Kunnen landbouwers met een aflopende vergunning nog een lening krijgen?
Hoe gaan banken om met landbouwbedrijven die een lening wensen aan te gaan maar wiens vergunning op korte termijn afloopt? Zowel KBC als Crelan erkennen dat dit een gevoeligheid is die speelt bij het al dan niet verlenen van een vergunning en dat elk dossier op dat vlak individueel wordt bekeken. “We moeten inderdaad de nodige flexibiliteit aan de dag leggen”, klinkt het bij KBC. Crelan verwacht dan weer dat landbouwers zelf ook goed nadenken over hun beslissing.
Eind augustus liet VILT Crelan aan het woord over de impact van de stikstofcrisis op de investeringsbereidheid van de Vlaamse landbouwers. In de intensieve veehouderij is er sprake van een stand still, zo was te horen. Niet veel later liet een landbouwer aan onze redactie weten dat hij geen lening krijgt omdat zijn vergunning maar tot 2031 loopt. Het bedrijf zette naar eigen zeggen volop in op de korte keten en wou een aardappelloods bouwen om in de toekomst ook aardappelen rechtstreeks aan de consument te verkopen. Maar nu wil de bank, Crelan in zijn geval, hem geen lening geven.
Crelan: “Spiegel voorhouden”
Wij polsten bij de twee grootste landbouwbanken KBC en Crelan naar de manier waarop zij omgaan met aflopende vergunningen en leningen die een stuk langer lopen dan de lopende vergunning. Crelan, de bank die volgens de landbouwer de lening weigerde omwille van een aflopende vergunning, wil er eerst en vooral op wijzen dat in het dossier waarvan sprake is, nog geen definitieve beslissing is genomen. “De initiële beslissing was inderdaad niet positief, maar we gaan hierover verder in gesprek met de boer”, zegt Wim Vranken, Head of Analysis & Acceptance Agriculture bij Crelan.
Bovendien wordt een kredietdossier nooit als gevolg van één parameter afgewezen, meent Vranken. Het gaat volgens hem altijd om een combinatie van factoren. “De verwerpingsgraad vandaag ligt zelfs lager dan in 2020 (voor het stikstofarrest), ook in Vlaanderen”, klinkt het. “We hebben ook nog geen kredietaanvragen afgewezen enkel en alleen omwille van de vergunning.”
Vranken erkent dat kredietverlening geen exacte wetenschap is. “Zeker vandaag niet. Sowieso worden in de landbouw al relatief weinig kredietaanvragen verworpen. De huidige moeilijke vergunningsverlening is een extra parameter die erbij komt in de beoordeling”, stelt hij.
Crelan vindt het belangrijk om bij grote investeringen een spiegel voor te houden aan de landbouwer. “We verwachten dat de klant zelf al anticipeert: Welk toekomsttraject ziet hij voor zijn bedrijf? Wat als er een bepaalde tak op het bedrijf moet afgestoten worden? Welk plan B is er voorhanden?, enz. Dat betekent niet dat we zekerheid vragen. Wel dat mensen er goed over nadenken en een verantwoorde beslissing nemen. Waar nodig denken we mee en zoeken we samen naar oplossingen. Een zwart-wit-verhaal is het zelden of nooit”, benadrukt Vranken.
KBC: “Gevoeligheid die speelt”
Ook bij KBC wordt rekening gehouden met de impact van het stikstofdossier op hervergunningsaanvragen. “Dat is inderdaad een gevoeligheid die speelt”, zegt Jan Leyten, Economist Agro bij KBC. Hij wijst er wel op dat het probleem vandaag maar in beperkte mate aan de orde is. “Door de huidige stand still in het vergunningenbeleid is het inderdaad zo dat het aantal grote kredietdossiers, zoals dat het geval is voor de bouw of renovatie van een stal, relatief beperkt is. We ontvangen vandaag veel minder van die grote aanvragen”, legt Leyten uit.
Komt er wel een aanvraag binnen, dan bekijkt KBC dat dossier per dossier. Naar aanvragen van veebedrijven met een hoge impactscore wordt anders gekeken dan naar die van bedrijven met een lage impactscore. “De individuele benadering speelt een grote rol. En daarnaast leggen we de nodige soepelheid aan de dag”, verduidelijkt Leyten de geest van het kredietbeleid van KBC.
Bron: Eigen berichtgeving
