Jongens krijgen meer en beter voedsel bij een tekort

Meisjes worden achtergesteld op jongens in situaties van chronisch voedseltekort. Als gevolg daarvan heeft de gezondheid van meisjes zwaarder te lijden onder voedselonzekerheid dan die van jongens. Het verschil is op het platteland scherper dan in de steden. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Ethiopië.

Het verschil tussen jongens en meisjes was nog niet onder de loep genomen in studies naar het effect van voedselonzekerheid. In veel culturen worden zonen hoger ingeschat dan dochters. Uit onderzoek in de Filipijnen, Ethiopië, India, Nepal en Guatemala bleek al dat jongens meer en beter voedsel krijgen. Dat heeft ook zijn gevolgen als er onvoldoende voedsel beschikbaar is, zo blijkt nu. Wetenschappers van de Ethiopische Jimma-universiteit volgden, met behulp van Amerikaanse en Vlaamse onderzoekers, vijf jaar lang 2.000 tieners uit evenveel gezinnen, uit stad zowel als platteland.

In tijden van voedselonzekerheid rapporteerden gemiddeld drie meisjes op de tien dat ze ziek waren geweest in de voorbije maand. Bij jongens was dat twee op de tien. Was er in heel het gezin voedselonzekerheid, rapporteerden dubbel zoveel meisjes als jongens ziekte. En die meisjes meldden zeven keer vaker dat ze problemen hadden met sommige activiteiten door hun zwakke gezondheid, of dat ze zich moe voelden.

De onderzoekers merken op dat meisjes in principe gezonder zouden moeten zijn. Puur biologisch zijn ze taaier, als tiener roken ze minder en vertonen ze minder risicogedrag dan jongens. Maar een kwart van de meisjes kreeg onvoldoende, of onvoldoende goed, voedsel, tegenover zestien procent van de jongens, en dat laat zich voelen. Het verschil was op het platteland scherper dan in de steden.

De onderzoekers vragen dat hulpverleners bij de aanpak van voedselonzekerheid extra aandacht besteden aan meisjes. Het onderzoek verscheen maandag in het vakblad Pediatrics.