Klimaat

Word jij ook klimaatmanager?
29 december 2011  – Laatste update 4 april 2020 15:53
Lees meer over:

Hoe kun je als land- of tuinbouwer inspelen op de maatschappelijke vraag naar klimaatneutrale oplossingen en er zelf ook beter van worden? Welke technieken kunnen win-winsituaties opleveren voor zowel de landbouw als het klimaat?

Wetenschappers zijn het erover eens: de opwarming van de aarde valt echt niet meer te ontkennen. Ook in Vlaanderen voelen we vandaag al gevolgen van het broeikaseffect. Cijfers van het KMI voor de afgelopen 30 jaar laten extremere weersomstandigheden zien, zoals meer winterneerslag, grotere zomerdroogte en hogere temperaturen. Vlaams klimaatexpert Patrick Willems van de K.U.Leuven berekende dat de Belgische winters tijdens de komende 100 jaar 60 procent natter en de zomers 70 procent droger kunnen worden. In zijn rapport waarschuwt hij voor de maatschappelijke gevolgen op het vlak van landbouw, biodiversiteit, overstromingen, grondwater en scheepvaart.

Kruispunt van domeinen

AnneGobinVITO_Janssens.1.jpg‘De landbouw zal meer vragen uit andere beleidsdomeinen krijgen.’

Internationale experts hanteren voor de aanpak van de klimaatverandering een 3-sporenbeleid. Als eerste pijler geldt het voorkomen van uitstoot. De tweede pijler is het verlichten van de schadelijke effecten. De derde zet in op het aanpassen aan de nieuwe situatie. ‘Die 3 sporen zijn zeker ook nuttig voor de land- en tuinbouw, die een belangrijke rol speelt in het klimaatverhaal,’ zegt Anne Gobin, projectmanager ‘agri-environment & climate change’ bij het VITO. ‘Daarmee verwijs ik deels naar de uitstoot van de sector. Maar de landbouw is vooral ook een beheerder van de koolstofcyclus en leverancier van andere diensten aan de maatschappij. De sector investeert bijvoorbeeld mee in de biodiversiteit die ons ecosysteem beter bestand maakt tegen klimaatverandering. Ik verwacht dat landbouw de komende jaren nog meer door vragen uit andere beleidsdomeinen zal worden beïnvloed.’

Het klimaatverhaal biedt kansen om bijkomende maatschappelijke diensten uit te bouwen. Maar de land- en tuinbouw zal ook in zijn basisactiviteit van voedselproductie elementen moeten bijsturen. Klimaatexpert Patrick Willems voorziet voor zowat alle plantaardige sectoren oogstverliezen, behalve voor de winter- en voorjaarsteelten. De verwachte temperatuurstijging en neerslagtekorten zullen bij de huidige teelten tot een lagere opbrengst leiden, terwijl de verhoogde CO2-concentraties een licht positief effect hebben. De dierlijke sector moet dan weer met drogere lucht, meer hittestress en een lagere voederopname afrekenen. Bij een ongewijzigde bedrijfsvoering zou dat volgens Willems’ cijfers een licht verminderd productieresultaat veroorzaken, van 9 procent voor schapen, 8 procent voor runderen, 6 procent voor varkens en 3 procent voor pluimvee.

Oogstverliezen opvangen

Lees ook:
22 adaptatiemogelijkheden
De afdeling Monitoring en Studie stelde in een beleidsvoorbereidende studie 22 maatregelen voor om de Vlaamse land- en tuinbouw aan een veranderend klimaat aan te passen. Voor de dierlijke sector gaat het om ingrepen zoals staldaken isoleren of om het selecteren op hitteresistente rassen. De plantaardige sector krijgt tips zoals het aanpassen van oogstdata, het overschakelen op andere bodembewerking of het uitbouwen van irrigatie. In het kader hierboven vind je de volledige lijst uit de studie. Maar het klimaatverhaal eindigt uiteraard niet bij dit pakket maatregelen. ‘De grootste uitdaging ligt er momenteel in om technieken te vinden die het klimaat sparen en tegelijk voordeel opleveren voor de sector’, zegt Anne Gobin.

koolstofgehalte.dossier_Janssens.jpgDe VITO-medewerkster gelooft vooral in het potentieel van de landbouw om koolstof op te slaan en daardoor de uitstoot van broeikasversterkende koolstofverbindingen te beperken. ‘Hiermee verwijs ik deels naar opslag in de geteelde planten, maar voornamelijk ook in de bodem. Een van de opties die ik onderzoek, is het opzetten van een koolstofmarkt naar het voorbeeld van de CO2-rechten. Maar een politieke consensus hierover lijkt nog veraf. Op korte termijn lijken de mogelijkheden van landbouwpraktijken die de koolstofopslag waarborgen me belangrijker. Zowel het klimaat als de landbouwbedrijven hebben daar baat bij.’ Zoals de kaart aangeeft, gaat het koolstofgehalte of de organische stoftoestand, – die voor een groot deel de vruchtbaarheid en bodemstructuur bepaalt – er in Vlaanderen al een aantal jaar op achteruit.

Biochar en andere opties

Zowel op het veld als bij onderzoekers bestaat er door de klimaatverandering een hernieuwde aandacht voor praktijken als gereduceerde bodembewerking, groenbedekkers, graslandbeheer en composteren. Daarnaast worden innovatieve technieken en producten zoals biochar verder ontwikkeld. Biochar ontstaat bij het omzetten van biomassaresten naar bio-energie. Verwacht werd dat het de bodemvruchtbaarheid zou verhogen en koolstof langdurig in de bodem zou opslaan, maar de impact op Vlaamse bodems valt tegen. Momenteel onderzoekt ILVO biochar op mogelijke toxicologische effecten en wettelijke obstakels.

Lees ook:
"Nu al minder graan door klimaat"
Ook de teelt van koolzaad krijgt door het klimaatverhaal een extra impuls. Het areaal koolzaad in Vlaanderen mag dan de voorbije jaren tot 450 hectare gezakt zijn, Inagro of het vroegere POVLT-Beitem boekte in 2010-2011 mooie economische resultaten. De teelt en de verwerking – met mobiele koolzaadpers en koolzaadkoeken als veevoeder – liepen vlot.

Wil je vooraf berekenen wat koolzaad, grasland of een andere teelt betekent voor het koolstofgehalte van je percelen? Dat kan, met de koolstofsimulator die het departement LNE heeft laten ontwikkelen (zie contactgegevens onderaan). Je voert het huidige koolstof­gehalte van je perceel, de grondsoort en de historiek in. Klik, en de gratis software schetst de impact van verschillende opties: rotaties van 1 tot 4 jaar, met 1 tot 3 teelten per jaar, met ingewerkte oogstresten of niet, met verschillende mogelijkheden qua bemesting en bodem­verbeteraars, enzovoort.

Hennep en bermmaaisel

Naast koolstof zijn er nog andere hoofdrolspelers in het klimaatverhaal. Bij een duurzame productie hoort ook het inperken van de stikstof-, methaan- en ozonuitstoot. Een filosofie als cradle-to-cradle, letterlijk van wieg tot wieg, wil producten ontwerpen zonder afval te genereren. Hierbij streef je naar schonere grondstoffen en het hergebruik van alle neven- en restproducten. De verwerkende industrie kijkt meer en meer naar natuurlijke grondstoffen als hout, gras, kokos, vlas, hennep, katoen, stro, riet, schapenwol en pluimen. In het kader van een Interreg-project deed Inagro de voorbije maanden heel wat ervaring op met natuurlijke vezels uit vlas en hennep. Wist je trouwens dat er in Frankrijk al zo’n 10.000 hectare hennep wordt geteeld? Inagro biedt telers technische ondersteuning aan en bemiddelt met de lokale verwerkende industrie voor de afzet.

‘Tegen 2030 zou 1/4 van de grondstoffen uit biomaterialen bestaan.’

beheerovereenkomst.ecosysteemdienst_Janssens.2.jpgAansluitend bij de cradle-to-cradlefilosofie onderzocht de afdeling Monitoring en Studie vorig jaar de mogelijkheden van een biobased economie. Volgens de onderzoekers maken biomaterialen momenteel 8 à 10 procent uit van de totale grondstoffenmarkt in de EU, met een groeiverwachting tot 25 procent tegen 2030 in een land als Nederland. Naast de al bekende mogelijkheden voor bio-energie via vergisting, WKK en biobrandstoffen, verwachten de onderzoekers veel van de ontwikkeling van bioverpakkingen en biochemicaliën uit nevenproducten van de biobrandstoffenproductie. De groeikansen hiervoor schuilen overigens niet alleen in hightech onderzoek. Ook het opzetten van logistieke samenwerkingsverbanden is een belangrijk element, zo blijkt uit verschillende projecten in Vlaanderen waarbij sinds kort bermmaaisel wordt gezuiverd om het tot vergistingsmateriaal op te waarderen.

Alternatieve eiwitbronnen

Tot slot is ook het vervangen van vlees door andere eiwitbronnen een piste die de klimaatverandering kan afremmen. Wetenschappers zijn de berekeningswijze voor de ecologische voetafdruk van vlees nog verder aan het verfijnen, na kritiek dat zowel huisvesting en voederpatroon van de dieren, als de voedingswaarde en uitstoot van de vegetarische alternatieven nauwelijks in rekening werden gebracht. Op dit ogenblik is soja nog de meest gebruikte vleesvervanger, maar specialisten verwachten de komende jaren een overstap naar Europese eiwitten, uit peulvruchten zoals erwten en lupine of reststromen van de biobased economie. Op nog langere termijn zouden ook kweekvlees, algen en wieren, en insecten zoals meelwormen volgens de onderzoekers eiwit kunnen leveren. Tenminste, als ook de consument aan dat idee kan wennen…

Vraag een koolstofsimulator aan: land@lne.vlaanderen.be

Nuttige websites
www.kuleuven.be/hydr/cci/reports/LNE-klimaat-PWillems.pdf  
www.ilvo.vlaanderen.be > zoeken (biochar)
www.inagro.be > zoeken (vezelhennep)
www.restaurantvandetoekomst.wur.nl > media > alternatieve eiwitten
www.vito.be > zoeken (klimaat en landgebruik)

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek