Jonge landbouwers zijn hoger opgeleid en runnen vaker grotere bedrijven

Terwijl de gemiddelde leeftijd van Vlaamse land- en tuinbouwers stijgt, valt het wel op dat grotere landbouwbedrijven gerund worden door gemiddeld jongere bedrijfsleiders. Bovendien is het ook zo dat hoe jonger de landbouwer is, hoe hoger zijn opleidingsniveau en ook tussen de grootte van een landbouwbedrijf en het opleidingsniveau is er een positieve correlatie. Hoewel landbouwers de afgelopen jaren meer stress ervaren dan vroeger, zijn ze over het algemeen toch tevreden over hun leven. Dat blijkt uit het Landbouwrapport 2020 (LARA).

11 mei 2021  – Laatst bijgewerkt om 11 mei 2021 16:32

Leeftijd

In 2001 was de gemiddelde leeftijd van de bedrijfsleiders van professionele landbouwbedrijven (standaardoutput hoger dan 25.000 euro) 48 jaar, terwijl dat in 2016 al 54 jaar was. Volgens het LARA lijkt deze trend zich nog niet te keren. “Slechts 13 procent van de bedrijfsleiders van 50 jaar of ouder geeft aan een vermoedelijke opvolger te hebben. Voornamelijk bij de kleine bedrijven is er geen opvolger en veel van deze bedrijven blijven dus niet meer bestaan”, klinkt het. Daartegenover staat dat bij de grotere landbouwbedrijven (standaardoutput van 250.000 euro of meer) zowat 25 procent een opvolger heeft. Vaak worden deze grotere bedrijven ook gerund door een jongere bedrijfsleider.

Niet alleen de instroom van nieuwe landbouwers is beperkt, de uitstroom ook. “Veel landbouwers blijven verder boeren wanneer ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. In 2016 was 16 procent van de bedrijfsleiders van professionele landbouwbedrijven ouder dan 65”, aldus het LARA. Bovendien is het aantal landbouwbedrijven met aan het hoofd iemand van 65 jaar of ouder, gestegen van 8.177 in 2011 naar 9.554 in 2019. Dat is een stijging van 17 procent.

Veel landbouwers blijven verder boeren wanneer ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben

Landbouwrapport 2020

Maar niet alleen het aantal bedrijven, ook de totale oppervlakte die deze 65-plussers bewerken, is toegenomen. In 2011 werd 62.611 hectare aangegeven door landbouwers ouder dan 65 jaar, in 2019 ging het al om 93.775 hectare, een stijging van ongeveer 30 procent. “Op basis van de verzamelaanvragen zien we dat ongeveer 15 procent van het totale landbouwareaal wordt bewerkt door 65-plussers.”

De grootste drempels voor aspirant-landbouwers om te starten in de sector zijn de toegang tot grond, de grote investeringen, het complexe beleid en het onzekere inkomen. “De financiële steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) voor de eerste overname van een landbouwbedrijf verlaagt deze drempels al wat, maar ook de arbeidsomstandigheden (lange werkdagen, weinig kans op verlof) en de hoeveelheid administratie zijn redenen voor de beperkte instroom van nieuwe landbouwers”, staat te lezen in het LARA.

Vandaag is 11 procent van de bedrijfsleiders in land- en tuinbouw een vrouw. Het aandeel vrouwelijke bedrijfshoofden schommelt al zo’n 20 jaar rond de 11 procent.

Opleiding

Wat de best mogelijk opleiding voor een landbouwer is, is heel erg moeilijk te bepalen. Volgens het LARA neemt de landbouwer verschillende taken op zich, afhankelijk van de bedrijfsgrootte, het personeel of de taakverdeling binnen het gezin. “Voor grote bedrijven wordt zichtbaar dat de bedrijfsleider meer de rol op zich neemt van manager: hij stuurt het personeel aan, onderhandelt contracten en maakt strategische keuzes”, luidt het.

Voor grote bedrijven wordt zichtbaar dat de bedrijfsleider meer de rol op zich neemt van manager: hij stuurt personeel aan, onderhandelt contracten en maakt strategische keuzes

Landbouwrapport 2020

Wel stellen de auteurs van het rapport vast dat, in de zoektocht naar efficiëntie en optimalisatie, praktische taken steeds meer een technisch en wetenschappelijk tintje krijgen. “Gewasbescherming, bemesting, voedersamenstellingen, machines, veredeling, wetgeving, enz. zijn continu in verandering, bestaan in veel soorten en vergen specifieke kennis. Gelukkig bestaan er vele vormen van ondersteuning voor de landbouwer.”

Via het Landbouwmonitoringsnetwerk zijn ook data over opleiding beschikbaar voor de periode van 2004 tot en met 2018. De gegevens van de bedrijfsleiders van vennootschappen zitten daar niet in vervat, enkel die van bedrijfshoofden van andere rechtsvormen. “Daarbij  valt meteen op dat zo’n 80 procent van de huidige landbouwers in de steekproef een middelbaar diploma heeft als hoogst behaalde diploma. Dit percentage schommelt in de periode van 2004 tot 2018, maar is niet drastisch gewijzigd”, beschrijft het LARA.

Er zijn wel wijzigingen zichtbaar in de steekproef bij de landbouwers zonder middelbaar diploma en met hogere studies. Zo neemt het aantal landbouwers die geen middelbaar diploma heeft steeds verder af: van 7,7 procent in 2004 tot 1,8 procent in 2018. De omgekeerde beweging doet zich voor bij landbouwers die hoger onderwijs genoten.  Zo steeg het percentage van 11,2 procent in 2004 naar 18,2 procent in 2018. Er is ook een correlatie tussen leeftijd en bedrijfsgrootte en het opleidingsniveau van de bedrijfsleider. Hoe jonger de landbouwer, hoe hoger het opleidingsniveau, maar ook hoe groter het landbouwbedrijf, hoe hoger het opleidingsniveau.

Welzijn

Over het algemeen vinden land- en tuinbouwers hun job boeiend en halen ze er veel voldoening uit. Dat blijkt uit een aantal bevragingen bij land- en tuinbouwers de afgelopen jaren. Toch zijn er ook signalen dat bepaalde factoren de laatste jaren het niveau van stress en burn-outs bij landbouwers doen toenemen.

Een studie uit 2017 waarbij de 550 land- en tuinbouwbedrijven werden bevraagd die deel uitmaken van het Landbouwmonitoringsnetwerk, bracht aan het licht dat driekwart onder hen behoorlijk gelukkig en tevreden is met het leven. Toch ervaart 20 procent van de respondenten veel stress en is 35 procent ontevreden over zijn inkomen. De meest voorkomende problemen die toen werden aangehaald, waren: onzeker inkomen, administratieve lasten en verwerven van grond. De auteurs geven wel aan dat de enquête een momentopname is en dat de resultaten zonder twijfel beïnvloed zijn door de economische situatie van die periode.

Uit tweede onderzoek waar interessante bevinden kunnen uitgehaald worden over het welzijn in de land- en tuinbouwsector, is een onderzoek uit 2019 naar werkbaar werk van de Stichting Innovatie en Arbeid. Daaruit blijkt dat de overgrote meerderheid van de ondernemers in de landbouw aangeeft voldoende gemotiveerd te zijn (90%) en genoeg leermogelijkheden ervaart (80%). Maar ook dat een derde van de landbouwers werkstress ervaart en dat zelfs 12,5 procent symptomen van burn-out vertoont.

Zelfstandige ondernemers in de landbouwsector werken gemiddeld 66 uur per week en nemen maar acht dagen verlof per jaar

Landbouwrapport 2020

Ook de balans tussen werk en privé wordt door 43 procent van de landbouwers aanzien als een probleem. In 18 procent van de gevallen wordt het probleem zelfs als acuut aanzien. Dat is een stijging van 8 procent in vergelijking met 2013. De grootste oorzaak van deze problemen, is de hoge werkdruk die vele landbouwers ondervinden. Gemiddeld werken zelfstandige ondernemers in de landbouwsector 66 uur per week en nemen ze maar acht dagen verlof per jaar. Bij alle zelfstandige ondernemers, dus zowel binnen als buiten de landbouwsector, gaat het gemiddeld om 54 uur per week en 18 vakantiedagen per jaar.

lara cover 2020

Het recentste onderzoek naar het welbevinden in de Vlaamse land- en tuinbouw werd in 2020 uitgevoerd door ILVO. Daarbij kwamen zeven stressfactoren naar voor: regelgeving, financiële onzekerheden, beroepsrisico’s, zwakke onderhandelingspositie, onzeker toekomstperspectief, prestatiedrang en waardering en het veeleisende beroep. Het valt daarbij op dat regelgeving en financiële onzekerheden voor alle respondenten aanleiding zijn tot stress.

De studie bracht ook aan het licht dat de manier waarop men omgaat met die stressfactoren, bepalend is voor het welbevinden van de landbouwer en zijn gezin. Zo gaat 44 procent van de landbouwers nog harder werken als reactie op stressfactoren. Minder dan de helft van de landbouwers zoekt hulp buiten het bedrijf of het gezin bij problemen. Door de moeilijkheden die landbouwers ondervinden, ervaart bijna de helft onder hen een gevoel van mentale uitputting, fysieke impact, een negatieve impact op het sociale leven en/of financiële problemen. Toch wordt ook door dit onderzoek bevestigd dat driekwart van de landbouwers tevreden is met het leven.

Bron: Eigen verslaggeving

In samenwerking met: Kenniscentrum Bedrijfsopvolging

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek