Leaderproject moet everzwijnenplaag in Kempen indammen

De populatie everzwijnen in de Kempen neemt jaar na jaar toe. Hoeveel het er exact zijn, is moeilijk te bepalen. Er zijn alleen cijfers over het aantal gedode dieren. Vorig jaar werden in de bossen van Mol-Postel 160 overleden everzwijnen geteld, terwijl er in 2015 80 werden geregistreerd. Om het aantal everzwijnen in de Kempense bossen in te dijken, is vorig jaar een Leaderproject gestart. Daarbij wordt een samenwerking met jagers en landbouwers opgezet en worden investeringen gedaan in materiaal voor drukjachten.

Dirk Adriaensen van het Leaderproject Kempense everzwijnen ziet een aantal redenen voor de verhoogde populatie everzwijnen in de regio. “Door de zachte winters van de laatste jaren zijn de overlevingskansen van pasgeboren everzwijnen groter geworden. Bij koude temperaturen overleeft de helft van de jongen niet. Bovendien vinden de dieren door de klimaatverandering meer voedsel in de bossen”, meent hij. De everzwijnen zijn vanuit de Ardennen via Limburg naar Postel gekomen. Intussen komen er ook meldingen van everzwijnen in de staatsbossen in Ravels.

In 2016 werden 160 overleden dieren geteld in de bossen van Mol-Postel. “Ongeveer 30 everzwijnen lieten het leven na een aanrijding, de rest is het resultaat van drukjachten”, weet Adriaensen. Om het succes van die drukjachten op te drijven, werd er via het Leaderproject geïnvesteerd in een 20-tal drukjachtkansels. “Dat zijn verhoogde platformen waar een jager op kan staan. Voor zijn eigen veiligheid is het beter dat hij op een verhoog staat tijdens de jacht op everzwijnen. In de heuvelachtige Ardennen is dat geen probleem, maar in onze vlakke Kempen wel.”

In het begin ontbrak het de Kempense jagers aan ervaring om op de everzwijnen te jagen, maar dat werd verholpen door ervaring te gaan opdoen in de Ardennen. “We hebben ook geleerd uit de drukjachten die we hier al hebben gedaan”, vertelt jager Johan Broeckx. “Zo konden we al eens 22 en eens 24 dieren schieten bij een drukjacht.” Via het Leaderproject wordt ook de samenwerking met de plaatselijke landbouwers gestimuleerd. Als een landbouwer merkt dat er een everzwijn op één van zijn velden is geweest, moet hij dat melden. Een jager gaat dan proberen het dier te schieten. “Een goede zaak”, beweert Broeckx, “zo kan sneller opgemerkt worden waar everzwijnen zich schuilhouden.”