Label voor centra die geen invasieve exoten aanbieden

Bijna één vijfde van de planten in stedelijke gebieden zijn van exotische oorsprong. In sommige gevallen werden de planten verkocht in tuinbouwcentra, maar bleken ze nadien invasief van aard te zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de reuzenberenklauw. Daarom werken wetenschappers met de tuinbouwsector aan een AlterIAS-label voor centra die bepaalde invasieve exoten niet verkopen.

Volgens Wouter Van Landuyt (42), specialist exotische planten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), blijkt uit tellingen dat één vijfde van de planten in stedelijke gebieden vaak van exotische oorsprong zijn. Dat vertelt hij in De Morgen. In Gent bijvoorbeeld is er een probleem met de grote waternavel, een schadelijke waterplant uit Zuid-Amerika die ander leven in beken en vijvers onmogelijk maakt, maar ook met de Japanse duizendknoop en de reuzenberenklauw.

“Alle drie zijn deze exoten als sierplant aan hun ‘invasie’ begonnen”, stelt hij. “In tuinbouwcentra kon je ze kopen als tuinplant. Pas later bleken ze invasief van aard te zijn.” Daarom werken wetenschappers momenteel samen met de tuinbouwsector aan een AlterIAS-label voor centra die bepaalde invasieve exoten niet verkopen. “Bepaalde soorten zijn moeilijk uit het assortiment van tuincentra te schrappen. Voor de rhododendron bijvoorbeeld is het onbespreekbaar.”

Van Landuyt nuanceert echter de omvang van het probleem. “Tot nog toe zijn in Vlaanderen geen inheemse soorten uitgestorven door de ‘invasie’ van exoten, al kan plaatselijk verdrukking ontstaan. Gelukkig zijn slechts 10 procent van de exotische planten invasief. De overgrote meerderheid, zoals bepaald onkruid dat hier terechtkomt door de handel in graan, heeft niet de neiging zich te verspreiden.”