Microkrediet oogst geen mirakels in Afrika

nieuws
Het concept van microkrediet is eenvoudig en geniaal tegelijk. Kleine leningen moeten arme ondernemers, die bot vangen bij grote banken, in staat stellen toch een zaak uit te bouwen. De nieuwe uitdaging is microkrediet voor landbouwers. De Standaard ging in Oeganda een kijkje nemen en stelde vast dat microfinanciering een macro-business geworden is.
31 oktober 2009  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:09
Lees meer over:

Het concept van microkrediet is eenvoudig en geniaal tegelijk. Kleine leningen moeten arme ondernemers, die bot vangen bij grote banken, in staat stellen toch een zaak uit te bouwen. De nieuwe uitdaging is microkrediet voor landbouwers. De Standaard ging in Oeganda een kijkje nemen en stelde vast dat microfinanciering een macro-business geworden is.

Hoewel de arme bevolking in ontwikkelingslanden al heel lang geld leent via allerlei informele circuits, was het de Bengaalse professor Muhammad Yunus die het systeem van het microkrediet echt uitbouwde in de jaren zeventig en de Grameen Bank oprichtte. Voor zijn werk kreeg hij in 2006 de Nobelprijs voor de Vrede. Inmiddels is het systeem helemaal uit zijn voegen gebarsten.

Wie Oegandese steden of dorpen binnenrijdt, merkt steeds weer reclamepanelen op voor bier, telecom en, jawel, microkrediet. Grote borden van instellingen als Trust Microfinance en Uganda Microfinance Limited staan overal langs de kant van de weg. Zelfs in afgelegen dorpjes krioelt het van de kleine bankkantoortjes.

Een groep landbouwers uit het dorpje Katwazo, zit verzameld in de schaduw van een gigantische mangoboom. Samen hebben ze ongeveer 2.000 euro geleend. Het geld is verdeeld onder een tiental gezinnen. Hun lening loopt over twee jaar en elke maand moeten ze drie procent interest betalen. De groepsdruk helpt om iedereen bij de les te houden. Want als één boer niet kan terugbetalen, komt de hele groep in de problemen. Als een gezin het toch eens moeilijk heeft, lenen ze geld aan elkaar tegen een rente van 5 procent.

Een en ander leidt tot erg ingewikkelde constructies en onderlinge spanningen komen veelvuldig voor. Waar ze het geld voor gebruiken? "Om het schoolgeld van de kinderen te betalen", roept een vrouw spontaan. Dus niet om hun landbouwactiviteiten te ontwikkelen? Paniek. Snel wordt een nieuw antwoord bedacht. Op papier staat immers dat ze met het geld meststoffen kopen om hun bananenproductie te verhogen. De realiteit is anders en de boeren van Katwazo zijn geen uitzondering.

Ebo Sacco is de instelling waarvan de boerengroep van Katwazo lid is. De bank, een van de grootste in de omgeving, wordt gesteund met Belgisch geld. In totaal is er momenteel zo'n 250.000 euro uitgeleend. Dat de rente zo hoog ligt, is logisch omdat de risico's enorm zijn. Bovendien heeft Ebo heel wat kosten. Voor transport bijvoorbeeld. Het is niet eenvoudig om boeren op te zoeken in huisjes op afgelegen en moeilijk bereikbare stukken grond.

Manager Joseph Mugume beweert dat iedereen alles keurig terugbetaalt. Liefst 95 procent van zijn klanten zijn zelfs boeren, dat lijkt een record. "Klopt niet", zegt Januario Ntungwa, de microfinancieringsexpert van de Belgische ngo Trias. "Algemeen genomen kun je stellen dat 5 procent nooit terugbetaalt. Maar managers schrijven die bedragen niet af. Ze durven er niet voor uit te komen als het misloopt. De klanten zijn meestal ook aandeelhouders".

Volgens Ntungwa betaalt betaalt 11 procent van de klanten bij Ebo niet op tijd terug en ook het hoge aantal boerenklanten blijkt niet te kloppen. "Zo goed als iedereen in Oeganda kan een boer genoemd worden. Ook bedrijfsleiders die thuis een bananenveld hebben, worden in de statistieken opgenomen als landbouwers want dan moet Ebo minder belastingen betalen. In realiteit zal het cijfer rond de 15 procent liggen. We proberen hen te overtuigen om meer landbouwleningen uit te schrijven".

Een groot probleem is dat mensen in Oeganda voortdurend met geld aan het schuiven zijn. "Ze lenen bij een instelling om hun lening elders af te betalen". Ook het feit dat het krediet in consumptie in plaats van productie geïnvesteerd wordt, kan tot moeilijkheden leiden. "Er zijn nu debatten over het feit of het systeem uitgebreid moet worden naar consumptieleningen. In de praktijk gebeurt dat al. Het is zinvol, want hoe kun je met arme mensen over business praten als ze niet eens voldoende eten hebben en basisvoorzieningen ontbreken?"

Ook de wantoestanden moeten aangepakt worden. Kantoren met slechte bedoelingen lokten klanten met opbrengsten tot 20 procent op hun spaargeld. Ze bleken het geld gewoon te stelen. Het vertrouwen van veel Oegandezen is dan ook volledig weg en het is vaak moeilijk om hen te overtuigen toch te lenen en te sparen bij microkredietinstellingen. Vaak worden de kleine banken ook voor politieke doeleinden gebruikt. Om kiezers te paaien en aan zich te binden. Er is dus dringend nood aan meer regulering.

Ondanks het feit dat microkrediet veel voordelen heeft en het een belangrijke hefboom kan zijn om uit armoede te ontsnappen, komen na de roes van de Nobelprijs nu ook meer de mislukkingen en wantoestanden aan het licht. "Maar wat is het alternatief? Geen toegang hebben tot leningen? Microkrediet is dan het minste kwaad", besluit Ntungwa.

 

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek