaar oud. Zij komen krachtig en gezond aan in Italië, maar worden erg vlug ziek bij gebrek aan drinkbaar water of een droge, propere plek om te slapen. De hulporganisatie heeft 643 immigranten onderzocht en daarna geïnterviewd. Negentig procent werkte zonder contract. Arbeiders die met chemicaliën in aanraking komen, kregen alleen keukenhandschoenen om zich te beschermen.(KS)

Meer informatie: Rapport 'Una stagione all'inferno'