nieuws

Limburg vreest voor voortbestaan van grauwe gors

nieuws
De afgelopen tien jaar is het aantal grauwe gorzen in Limburg gedaald met ongeveer 70 procent. Daarmee is de grauwe gors de vogelsoort met de sterkste terugval in Vlaanderen. Ondanks het stijgend aantal beheerovereenkomsten die landbouwers aangaan om hun velden akkervogelvriendelijk te beheren, blijft de vogel het moeilijk hebben.
7 mei 2012  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:18
Lees meer over:

De afgelopen tien jaar is het aantal grauwe gorzen in Limburg gedaald met ongeveer 70 procent. Daarmee is de grauwe gors de vogelsoort met de sterkste terugval in Vlaanderen. Ondanks het stijgend aantal beheerovereenkomsten die landbouwers aangaan om hun velden akkervogelvriendelijk te beheren, blijft de vogel het moeilijk hebben. Dat blijkt uit het rapport ‘Verspreiding en ecologie van de grauwe gors in Limburg’.

De grauwe gors is een zangvogel die wat weg heeft van een veldleeuwerik, maar dan met een dikke snavel. Van origine is het een steppevogel, maar hij komt al eeuwen voor in het landbouwgebied van zowat heel Europa. Vroeger kwamen grauwe gorzen in heel Limburg voor, behalve in het hoge noorden. Nu zijn er enkel nog populaties in het uiterste zuiden van Limburg, in droog Haspengouw.

In heel Vlaanderen zitten nog ongeveer 225 tot 250 broedparen, in Limburg naar schatting nog zo’n 100 à 125. “In 2000 hebben we nog vijf tot zes koppels geteld in Lanaken, nu geen enkel meer. In Bilzen hadden we er 40 tot 50, nu nog maar zeven. En in Riemst zagen we in 2000 60 tot 70 broedparen, terwijl dit er nu nog maar acht zijn. Waar de grauwe gors vroeger nauwelijks te tellen was, zijn ze in tien jaar tijd zo goed als verdwenen”, zegt Jan Gabriëls, voorzitter van de Limburgse vogelwerkgroep.

Nochtans worden er in Limburg al vijf jaar lang velden ingezaaid met wintervoeders voor deze gorzen en andere akkervogels. In 2010 nam het aantal beheerovereenkomsten voor akkervogels sterk toe. Hierbij laten landbouwers graangewassen staan als wintervoeder voor de vogels of leggen ze bloemrijke graanranden aan zodat de dieren meer nestgelegenheid en beschutting hebben. Uit de eerste wintertellingen van onder meer Natuurpunt en Werkgroep Grauwe Gors blijkt dat het aantal overwinteraars is toegenomen en dat de vogels dus baat hebben bij deze maatregelen.

Toch is Jan Gabriëls ervan overtuigd dat er meer moet gedaan worden om de grauwe gors te redden. “Er zijn zeker landbouwers die mee op de kar springen, maar het zijn er veel te weinig voor zo’n groot gebied als Haspengouw.” Gabriëls wil zeker niet de schuld op de boeren steken. “Het is een complex verhaal. Het is voor een landbouwer niet meer rendabel om te werken met een mozaïek aan teelten, net dat landschap waar akkervogels in gedijen. En dus wordt er gekozen voor monotone gewassen. Het akkervogelvriendelijk maken van velden, is daarbij slechts een druppel op een hete plaat.”

Bron: eigen verslaggeving/Het Belang van Limburg

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek