Melkveehouders blijven alarmbel luiden

Als er niet snel iets gebeurt, is er geen toekomst meer voor de volgende generaties melkveehouders. Die waarschuwing komt van de Overleggroep Vlaamse Melkveehouders (OVM), een jonge vereniging van een 200-tal vooruitstrevende gezinsbedrijven. "We moeten jaarlijks 15.000 liter melk meer mogen leveren, om ons dalend inkomen te kunnen opvangen", zegt OVM. Maar daarvoor moet dan wel de wetgeving wijzigen om het "melkquotum" terug vrijer verhandelbaar te maken.

"De Belgische melkveehouderij raakt steeds verder achterop ten opzichte van de Europese collega's", zo schreef het zuivelbedrijf Campina in zijn laatste nieuwsbrief. Op de Europese ranking zakt België steeds verder weg. Qua bedrijfsomvang is de positie van de Belgische melkveehouderij in enkele jaren tijd gezakt van de vijfde naar de negende plaats.

Het Belgisch melkveebedrijf beschikt over een gemiddeld "melkquotum" van 176.715 liter. Het melkquotum is een soort productierecht dat bepaalt hoeveel melk elk bedrijf jaarlijks mag leveren. Wie zijn quotum overschrijdt, moet een boete betalen. Het gemiddelde quotum is in ons land in de periode 2000/2001 met 3,4 procent gestegen in vergelijking met het jaar voordien. Dat is de kleinste stijging van alle EU-landen, vooral te wijten aan het feit dat vooral de kleinere bedrijven hun quotum verkopen.

Voor '96 kon het melkquotum vrij worden verhandeld tussen de melkveehouders, na '96 werd deze "mobiliteit" sterk aan banden gelegd. Er werd toen een fonds opgericht dat de overdracht van melkquota regelt. Stoppende melkveehouders kunnen aan een vaste prijs verkopen aan het fonds en melkveehouders die meer quotum wensen kunnen inschrijven om te kopen. Alleen in familieverband en bij overname van een volledig bedrijf kan een quotum nog vrij doorverkocht worden zonder langs het fonds te moeten.

Door de invoering van het fonds is de prijs die moet betaald worden om een quotum te kopen dan wel gedaald, maar daardoor wordt er eveneens zo weinig aangeboden aan het Fonds. Handel is er nauwelijks. Sinds de oprichting van het fonds hebben jonge melkveehouders (-35 jaar) jaarlijks slechts 4.634 liter kunnen bijkopen terwijl de andere boeren het met een schamele 2.123 liter (wat overeenkomt met één koe extra per 3 à 4 jaar) moesten tevreden zijn. De strenge quotumreglementering en het quotumfonds drukken de Belgische melkveehouderij zo in de achterhoede.

De achterstand tot onze buurlanden wordt steeds groter. Om te overleven moeten we groeien, zeggen de Vlaamse melkveebedrijven. Het melkquotum is voor ons nog het enige dat rendement oplevert, zeggen melkveehouders Etienne De Wilde en Raf Aertsen van OVM.

Lees ook: opinie Roger Cornelissen: "Schaalvergroting moet melkveesector leefbaar houden"