Meer dan de helft van de EU-burgers is te dik

Sinds 1980 is de levensverwachting bij geboorte binnen de Europese Unie met zes jaar toegenomen. Minder positief nieuws is dat één jonge Europeaan op zeven tussen 11 en 15 jaar overgewicht heeft of aan obesitas lijdt. Wordt gekeken naar alle EU-burgers, dan stijgt dat cijfer tot meer dan 50 procent voor overgewicht en 15,5 procent voor obesitas. Dat blijkt uit een nieuw gezondheidsrapport van de Europese Commissie en de OESO.

De Europese Commissie en de OESO noemen het zorgwekkend dat één jonge Europeaan op zeven reeds overgewicht heeft of aan obesitas lijdt. In de zuid-Europese landen gaat het zelfs om één op vijf. In België kampt 13 procent van de jongens en 10 procent van de meisjes met obesitas. De kwaal, waarvan de gezondheidsrisico's groter zijn dan van overgewicht, treft meer dan 20 procent van de bevolking in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Malta en Ijsland.

De mate waarin obesitas voorkomt, is in de meeste EU-lidstaten meer dan verdubbeld in de voorbije 20 jaar. De kosten voor de gezondheidszorg dreigen navenant op te lopen. Een studie uit het Verenigd Koninkrijk schat dat de kosten van obesitas en overgewicht met 70 procent zullen oplopen tussen 2007 en 2015 en 2,4 maal hoger zullen liggen tegen 2025.

Behalve over voedingsgedrag bevat de studie ook gegevens over de levensverwachting en het rook- en drinkgedrag van EU-burgers, over sterftecijfers en het voorkomen van ziekten, enz. Het rapport toont aan dat er grote verschillen zijn tussen de Europese landen op het vlak van de gezondheidstoestand van de bevolking, risicofactoren voor de gezondheid, gezondheidsuitgaven en financieringsbronnen.

De gezondheidsuitgaven zijn in Europa sneller toegenomen dan de economische groei. In 2008 besteedden de lidstaten gemiddeld 8,3 procent van hun BNP aan gezondheidsuitgaven, terwijl dat tien jaar eerder nog 7,3 procent was. België zit in het koppeloton, met een percentage van 10,2 procent.

Meer info: Public Health