Koopkracht neemt toe ondanks stijging voedselprijzen

De afgelopen weken dook de ene prijsstijging na de andere op - van vlees, spaghetti tot melk, brood en chocolade - en donderdag duikelde de beursindex Bel-20 drie procent lager tot 3.989 punten, onder de kaap van 4.000 punten dus. Je zou je voor minder zorgen maken over je portemonnee. En toch zijn er geen aanwijzingen dat de koopkracht van Belgische gezinnen dit jaar zal dalen, zegt het Federaal Planbureau. Meer nog, onze koopkracht zal dit jaar met 1,5 tot 2 procent in de lift zitten, voorspelt de denktank.

Het reële beschikbare inkomen, de waardemeter voor onze gemiddelde koopkracht, stijgt om twee redenen. Allereerst is er meer werkgelegenheid in ons land dankzij de hausse op de arbeidsmarkt, waardoor er almaar meer Belgen over een loon beschikken. Ten tweede stijgt de gezondheidsindex, waarmee lonen en sociale uitkeringen worden geïndexeerd, sneller dan de consumptieprijsindex, de graadmeter van het algemene prijspeil. Dat laatste komt omdat energieprijzen dit jaar gemiddeld lager zullen uitvallen dan in 2006. Dat oefent een neerwaartse invloed uit op de consumptieprijsindex, waar motorbrandstoffen in opgenomen zijn, en niet op de gezondheidsindex, die geen rekening houdt met motorbrandstoffen.

De stijgende voedingsprijzen mag je volgens het Planbureau niet dramatiseren. "Voedingsproducten maken maar 19 procent van de consumptieprijsindex uit en het is niet omdat de sterk gemediatiseerde prijsstijgingen van melk en brood groot zijn, dat alle voedingsmiddelen in dezelfde mate duurder worden. Bovendien worden niet alle stijgingen van de grondstoffenprijzen doorgerekend in de eindprijzen. Het lijkt me dan ook te vroeg om al te grote conclusies voor het reëel beschikbaar inkomen te trekken uit de sterke prijsstijging van voedingsproduct A of B", zegt Bart De Ketelbutter, economist bij het Planbureau.

Het Planbureau blijft voorlopig uitgaan van een koopkrachtstijging met 2 procent in 2007. Het is geen uitgemaakte zaak dat die prognose neerwaarts herzien wordt in het rapport ter voorbereiding van de begrotingscontrole, dat eind september uitkomt. "Zelfs indien de inflatie hoger zou blijken te zijn dan we tot nu toe gedacht hadden, dan blijft de groei van het reëel beschikbaar inkomen nog altijd vrij mooi en in ieder geval positief", zegt De Ketelbutter. In het slechtste scenario komen we uit op een koopkrachtgroei met 1,5 procent.(KS)